Koeien op een emissiearme vloer. Holman wil verdergaan dat de technische maatregelen waar LTO vooral heil in ziet. Foto: Archief ANP
Het ambitieuze toekomstplan voor de agrarische sector van Harm Holman uit Roden ligt sinds maandag als wetsvoorstel bij de Tweede Kamer. Zal dit de onzekerheid onder boeren wegnemen?
De Kamer kan zich buigen over een plan voor inkrimping van de veestapel. Stapsgewijs gaan boeren in 2034 naar een maximum van circa 3 volwassenen melkkoeien per hectare. Jongvee of de bruine Jerseykoeien tellen iets minder ‘zwaar’, daar mogen meer van lopen. De boer moet zelf grasland hebben om de eigen koeien te voeren en mest op uit te rijden.
Daarmee hanteert NSC-Kamerlid Holman dezelfde norm voor koeien per hectare als in het Landbouwakkoord in 2023 stond opgetekend en wat voor LTO toentertijd een reden was om uit de onderhandelingen te stappen. „Met deze wet maken we een einde aan de onzekerheid. We hebben helemaal niet zoveel nieuws bedacht,” stelt het 67-jarige Kamerlid dat zelf ook ooit melkveehouder was in Roden.
Dit keer gaan de plannen rechtstreeks naar de Kamer, zonder de eventuele zegen van LTO. Holman: „Een compromis waar iedereen het mee eens is, gaan we toch nooit bereiken.”
Holman kondigde zijn plannen al in juli aan, en zet nu door met een wetsvoorstel. Hij trekt samen op met Pieter Grinwis van de ChristenUnie.
Kwetsbare gebieden
In het voorstel onderscheiden Holman en Grinwis ook ‘maatschappelijke landbouwgebieden’. Hier mogen boeren slechts 3 volwassenen melkkoeien per 2 hectare houden, vanwege het belang van natuur, recreatie en waterbeheer. Het gaat landelijk om ongeveer 500.000 hectare: kwetsbare gebieden zoals grond rondom Natura 2000-gebieden en veenweide.
Boeren krijgen een stevige vergoeding van 1000 tot 2500 euro voor hun ‘maatschappelijke’ inzet in deze natuur- en watergebieden. Dit bedrag is aanzienlijk hoger is dan de huidige hectarepremie. Als boeren hier niet aan willen voldoen, kunnen ze zich tot 2034 laten uitkopen of verplaatsen naar ander gebied.
Voorstellen over inkrimping kalverhouderij en mestafzet
Er staan nog meer voorstellen in het toekomstdocument. Zo moet er een forse inkrimping komen voor de kalverhouderij. Het idee is dat alleen kalfjes die uit de Nederlandse melkveehouderij overblijven of uit grensgebieden worden gemest voor de vleesindustrie. Dat moet een einde maken aan het lange transport van dieren die worden vetgemest voor de export, maar in Nederland hun mest en emissies achterlaten.
Daarnaast moeten boeren hun mest volgens het plan binnen 100 kilometer van de boerderij kwijtwillen, om voedingsstoffen regionaal te behouden en benutten. Mest kan uitgereden worden op grasland van veehouders, maar ook bij zogeheten rustgewassen op landbouwgrond. Veehouders kunnen dus samenwerken met landbouwers uit de buurt. In Noord-Nederland gebeurt dit eigenlijk overal al.
Is dit het juiste moment?
Is dit niet een goed plan op het verkeerde moment? Het is duidelijk dat NSC’er Holman er niet meer over gaat stemmen. Hij zit nog tot de komende verkiezingen van 29 oktober in de Tweede Kamer. Dat ligt anders voor Grinwis, die op plek 2 van CU staat.
Volgens Holman is de timing bewust gekozen. Het voorstel ligt komende maand ter inzage en gaat daarna nog langs de Raad van State. „Het zal ergens mei volgend jaar pas in de Kamer komen. Hopelijk is er dan een nieuwe minister die ermee aan de slag kan.”
Hoeveel draagvlak er in de Tweede Kamer is voor dit plan, moeten de verkiezingen uitwijzen. Holman: „Maar dit zal ongetwijfeld een behoorlijke rol innemen bij de coalitieonderhandelingen. Er is een Kamermeerderheid voor het oplossen van de stikstofproblemen. We kunnen nu wel constateren dat dat de BBB niet is gelukt is.”