Terwijl kwetsbare asielzoekers buiten lagen in Ter Apel, maakten het COA en het ministerie geen gebruik van bedden die de stichting INLIA aanbood. Dat blijkt uit onderzoek van Pointer. Het ministerie heeft excuses aangeboden.
,,Pijnlijk”, zegt John van Tilborg van de Groningse stichting INLIA (Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven met Asielzoekers). ,,Vrouwen en kinderen lagen buiten op straat, en wij hadden bedden klaarstaan in kerken in de buurt van Ter Apel. Wij konden het probleem niet oplossen, maar wel een bed aanbieden aan zwangeren, ouderen, zieken, kinderen. Die kun je de rug niet toekeren.”
INLIA bood in samenwerking met de kerken hulp aan bij het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers). Toen die niet reageerde probeerde INLIA het ministerie, die terugverwees naar het COA. ,,Later heeft het ministerie daarvoor excuses aangeboden. Dat lag natuurlijk gevoelig. Het was ‘ergens blijven hangen’ zeiden ze. Dat had natuurlijk niet zo gemoeten.’’
‘Onder stoom en kokend water misgegaan’
Het ministerie van Justitie en Veiligheid bevestigt dat er excuses zijn aangeboden. Volgens een woordvoerder zijn er in ‘een uitzonderlijke situatie onder stoom en kokend water’ dingen misgegaan. Hoeveel mensen buiten nodeloos buiten hebben geslapen doordat het aanbod van de stichting is afgeslagen, zegt het ministerie niet te kunnen vaststellen.
Van Tilborg benadrukt dat er de laatste twee weken juist wél heel goed wordt samengewerkt met COA en ministerie. De kerken in het noorden hebben 464 mensen opgevangen. ,,Koen Schuiling belde ons. ‘Laten we er samen de schouders onder zetten’. Toen hebben we direct 146 bedden kunnen regelen. Niemand sliep weer buiten. Dat hebben we ongeveer 14 dagen kunnen volhouden. Tot afgelopen donderdag weer honderden mensen voor de poort zaten. Daar ben ik heel erg van geschrokken. We zoeken nu ook hulp van kerken elders in het land. Groningen en Drenthe zijn niet genoeg.”
Geen reddende engel
Van Tilborg is trots dat de kerken zoveel mensen hebben kunnen opvangen. ,,We doen wat we kunnen, we zijn geen reddende engel. De overheid is verantwoordelijk voor asielopvang, wij zijn geen alternatief. We bieden slechts ademruimte om het goed te regelen.”