Dat er een streep gaat door de festivalzomer is een grote tegenvaller voor de evenementenindustrie. Zeker nu de overheid de steunpakketten wil afbouwen. Dat moet teruggedraaid worden, vindt de sector.
„Gezien de opleving van de pandemie is het niet realistisch om de financiële steunpakketten per 30 september te beëindigen of drastisch af te bouwen” reageert Riemer Rijpkema namens Eventplatform Nederland waarin verschillende brancheorganisaties in de evenementenbusiness zijn vertegenwoordigd.
Juist maandagmiddag kondigde het kabinet aan dat er een streep gaat door alle meerdaagse festivals deze zomer. „De huidige ontwikkelingen vragen nadrukkelijk om het doorzetten ervan.”
Versobering al begonnen
De versobering van het steunpakket is al begonnen. Vanaf maandag kunnen ondernemers die getroffen zijn door de coronacrisis voor de zesde keer loonsteun aanvragen bij het UWV. Bij de aanvraag voor de periode juli tot en met september kunnen ondernemers geen 100 procent omzetverlies meer opgeven. Volgens het kabinet is dit niet langer nodig, nu veel lockdownmaatregelen zijn opgeheven.
„Maar bij veel van de bedrijven in de evenementenbranche ligt de zaak al sinds maart 2020 compleet stil, en nog steeds”, benadrukt Rijpkema. „En dat geldt ook voor de keten van toeleveranciers die eraan vastzit, zoals decorbouwers, logistieke partijen en cateraars.”
Rijpkema geeft aan dat de branche eind juni weer perspectief dacht te hebben. „Maar dat was van heel korte duur.” Hij wijst erop dat het organiseren van festivals en congressen een hoop voorbereidingstijd kost. „We weten nu niet waar we aan toe zijn en daardoor wacht iedereen weer af. Daarmee is het er niet makkelijker op geworden.”
De branche vindt dat overheid moet inzoomen op steun per sector en het maximale omzetverlies bij de loonsteunmaatregel voor de evenementenindustrie weer op 100 procent zetten. „Daar blijven we voor knokken”, aldus Rijpkema.
Voorschot
Het maximale omzetverlies dat ondernemers kunnen opgeven voor de tijdelijke NOW is ditmaal beperkt tot 80 procent. De overheid blijft wel, net zoals in de voorgaande periodes, 85 procent van de loonsom vergoeden. Een groot deel daarvan maakt het UWV als voorschot over. Het definitieve bedrag waarop werkgevers recht hebben wordt later vastgesteld.
Het UWV merkte dat er in de vijfde NOW-periode veel minder behoefte was aan de loonsubsidies dan in voorgaande periodes. In totaal werden 45.000 verzoeken om financiële steun goedgekeurd, goed voor voorschotten van zo’n 1,4 miljard euro. In de vierde periode ging het nog om 74.000 toegekende aanvragen en 3,2 euro miljard aan voorschotten.