Onderzoek TU Delft: slechts 6 procent wil zéér streng klimaatbeleid. ’Nederlanders zien niets in vleesbelasting of hogere aardgastaks’

 Voorstellen als een vleesbelasting, het verkleinen van de veestapel en een hogere belasting op aardgas kunnen van de formatietafel zo de prullenbak in. Slechts een derde van de Nederlandse bevolking loopt warm voor deze klimaatmaatregelen.

Ook het plaatsen van windturbines op land, de invoering van een kilometerheffing en subsidies voor elektrische bolides stuiten op weerstand. Dat blijkt uit een representatief onderzoek van de TU Delft onder meer dan tweeduizend Nederlanders dat donderdag in Den Haag is gepresenteerd.

Klimaatmaatregelen die wel op steun kunnen rekenen zijn: windparken bouwen op zee, het isoleren van woningen en een hogere CO2-heffing voor de industrie. Twee derde of meer van de Nederlanders vindt dat een nieuwe regering daarop extra zou moeten inzetten.

Een kwart van de Nederlanders heeft een uitgesproken mening over klimaatbeleid, concludeert onderzoeksleider en universitair docent Niek Mouter. Slechts 6 procent van de bevolking wil dat de regering zo zwaar mogelijk inzet op klimaatmaatregelen. Daarentegen staat 20 procent juist zeer negatief tegenover extra klimaatbeleid. Deze groep beslaat vooral ouderen, hoogopgeleiden en mensen met een gemiddeld inkomen. Ze overlapt deels de 23 procent van de bevolking die twijfelt aan de ernst van klimaatverandering.

,,Driekwart van de bevolking gaat akkoord met strenger klimaatbeleid, mits er aan belangrijke voorwaarden wordt voldaan”, zegt Mouter. Zo accepteert het merendeel van de Nederlanders alleen dat klimaatbeleid de persoonlijke levenssfeer raakt, als het kabinet er alles aan heeft gedaan om mogelijke alternatieven uit te voeren en ook de grote vervuilende sectoren zijn aangepakt.

Voorbeelden van impopulaire maatregelen die sterk ingrijpen in het dagelijks leven zijn de vleesbelasting, een hogere energiebelasting op aardgas en het plaatsen van windturbines op land nabij bebouwing. Veel liever ziet het merendeel van de bevolking een overheid die inzet op isoleren van huizen en het plaatsen van windmolens op zee.

 

Zo stelt een deelnemer aan het onderzoek: ,,Windmolens op land verknoeien ons landschap. Is niet prettig voor de burgers die er dicht bij in de buurt wonen. Op zee hebben we er minder last van.” Naast de representatieve steekproef gaven nog 8000 Nederlanders op eigen initiatief hun mening voor het Delftse onderzoek. In die groep zaten relatief meer mensen die streng klimaatbeleid wensen en bewoners die fel tegenstander zijn van wind op land.

Kernenergie is voor 48 procent van de Nederlanders een goede optie om klimaatbeleid aan te vullen. Een kleine meerderheid van 52 procent vindt dat niet. Investeren in waterstof kan bij 83 procent op goedkeuring rekenen. Een vliegbelasting is voor 69 procent aanvaardbaar.

 

Volgens Mouter hebben veel burgers het idee dat zij de pineut zijn bij nog strenger klimaatbeleid. ,,Veel deelnemers hebben het gevoel dat sectoren als de industrie en de luchtvaart een voorkeursbehandeling krijgen en zij ervaren dit als oneerlijk. Zij zouden er moeite mee hebben als burgers massaal de nadelen ervaren van klimaatbeleid, bijvoorbeeld door een vleesbelasting, terwijl de industrie en de luchtvaart door goede politieke contacten nauwelijks effecten ervaren.”