Boxer Sjors met zijn baasje Anneke Sterrenberg Foto: Jan Willem van Vliet
Bazen geven veel geld uit aan hun huisdier. Aan speeltjes, snoepjes én de dierenarts. Zo veel dat het voor buitenlandse investeringsmaatschappijen aantrekkelijk is in Nederland dierenartspraktijken op te kopen. Onze huisdieren zijn een verdienmodel.
Jack is een rode kater van 7 jaar. Zijn baas Maaike Jansen uit Groningen vond hem gewond in de bosjes, na een telefoontje van de buren. Achterpoot gebroken. Vroeger had Jack verder gemoeten op drie poten maar tegenwoordig kan hij dankzij een operatie in het dierenziekenhuis met pennen in zijn achterpoot op vier blijven lopen.
Dat kost wel wat.
„Ik kreeg drie opties”, zegt Jansen. „Amputeren voor 900 euro, opereren voor een bedrag tussen 1200 en 1500 euro of nietsdoen, met het risico dat hij altijd pijn zou houden.”
Jansen geeft het eerlijk toe, ze heeft wel even gevloekt: „Ik dacht echt: wat veel geld.” En ze overwoog serieus om voor amputatie te gaan. „Maar hij heeft meer aan vier poten, het is een echte buitenkat.”
De uiteindelijke rekening bedroeg 1800 euro. De operatie in het dierenziekenhuis kostte 1400 euro, de eerste opvang door de weekenddierenarts 400. Gelukkig kon ze de rekening delen met haar ex. „Maar toch, het blijft het bedrag van een leuke vakantie.”
Warmtematje
Veel behandelingen en technieken voor mensen zijn nu ook voor dieren beschikbaar, van chemotherapie en laporoscopie (kijkoperatie) tot CT-scan. „Ik denk weleens, die hond van toen – die had ik nu kunnen redden”, zegt Henk Vrieselaar, gepensioneerd dierenarts in Lemmer.
Een veelvoorkomende ingreep als een sterilisatie ziet er tegenwoordig heel anders uit. Vrieselaar: „Wij konden bij wijze van spreken drie katten in een uur steriliseren. Maar de operatie duurt tegenwoordig een uur. De assistente helpt en doet de gasnarcose, waarbij een slang in de luchtpijp wordt gebracht. Zij houdt de kat in de gaten via de monitor. De kat krijgt pijnstilling, extra zuurstof, een infuusje, wordt wakker gespoten. En ligt op een warmtematje. Er zijn veel minder risico’s. Voor de kat is het absoluut comfortabeler, zeker door de pijnstilling.”
In de spreekkamer en daarbuiten is veel veranderd. We hebben bijvoorbeeld meer dieren. Vooral tijdens de coronapandemie steeg het aantal snel. In 2020 en 2021 namen 80.000 huishoudens een hond, blijkt uit onderzoek van I&O Research. In 2021 liepen in Nederland 1,9 miljoen honden en 3,1 miljoen katten rond.
En die vertroetelen we.
Piepspeeltje, fluffy mandjes, ergonomische tuigjes voor de hond of dieetvoer voor katten die last hebben van tanden, nieren of een allergie. De markt voor dierbenodigdheden is enorm. Uit onderzoek blijkt dat de meeste eigenaren hun huisdier zien als lid van het gezin. Ze hebben veel over voor ‘hun kind’.
Tiara voor de hond
De vermenselijking van dieren kan heel ver gaan. Sommige baasjes behandelen hun dieren alsof het mini-mensen zijn. Ze kleden ze aan met truitjes en schoentjes, er zijn zelfs tiara’s te koop voor hondjes. Kledingbedrijf H&M prijst hondensweaters aan op de website: ‘Als je hond je met zielige ogen aankijkt, dan voelt hij zich mogelijk niet erg fashionable. Maak van je hond de meest trendy viervoeter.’
„Een hond met kleertjes kan worden belemmerd in zijn natuurlijke gedrag”, vindt beleidsmedewerker Joost van Herten van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD). Soortgenoten kunnen afwijkend reageren als ze zo’n ‘trendy viervoeter’ tegenkomen op het uitlaatveldje. Doen alsof dieren mensen zijn, kan ook leiden tot het bestraffen van doodnormaal dierlijk gedrag. Zoals honden die aan elkaars kont ruiken bij een ontmoeting. Als je hem dat verbiedt, kan de hond geen hond meer zijn.
De vermenselijking kan zelfs schadelijk zijn. Zoals bij katten en hondjes die worden gefokt op uiterlijke kenmerken die mensen schattig vinden. Een klein kopje, een korte snuit. Ze kunnen er chronische hoofdpijn van krijgen. Doorgefokte mopshondjes en Franse Buldogs hebben het vaak benauwd.
De Raad voor Dieraangelegenheden schreef vorig jaar een essay met de titel Liefde maakt blind over de vermenselijking van huisdieren. Daarin staat onder meer dat tussen 40 en 60 procent van de huisdieren te dik is, ‘verwennen gaat het makkelijkst via de maag. De hond krijgt ook een stukje appeltaart als het feest is.’ Ook vermeldt het rapport dat honden in Amerika al ‘massaal aan de antidepressiva gaan’. Een zorgelijke ontwikkeling, concludeert de raad.
De dierenarts speelt in op deze vermenselijking. Als kat Jip een vaccinatie nodig heeft, krijgt zij een herinneringskaartje met een poes en haar naam voorop.
Kralenketting
Aan onze huisdieren is geld te verdienen. Dat valt ook investeerders op. Sinds 2015 kopen buitenlandse investeringsmaatschappijen in Nederland dierenartsenpraktijken en -ziekenhuizen op. Vooral die waar gezelschapsdieren worden behandeld. Zo vormen ze grote Europese ketens.
Waarom?
„Heel simpel. Het is een verdienmodel. Ik maak altijd de vergelijking met een kralenketting. Ze rijgen de mooiste kralen aan een ketting, om die daarna weer door te verkopen. Het zijn heel grote jongens, wij zien dat er enorme bedragen worden geboden voor praktijken”, zegt sectorspecialist Nancy Jonkman-Koenis van ABN Amro. Zij volgt de ontwikkelingen in de branche zodat de bank dierenartsen goed kan adviseren bij financieringsaanvragen. Het is een trend die je ook ziet in de gezondheidszorg voor mensen, bij apotheken, huisartsen en tandartsen bijvoorbeeld.
De grootste veterinaire ketens in Nederland zijn Anicura en IVC Evidensia, beide van origine Zweeds. Ook het Britse, beursgenoteerde CVS is actief op de Nederlandse markt, net als de Dierenartsen Groep Nederland. Deze laatste zit niet in de drie noordelijke provincies.
Overnames
Naar schatting een op de drie van de klinieken in Nederland is aangesloten bij een keten. Die hebben samen ongeveer de helft van de omzet in de diergeneeskundige zorg, weet praktijdadviseur Peter van Brakel van Raadgevers in De Bilt. Hij helpt dierenartsen onder meer bij overnames. De ketens verdienen meer omdat ze zich richten op de grotere praktijken en dierenziekenhuizen, waar de duurdere, complexe behandelingen plaatsvinden. In de drie Noordelijke provincies is het aandeel van de ketens lager, ongeveer een vijfde.
Diergeneeskundig Centrum Hopmans in Roden is een van de eerste klinieken die door Anicura werd overgenomen. Aan het hoofd twee bevlogen dierenartsen, Jessica Sommer en Ellen ’t Hooft. De eerste gespecialiseerd in cardiologie, de tweede in orthopedie. Zij werken drie dagen en staan op de loonlijst als directeur, terwijl de oud-eigenaren nog als dierenarts in loondienst zijn.
Silas (6) en zijn baasje Tine Kooistra in Diergeneeskundig Centrum Hopmans in Roden. Foto: Corne Sparidaens
Sommer: „We hebben met vier collega’s, vier meiden, serieus overwogen om de zaak over te nemen. We twijfelden vanwege onze privé-situatie; een gezin met jonge kinderen, alle vier een man die ook dierenarts is. Ook het idee dat je je financieel vastlegt in een maatschap, speelde mee. We voelden ons niet echt ondernemer en we vonden het een grote verantwoordelijkheid, een praktijk met zo’n goede naam en veertig mensen in dienst.”
CT-scan
Overname bleef in hun achterhoofd spelen, totdat de oud-eigenaren ingingen op een goed bod van Anicura. ‘Te laat’, dachten ze eerst. Maar ’t Hooft en Sommer hebben geen spijt. Ze hebben nu wel zeggenschap, minder verantwoordelijkheid en genoeg tijd voor wat ze het liefste doen: in de spreekkamer staan. Anicura investeert flink in de kliniek en bouwt op een andere plek in Roden een nieuwe praktijk met CT-scan.
Het was niet moeilijk voor de ketens om voet aan de grond te krijgen. Rond 2015 stonden babyboomers aan de vooravond van hun pensioen. Ook Vrieselaar in Lemmer dacht na over de toekomst. Ik verkoop het aan een collega dacht hij, zo ging het immers altijd: „We hebben steeds mensen aangenomen van wie we hoopten dat ze op termijn in de maatschap zouden willen, maar dat is niet gelukt.” Omdat hij geen opvolger kon vinden, verkocht hij zijn bedrijf in 2017 aan CVS.
James Herriot
De dierenarts is al lang geen man meer met grote laarzen, die à la James Herriot (de dierenarts uit een oude Engelse boeken- en tv-serie) het platteland doorkruist om een koe te verlossen van een groot kalf. De meeste patiënten van de dierenartsen zijn gezelschapsdieren: honden, katten, konijnen en parkieten, die op afspraak komen in een praktijk met laboratorium en operatiekamer.
En de dierenarts?
Die is meestal een vrouw in een witte doktersjas. Zij heeft doorgaans niet te maken met boeren zoals James Herriot, maar met bazen die hun dier behandelen als hun kind en veeleisend kunnen zijn. Klanten die al hebben gegoogeld en snel geholpen willen worden.
Dat merkt ook dierenarts Thamar de Lange van A7 Noord dierenartsen, die sinds 2005 in het vak zit. „In vergelijking met vijftien jaar geleden zijn er meer klachten. Die gaan dan over ‘niet aardig tegen mijn hond’ of niet snel genoeg geholpen. Mensen bellen soms midden in de nacht voor dingen die prima kunnen wachten. Een hond die misselijk is bijvoorbeeld. Kijk, echte spoedgevallen, dat maakt me niet uit. Daar kom ik graag mijn bed voor uit. Misschien denken mensen dat wij de hele nacht wakker zijn als we dienst hebben, maar ik moet de volgende dag gewoon weer mijn spreekuren draaien.”
‘Het begint ons een beetje over de schoenen te lopen’
De werkdruk en veeleisende klanten maken de baan intensiever dan twintig jaar geleden. Twee belangrijke redenen voor jonge dierenartsen om het werk op te geven. Volgens beleidsmedewerker Joost van Herten van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) blijkt uit recent onderzoek dat bijna 17 procent uitstroomt in de eerste vijf jaar van hun carrière.
De Sterkliniek in Emmen zag vorig jaar twee jonge dierenartsen vertrekken. En op de vacature die al vanaf oktober openstaat, solliciteerde tot de zomer nog niemand. „Het begint ons een beetje over de schoenen te lopen”, zegt dierenarts Fransje Alen-Davids. De medewerkers zetten een noodkreet op de website waarin ze hun klanten vragen om begrip. En de kliniek heeft een patiëntenstop. Zoals veel meer praktijken.
Diergeneeskunde past opleiding aan
De universitaire opleiding diergeneeskunde in Utrecht past vanaf dit studiejaar het studieprogramma aan. De aansluiting tussen opleiding en praktijk is onvoldoende, gezien het relatief grote aantal jonge dierenartsen dat afhaakt. Er komt meer ruimte voor vaardigheden als communiceren, omgaan met werkdruk en morele dilemma’s.
„Dus niet alleen maar kennis vergaren, maar ook aandacht voor sociale vaardigheden die kunnen helpen je goed staande te houden in de praktijk”, zegt vice-decaan onderwijs Harold Bok van de faculteit diergeneeskunde.
Ook doen studenten meer praktijkervaring op in een ‘gewone’ dierenartsenpraktijk. Om te helpen het tekort op te lossen gaat de capaciteit van de masteropleiding van 190 naar 240 plaatsen. Een aantal zij-instromers met een passende bachelor kan worden toegelaten.
Meer beesten
Beroepsvereniging KNMvD constateerde dit jaar op basis van de resultaten van een ledenenquête dat de deelnemers een tekort ervaren van gemiddeld een halve voltijdskracht. Ook assistenten (paraveterinairen) zijn er te weinig. Een dierenarts op zoek naar werk kan kiezen uit drie banen.
Dat tekort is deels simpel te verklaren uit het feit dat we meer beesten bezitten. Maar heeft ook te maken met de feminisering van het beroep. En vrouwen werken vaker dan mannen in deeltijd. De nieuwe generatie dierartsen is minder geneigd 24/7 klaar te staan en zoekt een betere balans tussen werk en privé. En dat is moeilijker als je de baas bent van een praktijk als die van Vrieselaar.
Spoedzorg
Het personeelsgebrek levert allerlei praktische problemen op. Zoals het invullen van de avond- en weekenddiensten. Een kat die ’s nachts wordt aangereden door een auto, moet acuut geholpen kunnen worden. Daarom werken dierenartsenpraktijken voor de spoedzorg samen. Door hun overnames doorbraken de buitenlandse investeerders in bepaalde regio’s de banden tussen praktijken die de diensten verdeelden.
Maar ze komen ook met een oplossing: concentratie van de spoedzorg in hun dierenziekenhuizen, waar meteen ook alle apparatuur aanwezig is om een ziek of gewond dier te helpen. Evidensia wil begin 2024 de deuren openen van zo’n kliniek bij Groningen, waar praktijken uit de drie noordelijke provincies zich bij aan kunnen sluiten. Volgens een woordvoerder zien veel dierenartsen in Noord-Nederland dat wel zitten.
‘Soms heb je tien dieren op een nacht’
In andere regio’s staan al zulke ziekenhuizen met 24/7 bezetting. En die liggen de laatste maanden onder vuur vanwege hun hoge tarieven. Directeur Wencke van der Meijden van Anicura Nederland is al een beetje gewend geraakt aan de kritiek op de prijzen.
Dierarts Ellen 't Hooft staat het liefste in de spreekkamer, hier met deerhound Nigel (5). Foto: Corne Sparidaens
„Spoedzorg kost heel veel geld. Soms komt er niemand, soms heb je tien dieren op een nacht. Het is een zware klus die eigenlijk heel vaak niet uit kan. De overheid vindt dat de spoedzorg voor mensen goed geregeld moet zijn, daar zet ze zich financieel voor in. Maar voor dieren is die zorg ook van belang, dat vraagt de maatschappij ook.”
Woekertarieven
Kamerlid Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren maakt zich druk over de dure weekendzorg. Hij vindt dat de spoedklinieken een monopoliepositie hebben in het weekend en de avonduren. „Ik snap dat er een prijskaartje aan hangt. Ik kan ook niet zeggen dat ze misbruik maken van hun positie, maar wel dat ze er dankbaar gebruik van maken.”
„Kijk, als er geen sprake is van spoed, kun je als eigenaar nog gaan shoppen, kijken of je bij een andere dierenarts goedkoper uit bent. Maar als je op zaterdagavond meteen hulp nodig hebt dan heb je een probleem. Er worden woekertarieven gehanteerd op het moment dat mensen geen keuze hebben.”
Onderzoek ministerie LNV
De grote veranderingen in de wereld van de dierenarts zijn voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aanleiding voor twee onderzoeken. Het eerste analyseert de maatschappelijke rol en positie van dierenartsen en het tweede moet het tekort aan personeel in kaart brengen. Dit laatste onderzoek is klaar, maar nog niet openbaar. De resultaten worden na de zomer naar de Tweede Kamer gestuurd.
De baas
De komst van de buitenlandse investeerders brengt risico’s mee. ‘Het risico op sturing op economische motieven boven medisch inhoudelijke motieven’, schrijft Van Brakel op de website van Raadgevers. Met andere woorden, blijft de dierenarts na een overname de baas in de spreekkamer?
Het is een van de aandachtpunten bij beroepsvereniging de KNMvD als het gaat over de verketening. „De dierenarts moet de volledige verantwoordelijkheid houden over de veterinaire zorg. Als dat niet het geval is, verliest de maatschappij zijn vertrouwen. Aanwijzingen dat de onafhankelijkheid van de dierenarts wordt aangetast hebben we op dit moment niet. In landen waar de ketens al eerder actief waren, is dat vooralsnog niet gebleken”, zegt Joost van Herten.
Persoonlijke band
Wat merk je dan als huisdiereigenaar als je dierenarts zich aansluit bij zo’n internationale keten? Bij de locaties van Evidensia wordt er geen ruchtbaarheid aangegeven. Veel klanten hebben een vertrouwensrelatie met hun dierenarts. En die persoonlijke band houdt de keten graag intact. De naam van de kliniek blijft hetzelfde en de ‘oude’ eigenaar blijft nog een paar jaar actief als dierenarts. „Evidensia stimuleert praktijken om eigen te blijven”, zegt praktijkmanager Jos de Boer, die twaalf klinieken in Groningen en Drenthe onder zijn hoede heeft. „Voor klanten verandert niet zo veel.”
Achter de schermen wel. De administratie wordt gladgestreken en opgenomen in nieuwe systemen. Het personeel is niet altijd meer gebonden aan één praktijk. In de lades van de apotheek kunnen andere medicijnen komen. Door hun grote schaal kunnen de ketens voordelig inkopen, de middelen van fabrikanten waarmee afspraken zijn gemaakt, hebben dan de voorkeur. „Maar als een dier een ander medicijn nodig heeft, wordt dat niet geweigerd”, zegt De Boer.
Ander voer in de schappen
Wat klanten kan opvallen na een overname is dat er ander voer in de schappen komt. Evidensia vervangt de vertrouwde zakken door Purina diervoeder. En dat is geen toeval. Nestle Purina Petcare heeft een minderheidsbelang in de keten. Anicura-klinieken verkopen meestal Royal Canin. Deze keten is in 2018 verkocht aan Mars – ja, die van de chocoladereep, die ook een veterinaire tak heeft: Mars Petcare, met onder meer Whiskas, Pedigree, Sheba en Royal Canin dus. „Zo creëren ze hun eigen afzetmarkt”, zegt Nancy Jonkman-Koenis van ABN Amro.
Praktijkmanager De Boer leidt enthousiast rond in de ruime en lichte Evidensia-kliniek in een boerderij aan de Noorddijkerweg in Groningen. Hij wijst op het röntgenapparaat in de hoek waarmee foto’s kunnen worden gemaakt van katten- en hondengebitten en legt uit hoe de omvang van zijn werkgever helpt om de zorg te verbeteren. „We helpen elkaar, bellen als we twijfelen over een diagnose. We wisselen kennis uit en maken groepjes rondom specialisaties.” In het magazijn staat een voorraad Purinavoer.
Vrijheid
De Boer was jarenlang dierenarts voor landbouwhuisdieren en maat bij Van Stad tot Wad in Noord-Groningen. „Maar ik wilde me niet tot mijn 65ste vastleggen in de maatschap. Ik was 39 jaar toen we de praktijk in 2018 verkochten aan Evidensia. Mijn afweging was: een deel van het risico afkopen tegenover een deel van je vrijheid inleveren.”
Dierenarts De Lange van A7 Noord dierenartsen in Drachten kiest bewust voor zelfstandigheid. Zij vormt met vijf anderen een maatschap. „Vijf van de zes zijn begin 40’ers, we zijn voor ons gevoel nog maar net begonnen met ondernemen. We willen graag de vrijheid om zelf te bedenken hoe we ons ontwikkelen en waar we in investeren.”
Ook A7 Noord dierenartsen is meer dan eens benaderd door de ketens of ze niet willen verkopen. Want hoewel de groei nu wat afvlakt is er nog steeds de ambitie bij de ketens om meer praktijken over te nemen. Dierenarts De Lange: „Ook ons personeel wordt benaderd, dierenartsen en assistenten, om bij hen aan de slag te gaan.”
Deerhound Nigel (5) en zijn baasje Jan Scherer op consult bij dierenarts Ellen 't Hooft in Roden. Foto: Corne Sparidaens
Nieuw echoapparaat
Ketens hebben geld om te investeren in gebouwen, personeel en nieuwe, geavanceerde apparatuur. Met het nieuwe echoapparaat van 30.000 euro komt ook een businessmodel waarin staat hoe het moet worden terugverdiend. „Er wordt gestuurd op een verhoging van de omzet en de winst”, zegt Van Brakel. Dat lukt deels door de meer specialistische behandelingen in hun dierenziekenhuizen. „En bij negen van de tien overnames gaan de prijzen in de klinieken omhoog.”
De discussie over prijzen ligt gevoelig. Dat was altijd al zo in de branche. ‘De dierenarts is duur.’ De ketens ontkennen niet dat de tarieven zijn gestegen, maar zeggen dat het niet standaard gebeurt bij een overname. Ze benadrukken wat eigenaren ervoor terugkrijgen: kwalitatief hoogwaardige zorg.
Maar is die altijd nodig? Gepensioneerd dierenarts Vrieselaar zet er vraagtekens bij. „Röntgenfoto’s, bloedonderzoek. Dat wordt sneller gedaan. Maar moet je feces meteen laten onderzoeken als een hond diarree heeft? Ik vind van niet. Je kunt het ook nog een paar dagen aanzien. Maar als ik dat monster van die diarree niet neem, verdien ik minder geld. Aan de andere kant: klanten verwachten ook dat je dat soort onderzoeken doet hoor, die willen snel zekerheid.”
Dr. Pol
Vrieselaar wijst op The IncredibleDr. Pol, een reality-serie op tv-zender National Geographic over de Drentse dierenarts Jan Pol die een praktijk heeft in Amerika. „Hij heeft onder dierenartsen geen goede naam. Hij werkt niet zo hygiënisch, is onbehouwen; rukt een kalf eruit en laat het liggen in de stront. Ik zeg weleens dat dierenartsen van nu de neiging hebben om meteen iets met een stekker te pakken, maar je komt ook een eind met je zintuigen en een thermometer. Om een diagnose te stellen luistert Dr. Pol, hij voelt, knijpt en ruikt.”
De ketens maken de dierenarts zakelijker. Of, zoals Vrieselaar het zegt: de dorpsdierenarts bestaat niet meer. Ook prijzen in zelfstandige klinieken zijn de laatste jaren verhoogd. Grondstoffen zijn duurder, er is een tekort aan dierenartsen en de komst van de ketens heeft andere dierenartsen gestimuleerd kritisch te kijken naar hun werkwijze. Hoe efficiënt en professioneel is die eigenlijk? Want een dierenartsenpraktijk, wel of niet van een keten, is gewoon een bedrijf waar geld binnen moet komen. Dat maakt de relatie tussen eigenaren en dierenartsen ingewikkeld. De dierenarts verkoopt geen televisies, maar zorg aan dieren waar veel van gehouden wordt. Er is emotie in het spel.
Potjes voor minima
De Stichting Bevordering Huisdierwelzijn in ’t Haantje helpt minima met huisdieren die onder bewind staan en/of afhankelijk zijn van de voedselbank. De stichting zelf moet het hebben van donaties. Zij is 24 uur per dag bereikbaar voor dierenartsen die acute zorg moeten verlenen, maar te maken hebben met een klant die de rekening niet kan betalen.
„Mensen die niet veel geld hebben, stellen een bezoek aan de dierenarts vaak lang uit, waardoor het risico op hoge kosten groter wordt”, zegt oprichter en voorzitter Liliane van Doorn van de stichting.
„We merken dat de rekeningen hoger zijn en het aantal aanvragen stijgt. Eerder was een consult gemiddeld 28 à 30 euro. Nu ligt dat bedrag op 45 euro. In het Westen liggen de prijzen hoger dan in het Noorden. Het is tegenwoordig ook lastiger prijsafspraken te maken. Door de komst van de ketens zijn er minder zelfstandige dierenartsen. Die kunnen mensen makkelijker matsen dan een dierenarts in loondienst. De ketens zijn meestal duurder dan de zelfstandige klinieken, maar je ziet dat die er wel naar toe kruipen met hun tarieven. ”
Boxer Sjors
Neem Sjors, de uit de kluiten gewassen boxer van Anneke Sterenberg uit Groningen. Hij is nog maar een jaar oud maar al vaak bij de dierenarts geweest. Sjors groeide te snel en had heftige groeipijnen.
„Er is iets mis en je weet niet wat. Dat maakt je als eigenaar best kwetsbaar. Je voelt je machteloos. Ik ben dan hartstikke chantabel, ik denk dan echt niet aan geld. Daar kan een dierenarts misbruik van maken. Zelf heb ik nooit het gevoel gehad dat zoiets is gebeurd. Maar voor mij is het wel belangrijk dat ik een vaste dierenarts heb. Iemand die ik ken en die mij goed kan inschatten.”
Bij dierenartsen leeft weleens het gevoel dat sommige klanten denken; je houdt toch van dieren, kan het niet voor minder?’ Daar komt bij dat we onze eigen facturen van de huisarts of het ziekenhuis meestal niet onder ogen krijgen en betalen. Hoe duur het eigenlijk is, weten we vaak niet.
Rekening
De discussie over kosten voelt voor dierenartsen soms persoonlijk, ‘alsof je het niet waard bent, terwijl je keihard werkt.’ Als eigenaren tegen Thamar de Lange zeggen dat ze de rekening voor hun dier te hoog vinden, formuleert zij het zo: „Het is niet te duur, het is wel veel geld.”
Wat niet helpt, is dat de tarieven per dierenarts behoorlijk kunnen verschillen. „Ik had in mijn praktijk mensen uit Den Haag die hier kwamen om hun dieren te laten vaccineren. Dat kon toen uit, zo’n ritje van Den Haag naar Lemmer”, vertelt Vrieselaar.
Eigen prijs bepalen
Voor eigenaren is niet helder waar die verschillen vandaan komen. Elke praktijk kan zijn eigen prijs bepalen, het is een vrije markt. Ook staan tarieven lang niet altijd op de website. Enerzijds uit concurrentieoverwegingen, maar ook omdat de kosten voor bijvoorbeeld de sterilisatie van een grote hond nogal verschillen van die van een kleintje.
„Ik heb ook wel meegemaakt dat ik begon over de prijs van een behandeling en dat mensen boos op me werden”, zegt dierenarts Sommer van Hopmans. „Of ik misschien dacht dat ze het niet konden betalen, of dat ze het niet overhadden voor hun dier. Je moet dat als dierenarts goed kunnen inschatten. Het is echt iets wat je moet leren.”
Verzekering
Maaike Jansen van kater Jack met de gebroken poot vindt dat zij – of eigenlijk Jack, goed is geholpen. De keuze voor de behandeling lag bij haar, de dierenartsen waren duidelijk over de opties en de prijzen. En ze kon het betalen. Niet iedereen lukt het om een bedrag van 1800 euro uit de portemonnee te trekken. Je kunt je huisdier ook laten verzekeren. Maar in Nederland zijn eigenaren niet zo happig om elke maand te betalen voor een verzekering. Naar schatting 4 à 5 procent heeft z’n dier verzekerd.
„Ik heb het wel overwogen”, zegt Sterenberg van boxer Sjors. „Met de eigenaren van de broers en zussen van Sjors uit hetzelfde nest hebben we een appgroep, daar heb ik even gevraagd wie een verzekering had. Niemand. ‘Verzekeraars willen ook altijd verdienen, heel veel essentiële behandelingen worden toch niet vergoed en ik heb zelf een potje’, dat waren de reacties. Ik heb het niet gedaan.” In de landen waar de ketens hun oorsprong hebben, Zweden en Engeland, is zo’n driekwart van de eigenaren verzekerd.
‘Hoeveel geld heb ik over voor mijn huisdier?’
Bazen komen steeds vaker voor de vraag te staan: hoeveel geld heb ik over voor mijn huisdier? Van chemotherapie tot dure operatie, alles is mogelijk om het leven van je dier te verlengen of te verbeteren. Maar moet je zieke dieren net zo behandelen als mensen?
Joost van Herten van de beroepsvereniging, zelf dierenarts en ethicus, vindt dat een terechte vraag. „Het gaat uiteindelijk altijd om de kwaliteit van leven van het dier. Als ik kanker heb, kan ik zelf kiezen voor chemotherapie. Ik accepteer de bijwerkingen. Met dieren kun je dat niet bespreken.”
Kwaliteit van leven
Ook bij het behandelen van dieren die ziek zijn, kunnen eigenaren (te) ver gaan. „De dierenarts kan een behandeling weigeren als het niet in het belang is van het dier. Honden die geen achterpoten meer hebben en met een karretje moeten lopen, kunnen geen natuurlijk gedrag meer vertonen. Hoe bepaal je of de kwaliteit van leven acceptabel is? Misschien denkt de baas van wel. Maar kun je je afvragen of dat voor de hond ook zo is.”