Politicoloog Léonie de Jonge vindt dat ze haar kennis over radicaal-rechts populistische politiek zo veel mogelijk moet delen. Al is het wel lastig als je vervolgens doodsbedreigingen krijgt. ,,Wat ik daar over weet is echt wel kennis, niet mijn mening.’’
Aan Léonie de Jonge (32) is geen groots verloren gegaan. Het meest extreme dat ze als jeugdige basketbal-international ooit tegen een tegenstander zei was: ,,Heb jij je tanden wel gepoetst vanmorgen?’’ De Jonge, geboren en getogen in Luxemburg, maakte in die wedstrijd tegen het Nederlands team optimaal gebruik van haar Nederlandse wortels. Ze kon de tegenstander verstaan en dingen terugzeggen. ,,Hilarisch vond ik dat.’’
Tegenwoordig kan ze er wakker van liggen wanneer een tegenstander iets naars zegt tegen een van haar ploeggenotes van Groene Uilen Dames 1 uit Groningen. Een ‘aangeboren rechtvaardigheidsgevoel’ maakt dat ze op zulke momenten wel eens denkt: ,,Dat kán toch niet?’’
Léonie de Jonge. Foto: Marleen Annema
Ze weet hoe het is om bagger over zich heen te krijgen. Haar teammaatjes schrokken zich vorig jaar rot toen ze hoorden hoeveel en wat voor verwensingen en bedreigingen De Jonge in haar e-mailbak had gevonden. ,,Léo, dat is echt niet normaal, joh’’, zei een van haar basketbalvriendinnen, toen ze vertelde wat een optreden op landelijke televisie haar had opgeleverd.
Léonie de Jonge
De Jonge is sinds 2019 universitair docent Europese politiek en maatschappij aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze promoveerde aan de universiteit van Cambridge op onderzoek naar radicaal-rechts populistische partijen in Nederland, Luxemburg en België. Media doen met regelmaat een beroep op haar kennis over populisme, radicaal-rechts en extreemrechtse politiek. Eigenlijk zelden tevergeefs, ondanks de narigheid die het oplevert.
,,Ik kan me hier in dit hokje opsluiten en alleen maar publiceren in obscure wetenschappelijke tijdschriften die door drie mensen worden gelezen’’, zegt ze tijdens een gesprek in haar kamer in het universiteitsgebouw van de Faculteit der Letteren. ,,Maar ik kan ook mijn kennis delen in het maatschappelijke debat. En ik vind dat ik een verantwoordelijkheid heb om die kennis te delen.’’
Opgegroeid in Luxemburg
De Jonge groeide op in een dorp in Luxemburg met minder dan honderd inwoners, als kind van al jong geëmigreerde Nederlandse ouders. Zo’n dorp waar met Kerst de buurman op de stoep staat met het been van een varken waar de kogel nog in zit. En ze bij thuiskomst nog altijd wordt bijgepraat over de overledenen en nieuw geborenen.
Léonie de Jonge Foto: Marleen Annema
Zoals het gaat met Luxemburgse kinderen leerde ze Frans en Duits lezen en schrijven en sprak ze Luxemburgs. Maar thuis bij pa en ma was de voertaal Nederlands. ,,Onze belevingen van school werden vaak verteld in een alles-door-elkaar-taal. Maar ik heb nooit officieel Nederlands leren lezen en schrijven.’’
Dat leverde jaren later, toen De Jonge hier pas woonde, kolderieke situaties op. ,,Toen ik voor het eerst met de trein reisde, vroeg ik aan andere mensen of ik – net als in de bus – alvast kon uitchecken met mijn OV-kaart. In vloeiend Nederlands.’’ Deze vrouw spoort niet helemaal, zo werd ze aangekeken. ,,Dus ik ben zulke dingen daarna in het Engels gaan vragen. En dan krijg je gewoon antwoord.’’
Basketbal
Als Luxemburgse tiener begon ze met basketballen en al na een week hing een coach van het nationale team aan de telefoon. ,,Dat is in Luxemburg minder bijzonder, hoor. We hebben immers veel minder inwoners.’’ Hoe dan ook: Ze mocht jeugdinternational worden en ging daarvoor drie dagen in de week naar een internaat. ,,Anders was het niet te doen. Lopen naar de bus, met de bus naar de trein, met de trein naar school en dan ook nog naar basketbal. Ik moest zo vroeg op dat ik op school in slaap viel.’’
Toen ze 18 jaar was werd ze min of meer bij toeval gescout. Amerikaanse talentspeurders volgden een aantal teamtrainingen vanwege een van haar basketbalvriendinnen. ,,Op een van die trainingen lukte alles bij mij. En kort daarop kreeg ik – midden in de nacht, de man had geen idee van het tijdsverschil – een telefoontje van een coach. Die zei letterlijk: ’’
Studiebeurs
Léonie de Jonge kreeg een volledige studiebeurs aangeboden en vertrok na haar middelbare school naar het Junior College van Devils Lake. Een plaats in North Dakota met iets meer dan 7000 inwoners. ,,Als je vanuit zo’n klein dorp komt als ik is dat echt een grote stad. Er was een bioscoop! Ik deelde een kamer met twee Braziliaanse meiden. Het was net als in de film. En in North Dakota ben je al een exoot als je uit South Dakota komt. Buitenlandse basketballers worden daar ook een beetje naartoe gehaald voor de lokale bevolking, zodat ze contact krijgen met de buitenwereld.’’
Wie is Léonie de Jonge
Léonie de Jonge werd geboren op 7 januari 1990 in Luxemburg. Haar grootouders kwamen uit Drenthe, haar oma woonde ooit in Onstwedde. Ze studeerde International Relations aan Cornell College in Iowa en Politics & International Studies aan de Universiteit van Cambridge waar ze promoveerde op haar onderzoek naar het succes en falen van rechts-populistische partijen in de Benelux. Ze werkt als universitair docent Europese politiek en maatschappij aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Ze basketbalt voor Groene Uilen Dames 1.
Politiek
Ver weg van huis ontwikkelde ze een grote interesse in politiek. ,,Vooral omdat de mensen met wie ik omging daar totaal andere ideeën over hadden. Heel christelijk, heel conservatief, , tegen de publieke zorgverzekering ObamaCare, tegen Obama. Je wordt vrienden terwijl het gaat over basketbal. En daarna komen politieke thema’s op tafel. Ik realiseerde me toen pas hoe het kan dat mensen in een land zó anders over politieke zaken kunnen denken. Vanuit de gedachte: iemand ver weg in Washington zit te bepalen wat wij hier op onze eigen farm doen. Wij kunnen hier prima voor onszelf en voor onze naasten zorgen. En dat vond ik superinteressant. En het is écht ver weg hè. Voor basketbalwedstrijden zaten we soms elf uur in de bus. En alleen maar rechtdoor.’’
Ze leerde dat leefomgeving van grote invloed is op politiek stemgedrag. En ook dat er niet zoiets bestaat als een typische stemmer op partij A of B. ,,Ik krijg buikpijn als de NOS weer eens op zoek gaat naar de Wildersstemmer in Oude Pekela en dat die twee mensen voor de camera dan de typische Wildersstemmer in Nederland moeten voorstellen. Mensen hebben vaak heel veel verschillende beweegredenen om op een partij te stemmen, maar helaas wordt stemgedrag nog vaak gekarikaturiseerd.’’
Na twee jaar in Devils Lake kreeg De Jonge een beurs voor een college in Iowa, andermaal vanwege haar basketbalkwaliteiten. Ze ging internationale betrekkingen studeren en werd door haar docenten aangemoedigd om voor een vervolgstudie naar Cambridge te gaan. ,,Daar was ik zelf nooit opgekomen. Maar als leraren dan aanbieden om een brief voor je te schrijven…’’
Léonie de Jonge. Foto: Marleen Annema
Wat was je motivatie om in Cambridge promotieonderzoek te gaan doen naar uiterst rechtse politiek in Nederland, België en Luxemburg?
,,Ik volgde Nederland en de Nederlandse politiek van een afstand - de moord op Pim Fortuyn is een van mijn vroegste politieke herinneringen. En ik had me al jaren afgevraagd hoe het kon dat uiterst rechts of radicaal-rechts in Nederland zo groot kon worden en in Luxemburg niet. Ik had vroeger altijd het idee dat de gemiddelde Luxemburger minder tolerant was dan de gemiddelde Nederlander. (Inmiddels weet ik dat Nederland helemaal niet zo’n tolerant land is en dat de gemiddelde Nederlander niet bestaat.) En toen ik ook naar België ging kijken en het verschil zag tussen Vlaanderen en Franstalig België – In Vlaanderen speelt uiterst rechts een grote rol, in Wallonië niet – werd het echt een complexe en interessante onderzoekspuzzel. ’’
Je moeder vertelde dat ze op Cambridge niet meteen enthousiast waren
,,In je eerste promotiejaar moet je verdedigen wat je de komende jaren gaat doen. En ik kreeg te horen: ‘Dit is wel een beetje ouderwets, rechtspopulisme. Je moet kijken naar links! We hebben net een economische crisis gehad. In Spanje komt Podemos op (een politieke partij opgericht door progressieve activisten, AB) en in Griekenland Syriza (radicaal-links, AB). Links-populistische bewegingen winnen terrein. Dát moet je onderzoeken’. Maar toen kwam Trump. En de Brexit. Mijn onderzoek kwam tot leven. Tot in de kroeg werd over die onderwerpen gesproken. Ik heb nooit meer hoeven verklaren waarom onderzoek naar rechtspopulisme relevant is.’’
De Jonge kwam tijdens haar onderzoek onder meer tot het inzicht dat media in Franstalig België en Luxemburg anders met radicaal-rechtse partijen zijn omgegaan dan de media in Nederland en Vlaanderen.
,,In Wallonië hebben media eigenlijk al sinds de jaren zeventig een stilzwijgende afspraak dat ze niet over zulke partijen schrijven. Daarmee krijgen die partijen nooit een voet aan de grond. In Nederland was Pim Fortuyn echt een keerpunt. Na de moord zijn er sluizen opengebarsten en hebben veel journalisten – dat kan ik best wat veralgemeniseren – gedacht: shit, we hebben te lang opgesloten gezeten in ons eigen bastion. We moeten de volkswijken in. De vox populi is teruggekomen in de media en dat is echt niet allemaal slecht. Rechts-populisme is niet zozeer een probleem, het wordt gevaarlijk in grotere doseringen. Dat je het volk af en toe centraal zet en de elite op de vingers kijkt, is helemaal niet zo slecht. Maar je moet niet doorslaan dat er maar één volkswil is die alle buitenlanders weg wil hebben. Na Fortuyn heeft hier overcompensatie plaatsgevonden.’’
,,Ja, die vorm van is niet goed. Een klimaatwetenschapper versus een klimaatontkenner is net zo’n valse balans. Alsof die twee polen evenwichtig zouden zijn.’’
Schaterlachend: ,,Dat klinkt heel erg als Stefan, ja. Maar dat is een heel goede vergelijking. Je moet die valse balans niet creëren. Ik ben natuurlijk geen journalist, maar over zulke zaken moet je heel goed nadenken. Moet je over het verhuizen van de piano van Thierry Baudet berichten of moet je juist bij de politieke inhoud blijven?’’
De Jonge is een van de politicologen die Forum voor Democratie inmiddels duiden als een extreemrechtse partij. ,,Ik zeg niet dat al die kiezers extreemrechts zijn. Daar zitten zonder twijfel heel veel mensen tussen die helemaal geen extreemrechts gedachtengoed hebben. En ik vind het heel belangrijk om dat onderscheid te blijven maken.’’
Léonie de Jonge Foto: Marleen Annema
,,In gesprekken met collega’s hoor ik uiteindelijk ook wel vaak: ja, misschien is het ook inderdaad wel zo. Het verschil tussen radicaalrechts en extreemrechts is dat extreemrechts duidelijk antidemocratisch is. Dus het is een soort nucleaire optie om een partij als extreemrechts te bestempelen. Maar je kunt prima aan de hand van kwalitatief onderzoek en wetenschappelijke definities zeggen: dit zijn de dit is het bewijsmateriaal. En noem het dan zoals het is. Want dat bewijsmateriaal is er inmiddels echt wel meer dan voldoende. Denk aan de 5 mei-poster, de tribunalen die door politici zijn aangehaald in de Tweede Kamer, de boreale speech, de bestorming van het Capitool en Baudets reactie erop, de rellen in Nederland en zijn reactie erop, de appgroepen, tal van Twitterberichten, al die hondenfluitjes (berichten waarin verhuld naar extreemrechts wordt verwezen, AB). En dan vorig jaar die lokale partijbijeenkomst waar een vertegenwoordiger van Forum riep ‘we waren erbij toen we de democratie ondermijnden’ en een kreeg van Baudet. Dat is letterlijk hoe extreemrechts werkt en hoe je antidemocratisch handelen aanmoedigt. Maar het is niet zo dat we dit nu pas zien. De connecties van Baudet in de extreemrechtse wereld zijn al jaren bekend.’’
,,Dat je normaliseert hoe Forumpolitici zich gedragen. Dan zeg je eigenlijk dat de partij een gewone politieke speler is, die je normaal zou moeten behandelen. En ik zie dat dat echt niet zo is. De partij knabbelt aan de wortels van de rechtsstaat en de democratie. Als je Forum nu nog niet extreemrechts noemt, wanneer dan wel? Mensen denken soms dat het mijn mening is, omdat ik kwalitatief onderzoek doe. Dus mijn focus ligt op woorden en betekenissen. Maar wat ik daar over weet is echt wel kennis, niet mijn mening. Mensen kunnen daar kritiek op hebben, zeker in een maatschappelijk debat. Maar het wordt lastig om over wetenschappelijke bevindingen te discussiëren als je vervolgens doodsbedreigingen krijgt.’’
Vorig jaar deelde De Jonge, samen met een collega, haar kennis over uiterst rechtse politiek in een TV-uitzending van het programma Medialogica.
,,Nog tijdens die uitzending is mijn mailbox volgestroomd. Allemaal mannen. Henk, Jan, Hans. Eerst moest ik er nog om lachen, want de eerste berichten gingen over mijn taalgebruik. Dat media meervoud is enzo. Maar de dag erna stond ik op de website van ‘Vizier op links’ en ehm… . Niet normaal wat voor trollenleger ik over me heen kreeg. Val dood, linkse kankerhoer. We weten waar je woont. We weten waar je ouders wonen. Dat soort dingen. Van ons basketbalteam hadden we – door corona – een hardloopclubje gemaakt en ik zei ’s avonds tegen een teamgenootje: goh, ik ben vandaag nog bij de politie geweest. Na haar reactie drong het eigenlijk pas tot me door dat zoiets niet normaal is. Maar zulke mensen weten vaak precies wat ze moeten zeggen. Ze zeggen niet: ik sta morgen bij jou op de stoep om je dood te maken. Maar wel: ik hoop dat iemand je omlegt.’‘
Léonie de Jonge. Foto: Marleen Annema
,,Ja, dat was toen wel anders. En de universiteit was toen nog helemaal niet op zoiets ingericht. Inmiddels is dat wel beter. En ik werd bang om mijn inbox te openen. Ik ging thuis zitten denken: die auto staat hier nu al best wel lang in de straat. Mijn ouders waren ver weg. Ik heb aan de telefoon wel even gehuild, maar er ook goed met ze over gepraat. Ze zeiden: laat je niet intimideren. En ik heb heel toffe buren, gelukkig. Een van de buurvrouwen zei: laat ze maar komen, ik heb een knuppel achter de deur. Een vrouw van in de zestig, schat van een mens. Ze hield de straat in de gaten voor me. En dat gaf een heel veilig gevoel.’’
Ze gaf een tijdje even geen interviews, ze verwees media even niet door naar vrouwelijke collega’s met evenveel kennis van zaken en deelde haar kennis niet in het openbaar. Dat is inmiddels weer anders. Omdat ze vindt dat die kennis – van haar en van andere politicologen – onderdeel moet zijn van het maatschappelijk debat.
Léonie de Jonge Foto: Marleen Annema
,,Ik vind Groningen een fantastische stad. Ik voel me hier thuis. (Mijn oma heeft zelfs ooit in Onstwedde gewoond.) Maar Nederland is niet het boegbeeld van tolerantie. Maar dat was vroeger ook al niet zo. En misschien is er inmiddels wel te veel tolerantie voor de intolerante geluiden van extreemrechts.’’
,,Ja. Ik denk dat dat in Nederland heel hoog staat. Dat je alles maar moet kunnen roepen. En mensen heel direct op dingen moet kunnen aanspreken. En ik wil ook niet doen alsof dat niet belangrijk is. Ik vind dat absoluut belangrijk. Maar het moet niet zo zijn dat je álles maar moet kunnen roepen. Er zitten grenzen aan.’’