De Fremantle Highway wordt donderdag door bergers van Boskalis de Eemshaven in gesleept. ANP
Terwijl een ramp gaande is rond de bijna zinkende Fremantle Highway en bergers proberen te voorkomen dat dit gebeurt, ruziën betrokken Groninger overheden met minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat over geld. Ze zijn woest op de minister omdat die niet garant wil staan voor alle schade die de Eemshaven zou lijden door de komst van het uitgebrande autovrachtschip.
Harbers meldde op de avond voordat de Fremantle Highway de Eemshaven werd binnengesleept dat het rampschip ‘water maakte’ en daardoor dreigde te zinken. De minister zei dit op woensdagavond 2 augustus in twee telefonische overleggen met burgemeester Koen Schuiling van Groningen, die voorzitter is van de Veiligheidsregio Groningen (VRG).
Groninger bestuurders schrokken hiervan, omdat dat voor hen tot dan toe onbekend was. Dat blijkt uit documenten die Dagblad van het Noorden heeft opgevraagd over de ramp met de Fremantle Highway.
‘Grootste gevaar is dat het schip kan zinken’
Eerder die dag had Harbers in een ander spoedoverleg met Groninger bestuurders ook al gewaarschuwd dat ‘er een reëel gevaar’ bestond dat een nieuw incident op of met de Fremantle Highway de ramp nog groter kon maken. Volgens Harbers was ‘het grootste gevaar dat het schip kan zinken waarmee er grote gevolgen voor het mariene milieu en de omgeving kunnen optreden’.
Op het autovrachtschip met 3783 nieuwe (waarvan zo’n 500 elektrische) wagens aan boord brak in de nacht van 25 op 26 juli brand uit. De Fremantle Highway lag toen 30 kilometer ten noorden van Ameland. Bij de ramp verloor een van de 23 bemanningsleden het leven en raakten anderen gewond.
Vanwege een nog groter dreigende ramp: het zinken van het schip zo vlakbij de kwetsbare Waddenzee, wees Harbers op 2 augustus de Eemshaven aan als zogeheten Port of Refuge (POR), veilige haven. Het schip moest daar zo snel mogelijk heen worden gesleept door bergers van Boskalis.
Haven was tegen de komst van rampschip
Het schip kon niet veel langer op open zee blijven. Het weer werd slechter, de wind nam sterk in kracht toe, waardoor het door Harbers geschetste scenario van zinken heel dichtbij kwam. Om de Fremantle Highway überhaupt de Eemshaven binnen te kunnen slepen, moest het zogeheten ‘tijpoort’ (de periode waarin de vaargeul beschikbaar is voor een veilige vaart) van donderdag 3 augustus worden gehaald. Dat vereiste dat de slepers van Boskalis donderdag 3 augustus uiterlijk vanaf 9.00 uur onderweg moesten zijn naar de Eemshaven.
Maar de directie van die haven, Groningen Seaports (GSP), was op dat moment nog tegen de komst van het rampschip. Dit omdat minister Harbers geen garantie gaf dat de Staat alle kosten vergoedde, mocht het onverhoopt misgaan met de berging in de Eemshaven: ’Groningen Seaports voelt zich genoodzaakt om naar de Raad van Commissarissen te stappen en een afwijzend advies te geven.’
De Veiligheidsregio (VRG) schaart zich achter de havendirectie en schrijft Harbers op de dag dat het rampschip onderweg is dat ‘het de wereld op zijn kop is’ dat de minister niet garant wil staan voor alle schade die kan ontstaan in de Eemshaven. Zo kon de Fremantle Highway er vast komen te zitten of kon opnieuw brand ontstaan waardoor eventueel andere schepen niet naar de haven kunnen komen.
‘Plan voldoet niet aan de veiligheidseisen’
De havendirectie en de Veiligheidsregio wijzen de minister erop dat dit grote schade zal opleveren gezien ‘de grote rol die de haven speelt in de energievoorziening van Nederland, de LNG-terminal die er ligt, de strategische olieopslag en alle vervoersbewegingen die hierbij horen’.
De Groninger bestuurders laten de minister ook weten dat ze hem in ad hoc en andere spoedoverleggen ‘ meerdere malen’ duidelijk maakten dat ‘het plan van de berger niet voldoet aan de veiligheidseisen die gemeente het Hogeland, GSP en VRG stellen voor het aanmeren en daarna stabiel verblijven in de Eemshaven’.
Ze vinden dat de berger pas aan de slag kan als aan alle voorwaarden wordt voldaan. Ondanks alle bezwaren vaart de Fremantle Highway de Eemshaven in op 3 augustus. Tegen de ministeriële aanwijzing als Port of Refuge is geen beroep mogelijk.
‘Communicatie en informatie onvoldoende’
Terwijl de Fremantle Highway gadegeslagen door duizenden mensen de haven wordt binnengesleept, schrijven de Groninger bestuurders aan Harbers ‘dat de communicatie en informatie die zij hebben ontvangen onvoldoende is’.
Zo blijkt de melding van Harbers dat het schip ‘water maakt’ later een misverstand, volgens de Veiligheidsregio. ,,Het eerste gesprek zorgde voor ongemak en onduidelijkheid, dat daarna snel kon worden weggenomen”, zegt Koen Schuiling nu in een reactie. ,,Het schip maakte géén water, zoals eerst door de minister werd gemeld, maar er was sprake van bluswater op dek 5, iets dat later ook schriftelijk is bevestigd door het ministerie.”
Een woordvoerder van Harbers zegt nu dat het misverstand maar heel kort heeft geduurd. Oorzaak ervan was volgens haar dat veel blus- en regenwater in de Fremantle Highway was gestroomd. Volgens haar kon de minister de garantstelling voor alle schade niet geven, omdat het ministerie van financiën daar over gaat en de Kamer er dan nog over moet beslissen. ,,Daar was absoluut geen tijd meer voor.”
Bluswater verergerde situatie rampschip
,,Het schip helde zwaar over en liep gevaar van water te gaan maken bij verder overhellen”, zegt Peter Berdowski, hoogste baas van de betrokken berger Boskalis. ,,Om die reden hebben wij met klem geadviseerd geen bluswater meer in het schip te spuiten omdat dat het overhellen zou versterken.”
Volgens hem is voortdurend overleg geweest over hun plan van bergingsaanpak met ‘vele autoriteiten, met even zovele meningen’. ,,Daarbij moet je onderscheid maken tussen de activiteiten op zee en die in de haven. Welke risico’s brengt zo’n beschadigd schip met zich mee in de haven en hoe verklein je die. Daarover is begrijpelijkerwijze veel overleg gevoerd om de plannen aan te scherpen in overeenstemming met de wensen van diverse partijen.”
Schuiling: ,,Ook al ‘overkwam’ de ramp en de aanwijzing van Eemshaven als Port Of Refuge, de gemeente ’t Hogeland en de Veiligheidsregio Groningen, we werkten steeds vanuit de gedachte dat belangen van inwoners, bedrijven en gemeenten in onze regio niet onnodig zouden mogen worden geschaad. Inzet is altijd geweest een milieuramp in ons kwetsbare waddengebied te voorkomen.”
Tweede ernstige incident na MSC Zoë
De voorzitter van de VRG vindt dat bij de evaluatie van de afwikkeling van deze ramp in ieder geval twee zaken aan bod moeten komen. ,,De brand op de Fremantle Highway was na de ramp met de containers van de MSC Zoë in 2019 het tweede ernstige incident in dit gebied. De vraag dient zich dus wel aan in hoeverre de risico’s van deze drukke vaarroute nog te rechtvaardigen zijn in dit kwetsbare natuurgebied. De milieuramp zou immens geweest zijn, als de boot zou zijn gezonken.”
Daarnaast vraagt Schuiling zich af of in geval van crisisbestrijding‘voldoende publiekrechtelijke middelen voor handen zijn om de noodzakelijke maatregelen te nemen op het moment dat zo’n incident zich voordoet’. ,,En of voor alle betrokken partijen bij zo’n ramp voldoende duidelijk is wie welke bevoegdheden heeft op dat moment.”
Berger Boskalis heeft bijna 1000 van de 3783 auto’s uit de Fremantle Highway gehaald. De rest bleek zodanig verkoold dat ze niet van de (bovenste) dekken van het schip kon worden gehaald. Bovendien waren die dekken zo instabiel door de hitte van de vuurzee dat werken daar levensgevaarlijk was.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid doet samen met de Panamese overheid (het schip voer onder vlag van dat land) onderzoek naar de oorzaak van de brand en de wijze waarop de hulpverlening verliep.
Het schip kon niet meer eigen kracht de Eemshaven uit. Het is op 21 september naar Damen Shiprepair in Rotterdam gesleept, waar ze zijn begonnen met het verder leeghalen en schoonmaken van het schip.
Koole Contractors uit Vijfhuizen is de nieuwe eigenaar. Dat bedrijf hoopt het schip over een maand of vier weer te kunnen verkopen. In het vakblad Schuttevaer zegt Koole’s woordvoerder Gijs Olsthoorn: ,,Ja, Koole is op dit moment eigenaar, totdat er een koper wordt gevonden.”
Koole laat bekijken welke delen van de constructie zijn verzwakt door de hitte waaraan ze zijn blootgesteld. ,,Als alle gegevens bekend zijn, gaan we delen van de constructie slopen en gereedmaken voor reparatie en nieuwbouw. Het slopen zal zich waarschijnlijk beperken tot het bovenste deel van het schip. Het onderschip heeft weinig te lijden gehad”, aldus Olsthoorn in Schuttevaer.