Het Noorden kent veel ‘zeer energiearme huishoudens’. Foto: Pixabay
Groningen, Drenthe en Friesland kleuren donkerrood op de kaart in een nieuw onderzoek van TNO. Hier zijn veel ‘zeer energiearme huishoudens’.
Landelijk hebben 50.000 huishoudens grote moeite met de energierekening. Ze betalen jaarlijks 1000 euro meer aan energiekosten dan een gemiddeld huishouden. Relatief veel van die bewoners wonen in het Noorden.
Mensen met energiearmoede hebben een laag inkomen in combinatie met hoge kosten voor gas en elektriciteit en niet goed geïsoleerde huizen.
Dat de energiearmoede in Noord-Nederland groot is, was al langer bekend. Eerder dit jaar concludeerde TNO al dat er in Nederland in 2023 zo’n 400 duizend huishoudens waren met energiearmoede. Pekela had het hoogste aandeel: 11 procent. Op de tweede en derde plekken van de energiearmoede-rangorde in Groningen en Drenthe staan Oldambt (9,7 procent), gevolgd door Westerwolde (9,2 procent).
In dit nieuwe onderzoek wilde onderzoeker Peter Mulder nauwkeuriger bepalen: hoe hoog is die armoede dan? „Want de één mist 5 euro per maand, de ander 30, weer een ander 100.”
Meer geld nodig om uit de problemen te komen
Opvallend is dat het Noorden er bij dit nieuwe onderzoek nog slechter vanaf lijkt te komen. Wij hebben een grotere energiearmoedekloof. Dat wil zeggen: een energiearm huishouden heeft in het Noorden gemiddeld meer euro’s nodig om uit de problemen te raken. Er is een fors hoger inkomen nodig of een stevige compensatie op de maandelijkse factuur.
Gemeenten die relatief weinig huishoudens kennen met energiearmoede, kunnen wel een hoge armoedekloof kennen. Een voorbeeld is gemeente Aa en Hunze. Slechts 4,7 procent van de huishoudens heeft energiearmoede, maar voor díé mensen is het wel extra nijpend. Ze hebben niet een tekort van 39 euro per maand (gemiddeld voor alle Nederlandse energiearme huishoudens), maar 60 euro per maand.
Grote huizen
Dat de noordeling vaak niet ‘een tientje’ maar ‘een honderdje’ te kort komt, ligt aan de grootte van de huizen, vermoedt Mulder. ,,Huishoudens met een laag inkomen in het noorden en oosten van het land hebben relatief vaker een groot huis. Arme mensen in het westen wonen vaker in kleinere appartementen. Zij hoeven minder grote ruimtes te stoken en hebben profijt van buren naast, boven en onder hen. Dat drukt de rekening.”
Het is voor bestuurders nuttig om dit te weten. Want bij hoge energieprijzen is het goedkoper om de meest energiearme huishoudens aan te pakken via eenmalige woningrenovatie dan met voortdurende compensatie van energiekosten.
Als je alle huishoudens in Nederland uit de energiearmoede zou willen halen, kost dat met de huidige energieprijzen zo’n 250 miljoen euro per jaar.