De Weeva, een begrip in Groningen.
Foto: Corné Sparidaens
‘Eva van de Weeva, misschien kent u haar wel/Zij was serveerster in dat beroemde hotel’, zo luiden de regels van een liedje uit 1981. Als je als horecazaak bezongen wordt, dan doe je iets goed, dan vier je op een dag zomaar je 150ste verjaardag. Maandag is het zo ver, dan bestaat de Weeva anderhalve eeuw. ,,De Weeva is een instituut.’’
Een dametje van over de 90 jaar at onlangs in de Weeva, aan het Zuiderdiep in Groningen. Tussen voor- en hoofdgerecht schuifelde ze door de eetzaal. Ze bekeek aan de muren de foto’s die de geschiedenis van de Weeva laten zien.
Bij één foto bleef ze langer staan, het was de foto waarop dames in het wit aan tafel aardappels zitten te schillen. Een serieus karwei. Ze wees een van de aardappelschillers aan. ,,Dat ben ik’’, zei ze.
Het is precies de reden waarom eigenaar Fred Dalebout (50) van de Weeva houdt. ,,Het is de historie. De Weeva hoort al generaties lang bij Groningen. Het is de huiskamer van de stad, gestoeld op de klassieke keuken waar je een goeie maaltijd krijgt tegen een billijke prijs.’’
De Weeva viert maandag in besloten kring feest. Dan is het precies 150 jaar geleden dat de Volksgaarkeuken aan het Zuiderdiep opende, in het leven geroepen door de notabelen van de stad die goedkope maaltijden wilden serveren aan de sociale onderklasse.
Hotel Weeva, het 'Woon- en eethuis voor allen' aan hnet Gedempte Zuiderdiep, dateert van 1871, werd onlangs nog ingrijpend vernieuwd. Foto: Archieffoto
Al gauw kwamen er slaapplekken bij en in 1929 werden de gaarkeuken en het kosthuis omgedoopt in Weeva: woon- en eethuis voor allen. Tientallen jaren bleef de Weeva een stichting, waar in 1975 een warme hap 3,75 gulden kostte. Pas in de jaren 80 van de vorige eeuw maakte Gerard IJsseldijk er een commercieel bedrijf van.
In die jaren en ook later schoof theaterrecensent en presentator Jacques d’Ancona (84) er geregeld aan. ,,De Weeva is een instituut’’, jubelt hij. ,,De Weeva heeft naam en faam tot ver buiten Groningen. Ook niet-Groningers frequenteren de Weeva.’’
Hij roemt de grote eetzaal met 200 stoelen, de bediening, het terras op het trottoir. Nog meer lof heeft hij over de fúnctie van de Weeva. ,,Het is een ontmoetingsplek voor vogels van divers pluimage. Als je in de Weeva komt, tref je er bekenden, kennissen of vrienden.’’
En alles kan er, zegt d’Ancona, alles mag er. ,,Anneke Berghuis van het Amsterdams Broodjeshuis komt er ook al jaren en zij vond de cola er niet lekker. Dus Anneke bracht haar eigen cola mee. Vonden ze goed.’’
De Weeva, een begrip in Groningen.
Foto: Corné Sparidaens
Anneke Berghuis (78) zwaaide 32 jaar de scepter in het Amsterdams Broodjeshuis, ook al een begrip aan het Zuiderdiep. ,,We kwamen altijd al bij de Weeva, vanuit het Broodjeshuis gingen we daar eten, het was vlakbij. We hebben er altijd goed eten gehad. En nog. Het is altijd hetzelfde gebleven.’’
Ze doelt op de gerechten. Slibtongetjes, gebakken lever met spek en uien, kalfsbiefstuk.
,,Een stamppotje, mosselen, hazenpeper’’, vult Johan Brakema (70) (McDonald’s) aan. Hij zit samen met Anneke en nog meer mensen in de woensdagavond eetclub van de Weeva. ,,Van oudsher kun je er snel en goed eten. Oerdegelijke Hollandse kost op een goeie manier bereid.’’
De Weeva viert maandag in besloten kring feest. Foto: Corné Sparidaens
Het publiek typeert Brakema als gemêleerd, jong en oud, arm en rijk. Dat beamen Fred Dalebout en zijn vrouw Ilona (49). Hij ziet er studenten wiens ouders en grootouders er al kwamen. Zij zegt: ,,Mijn moeder kwam als klein meisje al eten in de Weeva, elke zondag, vaste prik.’’
Frans Kappenburg nam de Weeva over in 2001. Met de sluiting van het eetgedeelte verdween de naam Weeva. Het hotel ging verder als Martini Hotel. Daarin kwam verandering toen Dalebout met hem ging samenwerken.
Onder het motto nostalgie met een knipoog keerde de eetzaal terug, net als de naam Weeva. ,,En terecht’’, zegt Dalebout. ,,De Weeva heeft al zo veel doorstaan. Die moeten we koesteren.’’
Niet alléén om z’n geschiedenis, ook om z’n geborgenheid, zegt Dalebout. ,,Het is hier geanimeerd en knus. Hier aan de aanschuiftafel eten vaak alleenstaande mannen. Soms is het ieder voor zich, maar vaker raken ze met elkaar in gesprek en is het oergezellig.’’