Verschillende politieke partijen hebben plannen gemaakt om minstens 100.000 nieuwe woningen per jaar te bouwen. Foto: Anton Kappers
Wonen is een belangrijk thema van deze verkiezingen. De torenhoge huizenprijzen, een structureel tekort aan beschikbare woningen en de druk om te verduurzamen, zorgen voor een compleet vastgelopen en overspannen woningmarkt.
„Wij zijn de bouwkampioen”, sprak GroenLinks-PvdA Tweede Kamerlid en nummer twee op de lijst Esmah Lalah onlangs triomfantelijk tijdens een debat bij omroep WNL. Politieke partijen van uiterst links tot radicaal rechts profileren zich tijdens de verkiezingscampagnes graag op het thema wonen.
Zo wil diezelfde GroenLinks-PvdA jaarlijks 100.000 nieuwe woningen bouwen, onder meer door de vergunningverlening en procedures te versnellen. Ook komt er een Startersfonds. D66 wil liefst tien nieuwe steden bouwen op verschillende plekken in Nederland, te beginnen met IJstad op een steenworp afstand van Amsterdam. De VVD wil dertig nieuwe grootschalige woonwijken bouwen, aangewezen door en onder regie van het Rijk.
Ook inwoners van Groningen en Drenthe vinden wonen het belangrijkste onderwerp van deze verkiezingen, zo blijkt uit een enquête van Enigma Research in opdracht van Dagblad van het Noorden. Hoewel de gemiddelde huizenprijs hier lager ligt dan in de rest van Nederland, is het voor met name jongeren bijzonder lastig om een passende en vooral betaalbare woning te vinden. Zij blijven noodgedwongen veel langer thuis wonen dan ze misschien wel zouden willen.
Maar liefst negen van de tien ondervraagden vinden het (zeer) belangrijk dat het nieuwe kabinet zich de komende jaren inzet voor het aanpakken van de woningnood. Regulering van de huurprijzen wordt door 72 procent een effectieve maatregel gevonden.
Om het woningtekort op te lossen, moeten er de komende jaren veel koop- en huurwoningen in sneltreinvaart worden gebouwd. Dit kan volgens de noorderlingen het best op verloederde bedrijfsterreinen (85 procent), aan de rand van dorpen en steden (72 procent) of binnen dorpen en steden (66 procent). Bijna een-derde van de Groningers en Drenten wil landbouwgrond wel opofferen voor woningbouw.
Econoom en hoogleraar financiële markten Arnoud Boot toonde zich onlangs in het tv-programma Buitenhof een warm pleitbezorger voor het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Boot stelt dat het subsidiesysteem onhoudbaar is geworden en dat de huizenprijzen gaan dalen als de hypotheekrente wordt afgeschaft. Dat kunnen huishoudens wel hebben, vindt Boot. ,,Twaalf jaar geleden waren de huizenprijzen maar de helft van nu. Waar hebben we het over?”
Drie op de tien Groningers en Drenten is het niet met Boot eens. Zij vinden dat de hypotheekrenteaftrek moet blijven. Zo’n 62 procent vindt afschaffing wel een goed idee, maar is tegelijk zeer verdeeld over de termijn waarop dat zou moeten worden gerealiseerd.
Deskundige: Zef Hemel (planoloog en hoogleraar)
Zef Hemel Foto: Jan-Willem van Vliet
Zef Hemel stelt dat er vanuit de ruimtelijke ordening bezien geen wooncrisis is in Nederland. Er zijn plekken genoeg om te bouwen in en rondom de steden. „De wooncrisis die we nu hebben komt vooral voort uit een bizar lage rentestand gedurende meerdere jaren. Het heeft niks met demografie te maken, maar alles met economie. Woningen gingen als zoete broodjes over de toonbank, aangezwengeld ook met allerlei fiscale cadeautjes zoals de jubelton. Het was kopen, kopen en nog eens kopen. En ineens is de voorraad op, valt het stil en hebben we grote tekorten.”
Volgens Hemel is de planvorming met betrekking tot bouwprojecten helemaal stilgevallen. „Dat wreekt zich op de langere termijn, want je hebt er de komende 15 tot 20 jaar last van. Je loopt het niet zomaar in. Plus dat Nederland op slot zit inderdaad. Met de stikstofproblematiek, stijgende bouwkosten en een tekort aan bouwpersoneel. Nee, leuker kunnen we het niet maken. En dat gaat geen enkele politieke partij op korte termijn oplossen.”
Als het aan Hemel ligt, wordt er vooral veel gebouwd in de Randstad. Het Noorden kan zich beter ‘koest houden.’ „We hebben hier nog de rust en ruimte. Laten we dat vooral koesteren. Grootschalig bouwen rondom de toekomstige Nedersaksenlijn? Daar zie ik weinig in. De bedrijvigheid zal rond die lijn wel toenemen, maar ik denk dat vooral de stad Groningen gaat profiteren. De as Assen-Groningen wordt straks wel belangrijk als het gaat om bouwen. Die gaat ‘tierelieren.’ Dat is de sterkste troefkaart van het Noorden.”
Rob Jetten (38), woont in Ubbergen, lijsttrekker D66
Rob Jetten Foto: ANP/Sem van der Wal
„Toen ik tijdens het voorjaarscongres van D66 mijn brutale plan voor tien nieuwe steden in Nederland lanceerde, maakte dat een hele hoop los in Nederland. Hoe zien 1 miljoen nieuwe woningen in Nederland eruit? Hoe combineer je dat met goede voorzieningen, met goede bereikbaarheid?
Ik had na het presenteren van de plannen gelijk twee mensen aan de lijn. Eerst Hugo de Jonge, commissaris van de Koning in Zeeland. De tweede was de fractievoorzitter van D66 Drenthe, Anry Kleine Deters. Ze zei: we gaan de Nedersaksenlijn aanleggen in Drenthe en Groningen. Hier is voldoende ruimte om rondom die lijn te bouwen.
Terecht punt van Anry. Er wordt altijd eerst naar de stad Groningen gekeken bij het ontwikkelen van bouw- en bedrijfslocaties, maar dat kan ook best op andere plekken in Groningen en Drenthe. Dus we willen zeker kijken hoe we de Nedersaksenlijn straks kunnen combineren met aantrekkelijke locaties voor innovatieve bedrijven en voor woningbouw. Als de nota Ruimte aan bod komt in de Tweede Kamer gaan we daar zeker voorstellen voor indienen.”
Etkin Armut (27), woont in Groningen, nummer 18 op de lijst van het CDA
Etkin Armut (CDA). Foto: Leonard Walpot/Janneke Walpot
„De meeste politieke partijen zijn het wel met het CDA eens dat er 100.000 nieuwe woningen per jaar gebouwd moeten worden. Ik hoop ook echt dat we hier snel stappen in kunnen zetten, want wonen is zo’n belangrijk thema. Ik ben 27 jaar. Ik zie veel mensen om me heen die een volgende stap willen zetten in hun leven: een woning vinden, een gezin stichten, zich ontwikkelen. Maar dat staat echt on hold nu. Mensen komen niet verder.
Daarom is het ‘wijkje erbij’, wat we in ons verkiezingsprogramma hebben staan, zo’n goed idee. Het is een heel realistische, snelle manier om huizen te bouwen. Want de infrastructuur ligt er al en er zijn al voorzieningen. Veel jongeren zouden na hun studie wel graag in hun eigen stad of dorp willen blijven wonen. Die mogelijkheid hebben ze dan. Dat zijn de grote plussen van het concept. Al is het slechts een onderdeel van de oplossing. Je zult aan meer knoppen tegelijk moeten draaien.
De hypotheekrenteaftrek is ook één van die knoppen. Dat systeem is niet langer houdbaar. Het werkt prijsopdrijvend en belemmert uiteindelijk de woningmarkt. Zeker voor een starter, want die kan geen huis kopen. Daarom willen wij als CDA de hypotheekrenteaftrek afbouwen, maar wel geleidelijk in dertig jaar.”
„Ik stem niet specifiek op JA21 vanwege hun standpunt op wonen. Het is meer dat ik conservatief rechts wil stemmen en dan kom ik bij JA21 uit. De PVV is me te extreem. Ik zie om me heen dat de wooncrisis bepaalde mensen raakt. Bijvoorbeeld jonge collega’s die fulltime werken en nog niet zo heel lang in het beroep actief zijn. Zij kunnen wel 1300 euro per maand aan huur ophoesten, maar als ze een hypotheek willen voor een koopwoning, dan krijgen ze geen lening.
Ik zie de oplossing voor het woningtekort in Nederland vooral in de hoogte. Bouw fantastische wolkenkrabbers, zoals in andere landen of in Rotterdam. We moeten de hoogte in. Er zijn in de steden veel braakliggende stukken grond of troosteloze industrieterreinen waar dat prima zou kunnen. Landbouwgrond moet je daar niet voor gebruiken. Laten we dat vooral teruggeven aan de natuur.”
Stemmer 2: Arnold Mulder (53), woont tijdelijk in Ten Post. Jeugdconsulent. Zwevende kiezer
Arnold Mulder Foto: Siese Veenstra
„Ik heb twee opgroeiende kinderen. De jongste is 16. Mijn oudste dochter van 21 heeft nu pas een eigen plekje gevonden. Dankzij een heel klein voordeeltje, want ze is begeleid gaan wonen vanwege haar autisme. Als ze op een andere manier op haarzelf had willen wonen, weet ik niet of dat wel was gelukt. Voor de komende generatie maak ik me wel zorgen. Want kopen lukt al helemaal niet als je maar een modaal inkomen hebt.
Ik volg de politiek wel een beetje en wat er allemaal in de verkiezingsprogramma’s staat. Ik denk dat er vooral iets aan regelgeving en procedures gedaan moet worden om de vastgelopen woningmarkt vlot te trekken. Zo kunnen regels versoepeld worden voor bijvoorbeeld ouderen die samen in een huis willen trekken. Nu worden ze gekort op hun toelage of AOW. En dus blijft een enkele oudere alleen in een veel te groot huis wonen, terwijl een jong gezin vastzit in een te kleine woning. Dat moet veranderen.”