Coen (links) en zijn tijdelijke huisgenoot Milad. Foto: Nienke Maat
Verslaggever Coen Berkhout heeft, via Shelter Our Students, Milad uit Iran in huis genomen. Hij is een van de vele studenten die naar Groningen zijn gekomen en geen kamer heeft.
Waar ik me zoal boos om maak.
Horen dat Milad voordat hij in Nederland was, sinds maart, al meer dan 300 euro had uitgegeven aan abonnenementen en loterijen van kamerwebsites. Een reactie, laat staan een kamer, leverde het niet op. De Hanzehogeschool adviseerde om minstens drie maanden voor het begin van het semester op zoek te gaan naar een kamer. Om ‘er zeker van te zijn dat je een kamer vindt die aan jouw eisen voldoet’.
Dat pakte toch een beetje anders uit.
Voor de mensen die denken: waar komt dit vandaan. RUG en Hanze verwijzen studenten met vragen graag door naar hun handige website . Kijk maar en verbaas je over de tips en adviezen die daar staan.
Hoe dan ook, ik zat me weer eens een avond op te winden. Milad en ik hadden de dag ervoor samen op zo’n 10 advertenties gereageerd. De enige reactie die terugkwam was: ‘al verhuurd’. Ook een ‘sorry’ of een ‘hallo’ kon er niet vanaf.
Oplichters zijn het. Allemaal.
Nou zou je denken dat mijn tijdelijke huisgenoot het daarmee eens is. Maar niets is minder waar. Als ik me opnaai over de huisvesting en ‘hoe durven ze’ en ‘het is toch niet geloven, dat is ’, dan zegt Milad: ‘Maar evengoed hebben heel veel mensen hun huis aangeboden aan ons. En daar vragen ze niet eens geld voor.’
Een van zijn klasgenoten (een jonge vrouw, ook uit Iran) hield er zelfs een vaste kamer aan over. ‘Zij sliep op de zolderkamer van een oudere vrouw uit de stad. Vanmorgen kwam ze heel blij naar college. Ze mag de kamer vanaf nu huren voor 350 euro per maand. Haar nieuwe huisbaas wilde de lege kamers nooit verhuren. Ze dacht dat studenten luidruchtig of vervelend zouden zijn. Maar kijk: nu verhuurt ze haar kamer aan mijn klasgenoot.’
Ik zou volgens Milad moeten kijken naar de dankbaarheid van bijna 200 studenten die nu toch, al is het maar voor even, onderdak krijgen van Stadjers. ‘Dat blijft voor altijd bij ons. En als wij straks een huis hebben, dan betalen wij het terug aan de volgende generatie studenten.’
Dat maakt Groningen mooier dan nog meer torenhoge stapels stenen aan de randen.
En toch, denk ik, onder dankbaarheid kun je niet slapen.