Met het massaal blazen op een conducteursfluitje werd recent de start van de Nedersaksenlijn gevierd. Foto: Marcel Jurian de Jong
Staatssecretaris Thierry Aartsen (oa openbaar vervoer, VVD) liet begin deze maand in Emmen geen twijfel bestaan over de Nedersaksenlijn.
Staatssecretaris Thierry Aartsen (oa openbaar vervoer, VVD) liet begin deze maand in Emmen geen twijfel bestaan over de Nedersaksenlijn.
„Die gaat er komen”, zei de bewindsman bij de start van de officiële voorbereiding: de zogenaamde mirt-verkenning. Het kabinet heeft 1,9 miljard voor de aanleg gereserveerd. Of dat genoeg is –sommige experts schatten de kosten eerder op 3,5 miljard– moet nog blijken.
De woorden van Aartsen klinken veel deelnemers aan de verkiezingsenquête, onder ruim 1063 leden van het Regio Noordpanel van Dagblad van het Noorden, vermoedelijk als muziek in de oren.
Weinig tegenstanders
Een meerderheid van 51 procent van de deelnemers noemt de spoorbaan tussen Emmen en Veendam, onderdeel van de route Groningen- Emmen/ Enschede, belangrijk (31 procent) tot zeer belangrijk (20 procent).
Bijna een kwart van de deelnemers staat volgens onderzoeksbureau Enigma Research neutraal tegenover de aanleg (24 procent), vindt de spoorlijn niet belangrijk (16 procent) of zelfs helemaal niet belangrijk (7 procent).
Voor de Lelylijn (Lelystad- Groningen via Emmeloord, Heerenveen, Drachten en Leek/Roden) is het enthousiasme groter. Die noemt 59 procent (zeer) belangrijk. Minder mensen zitten er neutraal in (16 procent). Van de overige stemmers vindt respectievelijk 14 en 8 procent de spoorlijn niet dan wel helemaal niet belangrijk.
Breed enthousiasme
Volgens de onderzoeksbureau Enigma Research is het enthousiasme over de spoorlijnen ongeveer gelijk verdeeld onder mannen en vrouwen, verschillende leeftijdsgroepen én politieke voorkeuren. De hogere waardering voor de Lelylijn lijkt afkomstig van wat jongere linkse stemmers.
Voorstanders niet alleen enthousiast over het verkorten van de reistijd per trein. Ze vinden de spoorlijnen van belang voor de aansluiting met de rest van Nederland, zowel praktisch als emotioneel.
Zes op de tien (62 procent) ervaart de provincies Groningen en Drenthe als politiek achtergestelde regio. Een meerderheid van 84 procent maakt zich (enigszins) zorgen over het verlies van voorzieningen, zoals bushaltes, scholen, winkels en overheidsloketten.
Waar gaat het over
Infographic: DVHN
Lelylijn (rood)
Groningen- Lelystad via Leek/Roden, Drachten, Heerenveen en Emmeloord. Europa ziet de Lelylijn als onderdeel van het Europese spoorwegennet voor zowel hogesnelheidstreinen als stoptreinen.
Nedersaksenlijn (groen)
Veendam - Emmen via Stadskanaal, Musselkanaal en Ter Apel (ontbrekend onderdeel van de lijn Groningen- Emmen/ Enschede). Hij biedt ook kansen voor routes als Enschede/ Arnhem- Harlingen
Beide lijnen ontsluiten niet alleen de regio’s waar ze liggen, maar zijn ook van groot belang als alternatief voor het overbelaste bestaande spoor bij Zwolle (blauw). Dat is sinds 1870 de enige manier om met de trein van Groningen of Leeuwarden naar de Randstad te rijden. Het spoor tussen Meppel en Zwolle ligt er vaak uit.
Bestaande spoor (blauw)
Door de nieuwe lijnen ontstaat capaciteit voor nieuwe verbindingen, zoals Groningen - Eindhoven via Assen, Zwolle en Utrecht. De vraag naar extra capaciteit is actueel. Flixtrain kondigde deze week aan voor eigen rekening in veel landen, onder meer in Nederland, treindiensten te willen beginnen. Tot dusver strandden plannen van diverse spoorbedrijven op capaciteitsgebrek.
Henk Jumelet
Drents gedeputeerde Henk Jumelet wil zich als Kamerlid voor het CDA blijven inzetten voor betere spoorverbindingen met Noord-Nederland, en hoopt dat de Lelylijn onderdeel wordt van een Europese spoorlijn naar Duitsland. Foto: Marcel Jurian de Jong
Voormalig pastoraal werker, predikant en docent Henk Jumelet (63) staat als 9e op de kieslijst van het CDA. Hij ging in 2003 de politiek in als wethouder van Emmen, en zit sinds 2015 als gedeputeerde in het provinciaal bestuur in Drenthe.
Jumelet ontving staatssecretaris Thierry Aartsen (VVD) toen die in Emmen het startsein gaf voor het officiële onderzoek naar de Nedersaksenlijn. „Heel mooi om dat tekenmoment mee te maken”, aldus Jumelet.
Hij was eerder betrokken bij het Deltaplan voor het Noorden. Dat noemt, behalve de Nedersaksenlijn, ook de Lelylijn en de verbetering van bestaand spoor van grote betekenis voor de inwoners van Noord-Nederland.
Even belangrijk
„De ene spoorlijn is niet belangrijker dan de ander”, zegt Jumelet. „Ze zijn even belangrijk. Voor de bereikbaarheid van het Noorden, van voorzieningen en onderwijs voor de inwoners, voor hun leefbaarheid en voor de economie.”
Van de 3,4 miljard euro die het kabinet voor de Lelylijn reserveerde, verhuist 1,9 miljard euro naar de aanleg van de Nedersaksenlijn en 100 miljoen naar de flessenhals op het spoor bij Meppel. Het kabinet maakt er ook voor andere projecten gebruik van en houdt voor de Lelylijn ongeveer 600 miljoen over.
„Voor de Nedersaksenlijn, met naar schatting 35 kilometer nieuw spoor, is nu een grote stap gezet”, zegt Jumelet. „Als de route en stations in 2028 duidelijk zijn, kan de spoorlijn er tussen 2038 en 2043 liggen. Ondertussen werken drie provincies en 13 gemeenten aan verkeersplannen, OV-aansluitingen en woningbouw- en bedrijfslocaties langs het tracé.”
Geld zoeken
Hij gaat in nieuwe Tweede Kamer op zoek naar geld voor de Lelylijn. „Daar was die 3,4 miljard lang niet genoeg voor. Gelukkig staan onderhoud, behoud en uitbreiding van spoor en openbaar vervoer in de meeste verkiezingsprogramma’s.”
Jumelet is niet verbaasd dat kiezers, van links naar rechts en van alle generaties, nieuwe spoorlijnen belangrijk vinden. „Dat de Lelylijn populairder is dan de Nedersaksenlijn, hoor ik om mij heen niet. Mensen hebben de Lelylijn misschien meer op hun netvlies omdat die langer is en hopelijk ook onderdeel wordt van een Europese spoorverbinding met Duitsland. Als je in Drachten of Emmen woont, verschilt het persoonlijke belang natuurlijk, daar is niks mis mee.”
Aant Jelle Soepboer
Aant Jelle Soepboer: "Tegen de Lelylijn? Stem dan op mij!" Foto: Niels de Vries
‘Tegenstander van de Lelylijn?’ Dan moet je bij Aant Jelle Soepboer zijn.’ Hij probeert als lijsttrekker van de Fryske Nasjonale Partij de Tweede Kamer in te komen.
„Ik ben wat minder enthousiast over de Lelylijn”, zegt Aant Jelle Soepboer (36) met gevoel voor understatement. Want de Fryske Nasjonale Partij (FNP) en haar lijsttrekker Soepboer, eerder Kamerlid voor Nieuw Sociaal Contract, moeten niets van de nieuwe spoorlijn uit de Randstad hebben.
Soepboer vraagt tijd om dat unieke standpunt –‘volgens mij zijn we de enige partij die er zo instaat’– toe te lichten. „Want wij zijn absoluut niet tegen goede bereikbaarheid van het Noorden. Dat is alleen niet het verhaal van de Lelylijn.”
Huizen bouwen voor de Randstad
Volgens Soepboer is de spoorlijn tussen Groningen, Leek/Roden, Drachten, Heerenveen, Emmeloord en Lelystad vooral bedoeld om meer woningen te bouwen voor inwoners van de Randstad.
„Het rijk wil de stedelijke structuur van het Westen uitrollen over de regio. Nederland moet één grote stadsstaat worden om ruimtelijke vraagstukken voor de Randstad op te lossen, en dat vinden wij een beangstigend idee. Je moet er juist voor zorgen dat regio’s die nog geen last van Randstadproblemen hebben, daar ook geen last van krijgen.”
Soepboer: „Wij hebben hier gelukkig nog natuur, landbouwgrond, water, mooie dorpen en veel ruimte. Laat het rijk daar maar in investeren en zo de regio leefbaar houden. Die kernwaarden maken ons gelukkig, daar zetten wij vanuit het diepst van ons vinden op in.”
Holle lobby
Hij is bang dat het fenomeen ‘regio’ verdwijnt door de komst van de Lelylijn. „Het is een holle, bestuurlijke lobby zonder een gedegen toekomstvisie op het Noorden. We steken straks 10 miljard euro in een boemeltje, zonder dat er inwoners naar waarheid zijn geïnformeerd.”
De FNP, die ook stemmen uit Groningen en Drenthe verwacht, steekt liever geld in regionale bereikbaarheid. „Er zijn hier genoeg bruggen die op instorten staan en die cruciaal zijn voor de regio. Investeer daar maar in. Zoek in elk geval eerst uit wat je met de regio wilt, en daarna wat daarvoor nodig is. En niet andersom: Wij willen een trein, en dan komt die glansrijke toekomst vanzelf. Zonder te vertellen wat de alternatieven zijn.”
Onverantwoord
„Ik sluit niet uit dat Drachten een keer een halte krijgt, maar het hele idee van de Lelylijn heeft onverantwoorde gevolgen voor de hele regio. Zelfs als je met elkaar kiest voor groei, vraag ik me af of Lelylijn de heilige graal is: wie gaat er in die trein zitten? En waarom? Wordt het een forensentrein voor mensen die van alles doen in de Randstad en hier voor een redelijk bedrag kunnen wonen.”
„Wij willen eerst de basis op orde brengen en ervoor zorgen dat het platteland goed leefbaar blijft. Met sociale voorzieningen, zorg en onderwijs. Eerst bouwen voor mensen die hier al wonen en een huis zoeken, niet voor mensen die willen ontsnappen aan de drukke Randstad.”
Een verbetering van de ‘flessenhals’ op het spoor tussen Meppel en Zwolle, ziet hij wel zitten. „Daar kun je best naar kijken. Net als naar al die andere bruggen, wegen en spoorlijnen die al zo lang verbetering behoeven. Maar een nieuw spoortracé door natuur en landbouwgebied is niet nodig.”
„Natuurlijk moet er in Groningen een tijdelijke fietsbrug komen tijdens de bouw van de nieuwe Gerrit Krolbrug. In plaats van jarenlang 6 kilometer omfietsen, omdat Rijkswaterstaat een tijdelijke brug te duur vindt!”
Over de Nedersaksenlijn is hij een stuk enthousiaster. „Die is niet bedoeld om een stadsstructuur te creëren, maar verbindt regio’s onderling.” Hij wil het tekort aan woningen in de Randstad net zo oplossen als in de regio: door in elke stad en elk dorp te bouwen. „Dat kan daar ook met inbreiding, optopping, door huizen te delen en leegstand om strategische redenen aan te pakken.”
Henk Koot (77) uit Noordhorn, verhuisde als student met Groningse roots uit Utrecht naar Groningen. Weet het nog niet.
Henk Koot. Eigen Foto
‘Ik ben voorstander van Nedersaksenlijn, maar niet van de Lelylijn. Integendeel, die levert ons alleen maar ellende op. De spoorbaan komt dwars door ons mooie landschap te liggen en we raken letterlijk en figuurlijk onze rust kwijt.
Yuppen uit de Randstad kopen straks onze huizen op en verpesten het karakter van het Noorden. Tussen Amsterdam en Groningen heeft bijna niemand wat aan de lijn, want weinig stations.
Noord-Nederland is meer gebaat bij de Nedersaksenlijn. Als die tenminste geen bovenleiding krijgt, want anders verpest je het landschap weer.
Overigens moeten bestaande spoorlijnen wel worden opgeknapt. Waarom kon er 50 jaar geleden nog wel een trein van Bremen naar Groningen rijden? Hoezo is de spoorbrug over de Eems bij Weener niet meteen als tunnel herbouwd?’
De vorige keer stemde ik NSC, nu weet ik het nog niet. Eigenlijk zou er een referendum moeten komen om per onderwerp de mening van de bevolking te peilen. En het liefst een week radio en televisiestilte in plaats van de huidige ‘debat’chaos.
Martijn Mantingh (51) uit Groningen, huisarts. Stemde vorige keer VVD, nu JA21.
Martijn Mantingh Eigen foto
‘Ik vind de Nedersaksenlijn belangrijk en de Lelylijn nog belangrijker. Zoals de meeste deelnemers, zag ik. Het zijn spoorlijnen waarover al heel lang wordt gesproken. Dan speelt er ook een beetje sentiment mee: een oude Hanzesteden-achtige emotie. Oost-Nederland en Groningen zijn gelijkgestemde gebieden die gevoelsmatig bij elkaar horen.
De Lelylijn levert economisch veel meer op. Die gaat meer over bewoonbaarheid, forensen en de aansluiting van het Noorden bij het Westen.
Ik woon niet dicht bij het station, maar ga wel zoveel mogelijk met de trein naar het westen en midden van het land. Dat gaat via Almere best vlot, maar het is elke keer wel 2 uur, dat zou korter mogen. Naar Enschede zou ik zeker de Nedersaksenlijn nemen. Dat wordt voor mijn gevoel meer een boemel met al die stops, maar die reistijd is nog helemaal niet bekend.
Wat de verkiezingen betreft: ik ben een echte VVD-stemmer, maar wijk daar nu vanaf vanwege de lijsttrekker. Echt heel zonde voor de partij.’
Ellen Houessou (59) uit Hoogkerk. Deze keer D66, als strategische stem
Ellen Houessou Eigen foto
„De Nedersaksenlijn niet belangrijk en de Lelylijn wel. Ik ga geregeld met de trein via Zwolle naar Nijmegen of Amsterdam, en ben te vaak vastgelopen in de flessenhals tussen Meppel en Zwolle.
Zo’n bottleneck verdwijnt niet met een grote opknapbeurt. Er is een alternatieve verbinding nodig. Voor Nijmegen kan de Nedersaksenlijn misschien wat betekenen, maar voor de Randstad is de Lelylijn nodig. Die verkort de reis en er maken veel mensen gebruik van.
Van de Nedersaksenlijn profiteren omwonenden ook, nieuwe stations zijn altijd goed voor de economie. Je zou beide spoorlijnen moeten aanleggen maar dat gaat hem niet worden.
Bij de aanleg is ons landschap absoluut een ding, daar moet je altijd goed naar kijken. Ik ben dol op natuur, maar elke vorm van transport is schadelijk en je kunt niet alles tegenhouden.
Ik stem tactisch op D66. Eigenlijk ben ik meer van kleine partijtjes, vorige keer PvdD, maar dat werkt dus niet. Daarom is het tijd voor een centrumkabinet. Als de PVV groot wordt, moet daar een grote partij tegenover staan.