Vaklieden isoleren het dak van een woning. Foto: Marcel Jurian de Jong
Veel asielzoekers vervelen zich stierlijk, terwijl er veel mensen nodig zijn om Drentse huizen te isoleren. Een plus een is twee, redeneert Statenlid Marloes Kramer (VOLT).
Als nou die asielzoekers gaan helpen bij de isolatie van sociale huurwoningen, dan zien de bewoners hun energielasten dalen, gaat de integratie van de asielzoekers beter en gaan ze sneller zelf de kost verdienen, redeneert Kramer. Ze heeft een voorstel geschreven dat volgende week ter sprake komt in het Drents Parlement.
Tochtig huurhuis
„Let wel: het hoofddoel van mijn plan is om snel de huizen te isoleren”, zegt Kramer in een toelichting. „Veel ouderen en eenoudergezinnen wonen nog in een tochtig huurhuis. In onze provincie hebben vijfduizend sociale huurwoningen een ongunstig energielabel. De bewoners hebben te maken met hoge energielasten, of ze zitten in de kou. Door hun huizen te isoleren, kun je mensen structureel helpen met dat probleem.”
Bovendien, voegt Kramer eraan toe, het provinciebestuur heeft hoge ambities op het gebied van duurzaamheid. „Rond 2050 moet de hele provincie energieneutraal zijn, tien jaar eerder moeten de woningen dat al zijn. Als we dat willen bereiken, moeten we snel stappen zetten.”
Gebrek aan vaklieden
Maar al die mooie ambities dreigen stuk te lopen op het enorme gebrek aan vaklieden. Installateurs, schilders, timmerlieden enzovoorts kunnen het werk nauwelijks aan. Dus, zegt Kramer, moeten we van de gebaande paden afwijken om oplossingen te vinden. „De meeste asielzoekers willen dolgraag werken, dus waarom zou je hun die kans niet bieden?”
Het beeld dat zij niet mogen werken in afwachting van een beslissing over hun verblijfsvergunning, klopt niet, zegt Kramer. „Zodra mensen zich in Ter Apel hebben gemeld, krijgen ze een burger-servicenummer. Vervolgens kan een werkgever een tewerkstellingsvergunning voor hen aanvragen. Dat duurt meestal zes tot acht weken en dan kunnen ze aan de slag.”
Dit neemt niet weg dat er tal van praktische problemen zijn, erkent Kramer. Asielzoekers spreken geen Nederlands, ze hebben geen vervoer en dan moeten ze natuurlijk ook nog de werkzaamheden zelf onder de knie krijgen.
Kleinschalige proef
„Daarom is ons plan om te starten met een kleinschalige proef. Daartoe willen we met een woningcorporatie, een gemeente en een isolatiebedrijf om tafel gaan zitten. Laten we eerst eens in een wijk beginnen met een beperkt aantal huizen. Dan ontdek je vanzelf hoe je een en ander oplost. Dan kun je het project later uitbreiden en ook toepassen bij andere werkzaamheden dan woningisolatie.’’
Maar het gaat dus wel om mensen die nog een aanvraag hebben lopen voor een verblijfsvergunning. Vreest Kramer niet dat zij, als ze hier volop aan het werk zijn, wellicht ten onrechte het gevoel krijgen dat ze in Nederland mogen blijven?
„De meeste asielzoekers zijn om legitieme redenen naar Nederland gekomen en komen in aanmerking voor een verblijfsvergunning”, antwoordt zij. „Voor hen is het goed om al snel in Nederland te gaan werken en zo hier de taal leren. Dan is de kans veel kleiner dat ze later langdurig in de bijstand zitten. De Sociaal Economische Raad berekende dat het Nederland op termijn jaarlijks wel 10 miljard euro kan besparen als we asielzoekers de kans bieden te gaan werken.”