Twee bevers in het Zuidlaardermeer aan de rand van de provincie Groningen en Drenthe. Foto: Kor Bakker
Bijna alle geschikte leefgebieden voor bevers in Groningen en Drenthe zijn bezet. Cindy de Jonge, beverconsulent bij de provincies Groningen en Drenthe, verwacht dat dit najaar wordt overgegaan op het doden van bevers.
De beveraantallen in Groningen en Drenthe zijn hard gegroeid sinds de herintroductie van het dier in Drenthe in 2009. De bever zit in vrijwel alle geschikte gebieden uit het ‘beverbeheerplan’ dat de provincies Drenthe en Groningen in 2021 opstelden. Inmiddels komen de dieren steeds vaker voor op plekken waar ze de waterveiligheid in gevaar brengen, omdat bevers gaten graven in dijken.
In het beverbeheerplan staan zogenaamde ‘rode zones’: gebieden waar het risico op overstromingen het grootst is. Dit is met name een brede strook door provincie Groningen tussen Grootegast en Delfzijl. Wanneer een bever zich daar bevindt, werd deze afgelopen jaren gevangen en verplaatst naar een geschikt leefgebied.
Maar dit is binnenkort niet meer mogelijk vertelt Cindy de Jonge, beverconsulent van de Provincie Groningen en Drenthe. „Er zijn nog twee plekjes vrij in het Ruiten Aa gebied in Oost-Groningen. Daarna stoppen we met het herplaatsen en gaan we over op het doden.”
Omdat bevers territoriale dieren zijn, kun je gevangen bevers niet uitzetten in reeds bezette gebieden, stelt de beverconsulent.
Afschot uitgesteld
„We hebben de afgelopen drie jaar elf bevers herplaatst. Daardoor hoefden we nog geen dieren te schieten”, stelt De Jonge. In de tussentijd kon de noordelijke beverpopulatie zich langzaam aansluiten bij bevers in Duitsland en naar verwachting ook binnenkort bij de rest van Nederland.
Cindy de Jonge, beverconsulent. Foto: eigen beeld
Dat vinden rechters belangrijk op het moment dat bevers straks geschoten moeten worden. Ter vergelijking wijst De Jonge op de wolf. „De wolf en de bever zijn even beschermd. Als we bevers willen schieten, moeten we zeker weten dat er sprake is van een gunstige staat van instandhouding en een genetisch gezonde populatie.”
Niet altijd afschot
Afschieten is volgens De Jonge altijd de laatste optie. Liever zorgen beheerders voor gaas in dijken in ‘risicovolle’ gebieden zodat zwervende bevers daar geen schade in aanbrengen. „Afschot is nooit een duurzame oplossing, want de bevers blijven komen. We proberen steeds een hele zorgvuldige afweging te maken wanneer afschot nodig is.”
Dat betekent dus ook dat niet álle bevers die er nu bij zullen komen, automatisch gedood worden. „Er zijn nog maar 420 bevers in Noord-Nederland. Dat is helemaal niet zo veel. Er zullen nog duizenden bijkomen.”
Dat hoeft volgens De Jonge op veel plekken geen probleem te zijn. De ‘officiële’ herplaatsgebieden mogen dan wel op zijn, maar de bevers kunnen volgens De Jonge ook op eigen kracht gerust in de Veenkoloniën of in een woonwijk gaan wonen. „Dat zal ook niet altijd probleemloos gaan, maar het kan prima.”
Een mooie stok achter de deur
Ondanks de overlast en kosten, is de bever meer dan welkom, vindt De Jonge. Het inheemse dier zorgt met zijn gedrag dat andere planten en dieren in evenwicht blijven.
Bovendien dwingt de bever ons om gebieden toekomstgeschikter te maken. Zo worden grote gebieden in de Hunze – waar de bever nu nog als ‘lastig’ ervaren wordt – aangepakt om meer ruimte te geven aan water. „Hoe meer ruimte we geven aan natuurlijke processen, hoe minder problemen we hebben met bevers.”
‘Hete aardappel doorgeschoven’
Volgens De Jonge is sinds de herintroductie niet een duidelijk plan gemaakt door de politiek om de groei van het aantal bevers te begeleiden en gebieden voor te bereiden op hun komst. „Er kwamen wel adviserende rapporten, maar de hete aardappel werd door politici alsmaar doorgeschoven.”
Volgens de Jonge is er nu wel een landelijke aanpak in de maak, waarmee beter naar voren wordt gekeken. Wanneer het schieten begint, kan de Jonge niet zeggen. „We vermoeden dit najaar, dan gaan jonge bevers op zoek naar nieuwe territoria. Maar eigenlijk dachten we vorig jaar al dat het nu zover zou zijn. Maar de twee bevers dit voorjaar in de ‘rode zone’ zwommen zijn uit zichzelf weer naar geschikt gebied teruggegaan.”