Boze boeren ramden in 2019 de deur van het provinciehuis in Groningen met een tractor. Wat hebben de politieke partijen in hun partijprogramma's opgenomen over de landbouw? Foto: ANP/Siese Veenstra
De stikstofcrisis en de onstuimige opkomst van de BoerBurgerBeweging zetten de landbouw bovenaan op de politieke agenda. Wat wíllen de partijen die op 22 november naar de gunst van de kiezer dingen, eigenlijk op dat gebied? Dagblad van het Noorden dook in de verkiezingsprogramma’s, op links en rechts.
Een eerlijke prijs voor de boer, op zoek naar een duurzaam nieuw verdienmodel en steun voor jonge boeren. Politiek links lijkt minstens zo begaan met de landbouw als zijn tegenstrevers op rechts. De verschillen schuilen in de details.
Ploeg al hun verkiezingsprogramma’s door en zie de eensgezindheid. Als het op landbouw aankomt, kunnen GroenLinks-PvdA, de Partij voor de Dieren, D66, SP, ChristenUnie en Volt zó met elkaar in een nieuwe regering. Grote gemeenschappelijke deler: de stikstofuitstoot moet omlaag om de natuur te redden, maar dat mag de landbouw niet de kop kosten.
Zou je de computer een ‘woordenwolk’’ laten maken van de landbouwparagrafen van de linkse verkiezingsprogramma’s dan springen deze termen er bovenuit: ‘eerlijke prijs’, ‘duurzaam verdienmodel’, ‘kringlooplandbouw’, ‘eiwittransitie’ en ‘steun’ bij de ‘transitie’ naar een groene toekomst. Samengevat: ‘toekomstperspectief’, voor de boer en misschien nog wel meer voor zijn opvolger, de ‘nieuwe generatie’.
Stikstofcrisis moet snel aangepakt, maar mag landbouw de kop niet kosten
Het zijn nagenoeg dezelfde termen die ook op de rechterflank klinken, hooguit met hier een onsje meer en daar een onsje minder. Zo zijn de zes partijen aan de linkerkant van het politieke spectrum nog net iets uitgesprokener dan hun tegenstrevers over het hete hangijzer dat de boeren de afgelopen jaren massaal de straat op dreef en de BoerenBurgerBeweging naar stembussucces stuwde bij de Provinciale Statenverkiezingen in maart.
Stikstof dus. Van D66 tot SP zijn de partijen het eens: de uitstoot door de landbouw moet omlaag, en fors ook. D66 en GroenLinks-PvdA houden vast aan de halvering die het scheidende kabinet al ten doel had gesteld. Ze morrelen bovendien niet aan de termijn die ‘stikstofbemiddelaar’ Johan Remkes daarvoor had gesteld: in 2030 moet het gerealiseerd zijn, en niet vijf jaar later zoals het CDA van de inmiddels tot Brusselse natuurprofeet bekeerde Wopke Hoekstra dit voorjaar nog opperde.
Boerenfavoriet BBB is bij de Kamerverkiezingen in november niet meer de enige partij die de landbouw hoog op de politieke agenda zet. Foto: Archief/Anton Kappers
De Partij voor de Dieren gooit er nog een schepje bovenop en wil al in 2030 naar een stikstofreductie van 70 procent ten opzichte van 2020. De SP houdt het erop dat de uitstoot terug moet naar een ‘veilig niveau’. Waar GroenLinks-PvdA daarvoor desnoods boeren tegen hun zin wil uitkopen, ‘respecteert’ de SP het als provincies zich tegen gedwongen onteigening keren, Maar dan moeten zij wel andere wegen naar hetzelfde doel vinden.
Terugdringen stikstofuitstoot is niet alleen opdracht voor landbouw
Ook de CU vindt dat de stikstofuitstoot ‘fors’ omlaag moet, maar beperkt die opdracht niet tot alleen de landbouw. Ook de industrie, luchtvaart en andere sectoren moeten ‘een evenredig steentje bijdragen’, maar dan niet ten koste van stikstofrechten die ze voor veel geld overnemen van de boeren. Die koehandel wil de CU aanbannen.
Opmerkelijk genoeg besteedt de Partij voor de Dieren, voor veel boeren de politieke variant op de duivel, de meeste aandacht aan de landbouw. Zeven pagina’s in het verkiezingsprogram tegenover twee alinea’s in dat van de SP. Ook D66 is er goed voor gaan zitten met vijf pagina’s in het programma, dat is geschreven door een commissie onder leiding van de Groningse oud-gedeputeerde Fleur Gräper.
GroenLinks-PvdA komt eveneens tot vijf bladzijden. Al is dat net als bij de andere vijf wel verknoopt met natuur, water, voedsel: thema’s die volgens links onlosmakelijk bij elkaar horen. Allemaal willen ze af van mega-vleesveehouderijen die veel meer mest produceren dan ze op eigen grond kwijt kunnen. In plaats daarvan wil links naar ‘grondgebonden’ boerenbedrijven die alle mest zelf kunnen benutten, bijvoorbeeld voor de teelt van voer voor hun vee in plaats van import-soja. Kringloopbedrijven moeten er komen, of regionale kringlopen waarin boeren onderling mest en voer uitruilen. Dat drukt bovendien het gebruik van stikstofrijke kunstmest.
Kalf moet bij de koe blijven, veemarkten naar het geschiedenisboekje
Vooral de Partij voor de Dieren, GroenLinks-PvdA en D66 komen naast algemene bespiegelingen over de landbouw met lange lijsten vol concrete voorstellen. Die richten zich bij de PvdD vanzelfsprekend vooral op het welzijn van dieren. De partij wil veemarkten verbieden evenals het weghalen van kalfjes en lammeren bij moederdieren, veetransporten van meer dan twee uur, plofkippen en ander onnatuurlijk snel groeiend vee en het afknippen van oren en staarten of vergassen van haantjes.
D66 wil onder meer af van de ‘bodemberoerende’ (garnalen)visserij op het Wad, ‘kiloknallers’ in de supermarkt en van grootschalige bo-industrie. Wat de partij juist wel wil, onder heel veel meer: steun voor biologische boeren en starters, een groentax voor de supers en de agro-industrie waarvan de opbrengst ten goede komt aan de boer en een landelijk experiment met lokale voedselraden waarin burgers meepraten over het inkoopbeleid van gemeenten en sportkantines.
GroenLinks-PvdA pleit onder meer voor een actieteam dat boeren die stoppen of kleinschaliger willen werken helpt bij het ontwikkelen van andere economische activiteiten. Om hen een een nieuw verdienmodel te bieden moeten ze ruimte krijgen voor ‘maatschappelijk wenselijke bestemmingen’ op boerenerven, zoals woningen voor starters of senioren of minicampings. Ook wil het linkse tandem een ‘nieuwe publieke basisvoorziening voor goed en betaalbaar eten’ oprichten die de oogst van lokale boeren verwerkt en verkoopt als ‘biologische, plantaardige en verse gerechten tegen snackbarprijzen’.
Rechts wil steun voor innovatie en voor jonge boeren
Bij de PVV zijn boeren aan het goede adres, zo lijkt het. Tenminste, degenen onder hen die alles graag zo veel mogelijk bij het oude willen laten en af willen van de stikstofregels. De stikstofregels moeten weg en de boeren moeten perspectief krijgen en een eerlijke prijs voor hun producten.
Dierenmishandelaars
Er schuilt wel een addertje onder het gras. Veehouders moeten wel goed voor hun dieren zijn, want de PVV werpt zich ook op als dierenbeschermerspartij. „Dierenmishandelaars verdienen een keiharde aanpak: hoge boetes, gevangenisstraf, houdverbod voor recidivisten”, staat in het programma. Het woord landbouw komt een keer voor in het programma, het woordje boeren 26 keer.
VVD en CDA zetten meer in op vernieuwing om de ondernemers in de agrarische sector perspectief te bieden. Boeren moeten, als het aan de liberalen ligt, aan de gang met bouwmaterialen van plantaardige grondstoffen (biobased) en met plantaardige eiwitten. Boeren moeten op eerlijke prijzen kunnen rekenen. Hoe weinig liberaal ook: de Autoriteit Consument en Markt (ACM) moet er van de VVD op gaan toezien dat boeren prijsafspraken kunnen maken. Het CDA wil dat de landbouw, kennisinstituten en de overheid gezamenlijk met innovatie aan de slag gaan.
Verbittering
Waar de VVD vooral vooruitkijkt, blikt het CDA ook terug, en wel met enige verbittering: „Veel boeren, tuinders en vissers zijn de laatste decennia door de hoge regeldruk en snel veranderende eisen helaas murw gebeukt. Het ene moment kregen ze applaus voor hun groene stal, het volgende moment bleken ze volgens een slordig stikstofkaartje een illegale piekbelaster en moesten ze stoppen.’’
Het CDA wijst ook op de vergrijzing onder boeren. Meer dan helft van de agrariërs is de 55 gepasseerd. Jonge boeren hebben goede ondersteuning nodig als ze een bedrijf willen overnemen, aldus de christendemocraten. Ze willen daarom de Bedrijfsopvolgingsregeling behouden, die voorziet in bepaalde fiscale tegemoetkomingen.
En hoe zit het nu met Nieuw Sociaal Contract, de nieuwe partij van Pieter Omtzigt? De inkt van het verkiezingsprogramma is net droog. Voor veehouders is van belang dat NSC wil dat die meer grondgebonden wordt. Dit betekent dat het aantal dieren in een goede verhouding moet staan tot de grond die de boer bezit. Ook pleit NSC ervoor innoverende boeren meer ruimte te geven. De overheid moet er met het prijsbeleid voor zorgen dat jonge boeren een goed perspectief hebben op langere termijn hun brood te kunnen verdienen.