Jouke de Vries (RUG) denkt blijkbaar dat Milad een studentnummer is waar je studiepunten in pompt en een flinke smak collegegeld uit trekt | dagboek SOS Groningen #6
Coen (links) en zijn tijdelijke huisgenoot Milad. Foto: Nienke Maat
Verslaggever Coen Berkhout heeft, via Shelter Our Students, Milad uit Iran in huis genomen. Hij is een van de vele studenten die naar Groningen zijn gekomen en geen kamer heeft.
Woonwethouder Roeland van der Schaaf probeert in de gemeenteraad de topman van de RUG (Jouke de Vries) uit de politieke wind te houden. Jouke zei deze week namelijk volledig wereldvreemde dingen over de woningnood onder studenten.
Daarover wilden de gemeentelijke politici debatteren.
Volgens Jouke zou het meevallen. Niet zijn verantwoordelijkheid. Het ligt allemaal bij de gemeente.
Voor Jouke (en consorten) is Milad een studentnummer waar je studiepunten in pompt en een dikke smak internationaal collegegeld uittrekt. Roeland krijgt deze nummers ieder jaar in enveloppen op zijn ambtelijke bord. Aan hem de ondankbare taak er een brievenbus voor te vinden. Of er een te bouwen.
Milad is geen nummer.
Raadslid Jimmy Dijk was niet bij dat debat. Hij was op bezoek bij de klas van Milad. Die telt in totaal 25 studenten. Nederlands en internationaal. Acht van hen zijn dakloos. Acht van hen hebben een gezicht waarvan een blinde de stress af zou kunnen lezen.
Na een half uur praten over mogelijke oplossingen, brak er iets bij Milad. Tot dat moment was hij, ondanks zijn benaderde situatie, best positief.
Maar daar in dat klaslokaal kwam alles eruit. Dat hij zijn ouders niet durft te vertellen dat hij helemaal geen huis heeft. Dat hij op de bank van een willekeurige stadjer slaapt.
Want hoe kan hij dat verkopen?
In Iran was hij succesvol. Hij was manager bij een IT bedrijf dat goed genoeg liep om in 6 jaar 20.000 euro te sparen. Dat is de borg die de Hanzehogeschool van internationale studenten vraagt.
Hier is hij een dakloze in West-Europa die tijdens het ontbijt en het avondeten reageert op kamers en ‘s nachts tot de late uurtjes studeert in plaats van feest.
Een van zijn klasgenoten kan haar tranen nauwelijks bedwingen. Als de universiteit haar eerlijk had verteld dat het vinden van een kamer niet alleen ‘lastig’ is, maar schier onmogelijk, dan was ze naar Stuttgart gegaan. Daar kreeg ze bij haar eerste inschrijving een kamer op de campus aangeboden.
Ze ging naar Groningen, omdat deze stad wereldwijd bekend staat als een internationale studentenstad met twee geweldige universiteiten. En lastig, dat is niet onmogelijk. Zeker niet als je een volle spaarrekening hebt. Toch?
Nu is haar advies aan vrienden in haar thuisland: ‘Alles gaat boven Groningen.’