Arend van Wijngaarden. Foto: Marcel Jurian de Jong
Noord-Nederlandse boeren, natuurclubs en overheden hebben een serieus plan om meer dierenlijke mest op eigen grond uit te rijden en minder kunstmest te strooien.
Het landbouwbeleid zit muurvast en dat is niet goed voor boeren, natuur en eigenlijk het hele platteland in het Noorden. Te veel boeren verkeren in onzekerheid, er is te veel uitstoot van schadelijke stoffen en de hele keten van bedrijvigheid rond de landbouw lijdt eronder.
De afgelopen maand zijn er verschillende plannen gepresenteerd om schot in de zaak te krijgen. De landelijke landbouworganisaties en agrobedrijven kwamen met een plan, landbouwwoordvoerder Harm Holman van Nieuw Sociaal Contract presenteerde een visie en nu komt er een voorstel van een coalitie van noordelijke landbouwbedrijven, de universiteit en hogescholen, de natuurorganisaties en noordelijke overheden.
Het idee van deze AgroAgenda Noord-Nederland is dat veel veehouders in Drenthe, Friesland en Groningen voldoende grond hebben om de mest van hun eigen dieren op een verantwoorde manier uit te rijden. Door landelijke en Europese regels worden ze gedwongen de mest van hun dieren af te voeren en kunstmest in te kopen om het land te bemesten.
Die regels lijken vooral bedoeld om de intensieve veeteelt in Brabant en Gelderland te beteugelen. In die gebieden wordt te veel mest geproduceerd om op eigen land uit te kunnen rijden, waardoor schadelijke stoffen in de lucht en natuur terecht komen. De kwaliteit van het water is in het Noorden op de meeste plekken goed genoeg. De dierlijke mest geeft wel te veel ammoniak maar dat is voor een deel af te vangen.
Het beleid om minder dierlijke mest uit te mogen rijden is in het Noorden zelfs slecht voor de biodiversiteit. Boeren kiezen vanwege het tekort aan dierlijke mest eerder voor maïs dan gras.
Dat zo’n brede coalitie van organisaties uit het Noorden nu met een voorstel komt, zou toch te denken moeten geven. Het lijkt er sterk op dat het Noorden nu de dupe is van een landelijk beleid dat eigenlijk vooral voor problemen in andere regio’s bedoeld is.
Aan minister Femke Wiersma de taak om er nu snel werk van te maken. Tot nu toe is er nog weinig concreets uit haar handen gekomen. Zij en haar partij BBB beloven de komende tijd wel te gaan leveren. Dat zal misschien lastig zijn in een tijd van een verkiezingscampagne en met een demissionair kabinet. Maar de landbouw wacht nu al erg lang op oplossingen. Het wordt tijd dat er iets gebeurt.