Titia Punt blies het ruige, verlaten terrein van de oude suikerfabriek in Groningen nieuw leven in. Foto: Corné Sparidaens
Oprichter Titia Punt van restaurant De Wolkenfabriek durfde het tien jaar geleden als eerste aan om het ruige, verlaten terrein van de oude suikerfabriek in Groningen nieuw leven in te blazen. Nu hebben de eigenaren van nachtclub Paradigm haar restaurant overgenomen; zij dopen het De Huiskamer. Titia Punt blikt terug. ,,Wij waren de pioniers.’’
Het plakte overal. De stroopketels van de suikerfabriek hadden 95 jaar staan stomen, waardoor de zoetigheid in het hele pand was getrokken. En talloze wespen lokte.
Titia Punt (46) glimlacht als Wildrik Moesker (53) vertelt over hun kennismaking in 2013 met het kleverige zeefgebouw − samen met het werkgebouw en de fabriekspijp het enige gebouw dat herinnert aan de suikerfabriek die van 1913 tot 2008 suikerbieten verwerkte aan de rand van Groningen.
Haar glimlach is er eentje met spijt, want verhalen over de tijd dat zij neerstreken op dat ruige terrein ademen een geestdrift waaraan nooit een einde had hoeven komen, als het aan haar lag.
Ze pakt haar telefoon en laat het zien: met een groep vrienden en kennissen, inclusief aanhang en kinderen, klimmen ze over de hekken van het verlaten fabrieksterrein, ze bestormen het, ze willen er aan de slag.
Opnames voor het filmpje van Titia en haar crew om geld in te zamelen voor de realisatie van De Wolkenfabriek in 2013. Foto: Corné Sparidaens
Titia is dan net uitgeroepen tot een van de winnaars van de gemeentelijke prijsvraag die mensen had opgeroepen met mooie plannen te komen voor de oude suikerfabriek. ,,Ik werd getipt door een vriend die wist dat ik veel ideeën had’’, zegt Titia. ,,Hij zei tegen me dat ik die ideeën moest inleveren voor het Suikerfabriekterrein.’’
Inschuifrestaurant of Turks badhuis?
Ze wilde er een inschuifrestaurant beginnen, waar koks, cateraars, jubilarissen en families voor een avond terechtkonden en waar genodigden en passanten elkaar aan lange tafels ontmoetten. Evengoed stond een stadsijsbaan op haar ideeënlijstje, een Turks badhuis en een haventje.
Het werd het inschuifrestaurant. Hoe dat eruit zou zien? Titia had geen idee. ,,Ik ben dat fabrieksgebouw maar gewoon in gegaan. Kijken en voelen waar in die enorme ruimte ik dat restaurant zou willen beginnen. Er waren geen muren, hè. Ik had ook de balzaal kunnen kiezen, je weet wel: die ruimte waar bruidsparen zich graag laten fotograferen en waar van die grote technofeesten worden gehouden.’’
Wildrik zegt: ,,Titia kreeg gewoon de sleutel van de fabriek.’’ Hij was bij dat sleutelmoment, omdat Titia en hij toen net een relatie hadden.
De wereld van krakers en bakbrommers
Titia Punt groeide op in Zuidlaren en verhuisde naar Groningen om naar kunstacademie Minerva te gaan. Ze schilderde, fotografeerde, maakte beeldend werk.
Ondertussen leerde ze via haar vriendengroep van Minerva de krakerswereld kennen en streek ze later neer in een woonwagen op woonwagenkamp Betonbos aan het Eemskanaal. Ook opende ze een barretje aan het Kattendiep, een kleine versie van De Wolkenfabriek avant la lettre.
Als kunstenaar die graag stadsafval jutte, crosste ze een poosje op haar bakbrommer door de stad. ,,Ik vind bakbrommers gezellig’’, zegt ze. ,,Met een bakbrommer kun je heel spontaan bouwmateriaal vinden en meenemen. En je beweegt je heel vrij door de stad, open en bloot in de wind. Je kunt altijd iemand een lift geven en je hoeft geen helm op!’’ De bakbrommer verruilde ze voor een busje. ,,Ik ben niet zo goed in sleutelen.’’
Ze staat niet alleen bekend als kunstenaar, maar ook als meubelmaker, ideeënbedenker en barvrouw.
Grote groep Groningers ontgint het oude fabrieksterrein
Wildrik groeide op in Spijk, kwam naar Groningen om sociaal pedagogisch werk te studeren, werkte met autistische mensen en voer twintig jaar lang mee op de bruine vloot.
Hij leerde Titia beter kennen rond het moment dat zij groen licht kreeg voor haar inschuifrestaurant in de oude suikerfabriek. De Wolkenfabriek doopte ze het.
,,Wij waren de pioniers’’, zegt Titia over zichzelf en Wildrik. Samen met zo’n tweehonderd Groningers ontgonnen ze het oude fabrieksterrein.
,,We waren met vrienden en vrijwilligers: allemaal cateraars, muzikanten, bouwers en ontwerpers. Een bewegende groep mensen, omdat er altijd bekenden van bekenden aanhaakten. We waren op zoek naar een plek waar we altijd samen konden komen en waar ook andere mensen graag naartoe zouden willen en kunnen gaan. We kenden elkaar van festivals als Noorderzon, De Parade, Lowlands en Hongerige Wolf. Ik was daar tentenbouwer. De cateraars hadden ’s zomers volop werk, maar ’s winters minder.’’
,,Het was er helemaal kaal, geen begroeiing, niks. Hier en daar op die vlakte troffen we tegelvloeren en geultjes die onderdeel waren geweest van de grotendeels afgebroken fabriek. De pijp stond er natuurlijk nog en dat immense gebouw, waarvan een deel zonder dak zat. Het was een koude, schimmelige huls.’’
,,We zetten om te beginnen een lange tafel met stoelen neer, die we ergens in de stad gevonden hadden. We serveerden eerst alleen koffie, later pas soep en een broodje en weer veel later konden mensen hier terecht voor maaltijden en feestjes. We hadden geen geld, maar wel mensen. Vrijwilligers. En heel veel zin en energie. Fotomanifestatie Noorderlicht werd bij ons in het gebouw gehouden. Daar kwamen veel mensen op af, die iets wilden eten en drinken. Zij kregen ook weer nieuwe ideeën door het gebouw.’’
Fotomanifestatie Noorderlicht vond in 2013 plaats in de oude suikerfabriek. Foto: Corn� Sparidaens
Winterklaar
Na Noorderlicht was het Titia en Wildrik duidelijk dat ze De Wolkenfabriek winterklaar moesten maken door de ruimte af te bakenen. Ze bouwden een muur van oude ramen en deuren uit de fabriek. Daarna bouwden ze een betere muur en een nog betere. Ze legden water, riolering en elektriciteit aan.
,,We draaiden soms weken van 70 uur’’, zegt Wildrik, die vertelt dat hun telefoonnummer op het hek bij de ringweg hing. Hoe hij, als er iemand voor de poort stond, zijn racefiets pakte en naar het hek sjeesde om het bezoek binnen te laten.
,,We waren zelf eigenlijk ook vrijwilligers’’, zegt Titia.
Ze bouwden een keuken. En zonder dat ze er veel moeite voor hoefden te doen, kwam de loop erin.
,,Ja, eerst kwamen alleen de avonturiers, maar we nodigden Jan en alleman uit en we flyerden in de stad. Hoe meer er op het terrein gebeurde, hoe drukker het werd en hoe gemixter het publiek: mensen die in de suikerfabriek gewerkt hadden kwamen langs, maar ook mensen die gewoon nieuwsgierig waren naar deze plek.’’
,,Als open, poëtisch en ruig. Het herinnert aan een industrieel tijdperk. De fabriek had veel dichtgemetselde ramen. Op zeker moment hebben we de ramen in de keuken open gebikt. Dat was een prachtig moment, want er viel ineens een soort kathedraalachtig licht naar binnen.’’
Volop activiteiten in restaurant De Wolkenfabriek, zoals hier in 2015. Foto: DUNCAN WIJTING
Geïmproviseerd klim- en glijparadijsje
De Wolkenfabriek was elke zondag geopend als café-restaurant waar een mix van bezoekers zat te borrelen, spelletjes deed en kwam eten. De houtkachel loeide, kinderen ravotten in een hoek, in een geïmproviseerd klim- en glijparadijsje.
Later kwamen de woensdag en donderdag daarbij. Daarnaast diende De Wolkenfabriek als vergader-, feest-, en inspiratielocatie die vaak werd afgehuurd.
Bands traden er op, theatervoorstellingen vonden er plaats, er waren kerstmarkten, trouwerijen en de artiesten van Eurosonic Noorderslag vonden er hun thuishaven.
Timmerdorp 2015. Foto: Jan Willem van Vliet
,,Het Timmerdorp was hier elk jaar, het project Waste no Waste van kunstenaar Claudy Jongstra, de filmevenementen Zienemaan en Zienemini, de rollerdisco, pingpongfeestjes, we hebben hier blind gedineerd, er zijn skatefeestjes geweest in de balzaal, de VPRO streek hier neer met Tegenlicht’’, somt Titia op.
,,Het voelde altijd als werken aan een goed doel, aan een mooie plek voor de stad, voor mensen die grappige, gekke dingen verzonnen.’’
,,Dat we altijd zo blij waren met z’n allen, dat we het steeds wisten te fiksen en dat we een plek hadden waar we elkaar steeds weer zagen en waar we alle bezoekers geïnspireerd zagen raken. De Wolkenfabriek is niet zoals de horeca in de binnenstad, heeft niet dat aangeharkte en gestylede. De Wolkenfabriek is ontstaan, is levendig.’’
,,Ik kon het na 9 jaar niet meer opbrengen. Het was niet meer bij te houden, het is een plek die elke dag open hoort te zijn. Tijdens corona wilden we toch iets doen en hebben we bijvoorbeeld de knapzakroute opgezet, maar de periode na corona brak ons op. Het was weer net zo druk als voor corona en we konden het niet meer voor elkaar boksen.’’
,,Toen we iemand gevonden hadden die goed bij de sfeer past en hart heeft voor het losse en vrije van deze plek.’’
,,Dat je hier zo veel energie in kon stoppen. Ik vind het heel jammer dat De Wolkenfabriek niet meer van ons is, maar het geeft me ook de kans om nog een keer een Wolkje te maken. Ergens in Groningen.’’
De Huiskamer
De Wolkenfabriek op het terrein van de oude suikerfabriek aan de rand van Groningen gaat voortaan door het leven als De Huiskamer. Tot 2030 heeft de gemeente Groningen het voormalige fabrieksterrein in handen gegeven van pioniers, ondernemers en bedenkers. Daarna bepaalt de gemeente wat de bestemming van het fabrieksterrein wordt. Op de vloeivelden achter de oude fabriek, richting Hoogkerk, staat een woonwijk gepland.