COA-medewerker Jojanneke Meijer (recht) is met behulp van een tolkende begeleider van CareForward in gesprek met jongeren. Foto: Huisman Media
De asielcrisis treft ontheemde minderjarigen in Ter Apel het hardst. Jonge kinderen in de crisisnoodopvang, maar ook de pubers die in hun eentje zijn gekomen. In de opvang voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen is onvoldoende begeleiding. ,,In de auto naar huis moet je tegen jezelf zeggen: ik heb gedaan wat ik kon.”
Arm in arm dansen ze. De Syrische jongens heffen de knieën hoog en stampen geestdriftig op de maat van de Arabische muziek.
Het is een warme zomeravond in de opvang voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen in Ter Apel. Voor het kantoor van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) staat een grote zwarte speaker. De jongens spelen de muziek af vanaf hun telefoons.
Stampen. Klappen. Joelen.
,,Het lijkt wel een klompendans”, zegt COA-medewerker Jojanneke Meijer lachend. Dan grijpt ze in. Even genoeg Arabische klanken wat haar betreft, tijd voor een Westerse beat. ,,Straks staan jullie ook in de Hollandse disco.”
Met de Popmix2022 weet eigenlijk slechts één jongen echt raad. Amir (17) steelt de show. Stoere jongen. Westers dansen heeft ie geleerd van YouTube. De groep juicht hem toe, hij grijnst breed.
,,Ik lijk wel groot, maar in mijn hart ben ik klein”, zegt Amir later op de avond. ,,Ik mis mijn familie.”
Meestal komen ze alleen naar Europa. Reizen zonder ouders, zonder familie en zijn afhankelijk van de vrienden die ze maken onderweg. Voor het overgrote deel zijn het jongens, de alleenstaande minderjarige vreemdelingen die hier kortweg amv-ers heten. Ze komen bijvoorbeeld uit Syrië, Somalië, Eritrea (de huidige top 3) en soms ook uit de ‘veilige landen’ in Noord-Afrika. Ze hebben geleerd om zich groot te houden.
Als de stoere Amir zich ineens kwetsbaar toont, barst de groep van een stuk of tien jongens om hem heen in lachen uit. Amir slikt even en vervolgt: ,,Iedereen hier mist zijn familie. Ik ben de enige die het zegt.”
‘Mentaal verwaarloosd’
Over de minderjarigen in de asielopvang leven grote zorgen. In april signaleerde Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer dat asielkinderen in het al maanden overvolle Ter Apel ‘mentaal verwaarloosd’ worden. Voor de alleenstaande minderjarigen zou ‘niets geregeld’ zijn.
Twee weken geleden stuurden de inspectie van Justitie en Veiligheid en de inspectie van Gezondheidszorg een brandbrief aan de staatssecretaris. Kinderen worden de dupe van de crisis in de opvang, schreven ze. Te lang krijgen ze geen of te weinig begeleiding, onderwijs en medische zorg.
Onder de ongeveer 10.000 kinderen die in Nederland in de asielopvang verblijven, zijn zo’n 1500 alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Als zij jonger dan 15 zijn gaan ze via de stichting Nidos naar een pleeggezin. Zijn ze ouder komen ze in een speciale amv-locatie van het COA.
Kalverboer bezocht de amv in Ter Apel in april. Ze sprak onder meer met een Afghaanse jongen die vertelde hoe erg hij het vond om wakker te worden zonder tijd. Hij had geen telefoon, geen horloge, er was geen klok.
,,Dat was wel een eyeopener”, zegt Jojanneke Meijer (‘Joja’ voor de amv-ers). Ze lacht: ,,Daarna hebben we enorm veel horloges gedoneerd gekregen.”
Het was de positieve kant van de alarmkreet van de kinderombudsvrouw: er kwam hulp van alle kanten. Het stond politiek op de kaart. Maar de toon van de boodschap deed hier ook pijn.
Inderdaad, de tijd voor goede begeleiding ontbreekt, maar COA-medewerkers lopen zich wel de benen uit het lijf om jongeren toch nog zo goed mogelijk op te vangen. Dan komen woorden als ‘verwaarlozing’ hard aan.
Meijer herinnert zich die Afghaanse jongen nog goed. Hij brak al toen hij binnenkwam, vertelde over wat de Taliban zijn familie had aangedaan. ,,Een heel open jongen. Hij was ons zo dankbaar. Heeft nog een tekening voor me gemaakt toen hij wegging.”
Jongeren volleyballen op de amv-locatie in Ter Apel. Foto: Huisman Media
‘Wanneer gaan we naar een andere stad?’
De twee meiden zitten op een leren bank in de ontvangstruimte van het COA-kantoor. Allebei dragen ze een hoodie, gescheurde spijkerbroek en Allstar-gympen. Kroeshaar wild omhoog, hun ogen vermoeid.
Ze zijn net aangekomen en proberen te begrijpen wat een jonge blonde COA-medewerkster probeert te vertellen. ,,Dit is de sleutel van de kamer, dit is de sleutel van de kast. Altijd op slot doen. Anders worden je spullen gestolen.”
Een jongen die wel Engels spreekt, ook net binnen, helpt ze met de vertaling. ,,Morgen om 7 uur hier melden. Afspraak bij IND.”
Ze krijgen allemaal een blauwe zak met dekens en lakens, een witte zak met toiletartikelen. Als alles zo’n beetje duidelijk is vraagt de jongen: ,,En wanneer gaan we naar een andere stad?”
De COA-medewerkster lacht veelbetekenend. ,,Dat weet niemand.”
Normaal gesproken blijven deze jongeren vier dagen in Ter Apel, waarin ze het proces van identificatie en registratie bij de vreemdelingenpolitie (AVIM) doorlopen, een leeftijdsschouw en aanmeldgehoor krijgen bij de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst), en een medische intake en TBC-controle ondergaan.
Maar door de achterstanden bij IND en AVIM en het gebrek aan bedden bij het COA duurt hun verblijf veel langer: geen vier dagen maar eerder vier weken. Daarnaast verblijven er veel meer jongeren dan de maximale 55. Deze week zijn het er 150, de afgelopen maanden waren het er ook weleens 260.
Dat heeft gevolgen, want in de amv-opvang in Ter Apel zijn weinig voorzieningen. School en intensieve individuele begeleiding krijgen de jongeren normaal gesproken pas aangeboden na hun ‘transfer’ naar een reguliere amv-locatie.
Door de drukte van de laatste maanden en de alarmbellen die zijn afgegaan is er wel extra inzet op de amv in Ter Apel: zo is er bijvoorbeeld begeleiding van interculturele zorgaanbieder CareForward en elke dag Nederlandse les. ‘s Avonds wordt er gevolleybald, gevoetbald, muziek gedraaid.
Jongeren in de locatie voor minderjarige asielzoekers in Ter Apel. Foto: Huisman Media
Boefjes
,,Zijn deze boefjes van jullie?’‘
Na het afzetten van een groep amv-ers bij de IND (‘je moet pubers echt brengen naar hun afspraak anders gaan ze niet’) worden Meijer en haar collega’s aangesproken door een beveiliger. Drie jongens zijn vervelend rond de receptie van het COA bij de ingang van het azc.
Inderdaad, de drie ‘zijn’ van de amv. Luidruchtige jongens, opgewonden pratend, duidelijk onder invloed.
,,We nemen ze wel mee.”
Dit zijn het soort jongens dat alleenstaande minderjarige asielzoekers een slechte naam geven. Straatjongens uit Noord-Afrika die wel weten dat ze geen asiel krijgen, maar in Europa van opvang naar opvang reizen. Met vechtpartijen, diefstallen, drugsgebruik bezorgen ze medewerkers, andere asielzoekers en het dorp Ter Apel veel overlast.
,,We hadden vorige week een groep van vijftien”, vertelt een collega aan Meijer die een week vrij is geweest. ,,Die zijn dit weekend verdwenen, goed voor de rust. Ze staan op telex bij de politie.”
Voor corona was dit een tijd de grootste groep bij de amv, nu is het een minderheid. Een lastige groep om mee te werken: moeilijk aanspreekbaar, vertrouwen niemand, verschijnen niet op afspraken, verdwijnen zomaar. ,,Sommigen deinzen echt nergens voor terug”, zegt Meijer. ,,Dan kun je je wel kwetsbaar voelen.”
Toch, zegt ze, hebben ook deze jongens een verhaal. ,,Ik hielp er laatst eentje met het inpakken. ‘Mama Coa’, noemde hij me. Ik vroeg hem hoe lang hij zijn moeder al niet had gezien. Sinds zijn tiende, zei hij. Toen was hij weggestuurd om geld te verdienen. Niemand kiest er voor om zo jong op straat te gaan leven.”
Eerste gezicht van Nederland
Een halfje wit, een appel, wat beleg, pakjes drinken en een magnetronmaaltijd: rijst met een kippenpoot.
Het dagelijkse eten wordt om half zes uitgedeeld in bruine kartonnen zakken. De amv-ers bewijzen met oranje papiertjes dat ze er recht op hebben.
,,Ze zijn er dol op”, zegt Meijer met een ironische lach.
De etensuitgifte is een moment om snel te zien hoe iedereen erbij loopt. Bij gebrek aan tijd zijn het de korte contactmomentjes die het moeten doen. Even een boks, even vragen ‘are you ok?’, even een geintje maken.
Voordat ze bij het COA aan de slag ging was Meijer ‘gewoon’ jongerenwerker. De Nederlandse pubers vonden het nogal eens vervelend als ze zich met ze bemoeide. Die gingen liever hun eigen gang.
,,Dit is veel leuker. Hier zijn ze blij om me te zien. Je bent voor hen het eerste gezicht van Nederland.” Liefde voor het werk, dat is wat de meeste COA-medewerkers op de been houdt in deze hectische tijd. En je moet blijven lachen om de soms bizarre situaties.
,,Moet je deze zien”, wijst een collega van Meijer op haar computerscherm een foto aan van een man aan. Stoppelbaard, rimpels, verweerd gezicht, een jaar of 35.
,,Zegt dat ie 16 is. Uhu.”
Omdat alleenstaande minderjarigen altijd recht hebben op opvang, willen volwassenen zich nog weleens jonger voordoen dan ze zijn. Daarom houden de IND en de AVIM – onafhankelijk van elkaar – een leeftijdsschouw.
,,Ik had er laatst een die al kalend was!”
Werken in Ter Apel is nooit saai. Het dendert maar door. Altijd zijn er afspraken, altijd zijn er vragen, altijd is er weer iets nieuw aan de hand. Hollen of stilstaan. Meijer zou niet anders willen, zelf als het zo druk is als nu.
,,In de auto naar huis moet je soms wel even tegen jezelf zeggen: ik heb echt alles gedaan wat ik kon.”
Jojanneke Meijer in gesprek met jongeren Foto: Huisman Media
Dokter worden
De Eritreeërs dansen niet mee met de Syriërs. Zij hebben hun eigen muziek. Soms is er strijd over wie de speaker mag bedienen, want muziek is in elke jongerencultuur belangrijk.
Vanavond niet. De Eritreeërs zitten verderop gemoedelijk op een picknicktafel. Vijf jongens, met tussen hen ingeklemd een meisje: Fiyori. Kort haar, joggingbroek met camouflagepatroon, verlegen lach.
Zestien jaar oud, in haar eentje naar Nederland gekomen, vijf dagen hier. ,,Vraag maar niet naar haar reis”, zegt Meijer voorzichtig. ,,Ik denk dat ze nare dingen heeft meegemaakt.”
In moeizaam Arabisch vertelt Fiyori aan de tolkende begeleider van CareForward dat het goed is hier in Ter Apel. Wat alleen wel zou helpen, zegt ze, is als iemand van de begeleiding haar taal zou spreken.
Fiyori spreekt de wens uit die veel jongeren hier hebben: ze wil in Nederland studeren. In Eritrea kon ze niet verder leren dan de vijfde klas van de lagere school.
,,Ik wil dokter worden.”
Privacy
De namen van Amir en Fiyori zijn vanwege de privacy van de jongeren gefingeerd.