Er moeten de komende jaren honderden duizenden huizen gebouwd worden om aan de groeiende woningvraag te voldoen. En als je dan woningen bouwt, waarom zou je het dan niet zo duurzaam mogelijk doen? Biobased bouwen wint aan populariteit. Maar wat is het precies? Vijf vragen en antwoorden.
Biobased bouwen is niet nieuw. Houten huizen zijn in principe biobased en die maken we al duizenden jaren, leggen Niels Faber en Egbert Dommerholt uit. Faber en Dommerholt zijn beiden lectoren Biobased Business Valorisation aan de Hanzehogeschool in Groningen. De twee proberen de circulaire economie in het Noorden op de kaart te zetten. Faber: ,,We moeten 900.000 woningen bouwen in Nederland. En we moeten steeds zuiniger omgaan met de grondstoffen die we hebben. Waarom zouden we dan niet voor een duurzamer alternatief kiezen?’’
Wat is biobased bouwen precies?
De naam biobased verwijst naar de grondstoffen van de bouwmaterialen. Biobased bouwmaterialen zijn gemaakt van natuurlijke grondstoffen of van natuurlijke reststromen. Denk aan planten, bomen, maar ook aan schimmels. Deze natuurlijke grondstoffen moeten in maximaal honderd jaar kunnen teruggroeien om biobased te kunnen heten. Daarnaast moet de teelt van de grondstoffen niet schadelijk zijn voor de bodem.
Wat kun je allemaal maken van natuurlijke grondstoffen?
Met hout kom je al een heel eind. Zo kan de hele constructie van een huis van hout zijn. Maar hoe zit het met de rest van het huis? Een goed voorbeeld is het Biosintrum in Oosterwolde. Dat gebouw bestaat voor 80 procent uit biobased materialen. Zo is de vloer deels gemaakt van olifantsgras, bestaat de behuizing van de stopcontacten uit mais en de plafondplaten zijn gemaakt van vlas. De wanden in het gebouw zijn onder meer geïsoleerd met cellulose en hennep en de vloer bij de wc’s is gemaakt van cacaoschillen.
Wat zijn de voordelen van biobased bouwen?
,,Het belangrijkste argument voor biobased bouwen is dat het een lagere CO2-uitstoot heeft dan de gangbare materialen die nu worden gebruikt in de bouw’’, vertelt Faber. Bij de productie van staal en beton komt veel CO2 vrij. Dommerholt: ,,Biobased materialen stoten veel minder uit of nemen zelfs CO2 op.’’ Planten en bomen slaan bijvoorbeeld CO2 op terwijl ze groeien.
Met biobased materiaal is er ook meer prefabricage mogelijk. Dat betekent dat er onderdelen van een huis al van tevoren in elkaar gezet kunnen worden. Daardoor is er minder bewerking nodig op de bouwplaats en zijn er minder vervoersbewegingen nodig, dus minder uitstoot.
Biobased materialen zijn ook hergroeibaar. Beton en steen zijn dat niet. Je kunt bomen opnieuw planten en grondstoffen als lisdodde en vezelhennep opnieuw telen. Faber: ,,Als je het goed doet, dan is dat een oneindig proces. Zolang de zon schijnt kun je biobased materialen verbouwen.’’ Dommerholt: ,,In Nederland zijn de meeste huizen van bakstenen, maar grondstoffen als klei zijn eindig. Als we die woningopgave willen voltooien dan moeten we goed nadenken of we daar alleen maar steen voor willen gebruiken.’’
Nog een voordeel is dat biobased materialen gemakkelijk hergebruikt of gerecycled kunnen worden, mits er geen onnatuurlijke materialen als lijm aan toegevoegd worden. Dommerholt: ,,Hout kun je heel lang hergebruiken en voor veel verschillende doelen herbestemmen. Daar heb je honderden jaren plezier aan.’’ Materialen als mycelium, wat voor isolatie en binnenwanden gebruikt wordt, kan na afloop gebruikt worden als compost. Je kunt biobased materialen dus teruggeven aan de natuur.
Ten slotte hebben biobased woningen een prettig binnenklimaat. ,,Door de natuurlijke materialen zuivert de woning zichzelf. De materialen ademen als het ware. Het wooncomfort is daarmee groter’’, zegt Faber.
Klinkt allemaal goed dus, maar waarom zijn we nog niet volop biobased aan het bouwen?
Dat heeft meerdere redenen. Veel traditionele bouwbedrijven zijn (nog) niet met biobased bezig. Dommerholt: ,,Sommige bouwers denken: ik zet er een warmtepomp in, ik plaats zonnepanelen op het dak en dan is het duurzaam. Maar dat is nog heel beperkt.’’ De sector is volgens Dommerholt moeilijk te bewegen om andere materialen te gebruiken. Het cliché onbekend maakt onbemind gaat vaak op. ,,Met sommige biobased materialen wordt nog geëxperimenteerd en dat maakt het gemakkelijker en vertrouwder om traditionele materialen te bestellen. Ook moeten bouwmethodes aangepast worden op biobased bouwen. De bouwwereld is nog overwegend traditioneel georiënteerd op technische materialen en wil biobased nog niet direct omarmen. Dus er zit ook een spanningsveld tussen.’’
Ook de prijzen van biobased materialen zijn vaak nog hoog. Deze materialen worden niet op grote schaal geproduceerd en zijn niet om de hoek verkrijgbaar. Vaak komen biobased materialen nog uit het buitenland.
Ruimte om te experimenteren is daarnaast schaars. Veel landbouwgrond wordt voor veeteelt en veevoer gebruikt en er is weinig ruimte om grondstoffen voor biobased bouw te telen. Boeren geven hun land niet zomaar over om er biobased grondstoffen te laten groeien. ,, Boeren moeten wel weten of ze hun vlas of vezelhennep kwijt kunnen om er geld aan te verdienen’’, zegt Dommerholt.
Toch is er ook beweging in de bouwwereld. ,,We zien wel dat de bouwmaterialenbranche, bijvoorbeeld hier in Noord-Nederland, al wel op de toekomst inspeelt. Die zien wel in: als we nu niet meedoen dan vissen we over tien jaar achter het net.’’ In het Noorden zetten een aantal boeren en bouwbedrijven al in op biobased. Hempflax in Oude Pekela verwerkt vezelhennep tot isolatiemateriaal, bouwbedrijf Dijkstra Draisma uit Dokkum gebruikt lisdodde voor isolatie en Miedema Bouwmaterialen uit Leeuwarden zet in op tweedehands hout.
Wat moet er gebeuren om die ontwikkeling verder in gang te zetten?
Dommerholt: ,,Er gebeurt steeds meer in de biobased bouwwereld, maar vooral nog op een kleine schaal. Naar mijn mening gaat het nog niet snel genoeg.’’ Dommerholt en Faber zien genoeg kansen voor de biobased bouwsector, maar voordat het echt van de grond komt, moet er goed nagedacht worden over de inrichting van de ketens. ,,De connecties tussen boeren, producenten en bouwers moeten nog gelegd worden. Wat verbouwen we waar, wat maken we ervan en wie gebruikt de materialen om een huis te bouwen? En je moet er ook letterlijk de ruimte voor krijgen om hiermee te gaan experimenteren. Dan kan biobased bouwen schaal krijgen. We hebben heel veel grond, we hebben de infrastructuur, we moeten het alleen nog doen. Het is mijn droom als we in Groningen de grondstoffen voor onze eigen huizen kunnen gaan telen.’’