De familie Piel met hun personeel voor de boerderij die moet wijken voor de Defensieplannen. Foto: Marcel Jurian de Jong
De plannen van Defensie om Laaghalerveen te bestempelen als militair oefenterrein, schokten de inwoners en ondernemers in het gebied. Zoals melkveehouder Albert Piel. Hij vecht voor het voortbestaan van zijn bedrijf. Voor zijn zoon en kleinzoons.
Op het overdekte terras van zijn rietgedekte villa zit Albert Piel ogenschijnlijk ontspannen op een terrasstoel. Zijn vriendin Marette schenkt de koffie in en zorgt voor koekjes. De herdershonden Nina en Lizzy drentelen opgewonden om het bezoek heen. Het uitzicht is fenomenaal. Weilanden, bossages, akkers, boerderijen. Een sproeier in de verte houdt het gras groen, een koppeltje koeien ligt onder de lommerrijke bomen.
Krijgen ze de kans nog?
De koeien behoren tot het melkveebedrijf van Albert Piel. Een maatschap die hij samen runt met zijn zoon Willem. Vanuit zijn woning kijkt Albert uit op het stallencomplex en het onderkomen van Willem en zijn gezin, driehonderd meter verderop. Vertederend vertelt Albert over zijn twee kleinzoons Pim en Daan (12 en 16), die allebei een agrarische opleiding volgen en graag hun vader en opa willen opvolgen. Maar krijgen ze die kans nog?
De rietgedekte villa van Albert Piel, gelegen tegenover de boerderij. Foto: Marcel Jurian de Jong
Als het aan Defensie ligt niet. De krijgsmacht wil het fraaie landbouw- en natuurgebied, ingeklemd tussen Hooghalen, Smilde en het TT Circuit, graag gebruiken als oefenterrein. Een bataljon militairen krijgt er de ruimte om zich te bekwamen in oorlogshandelingen. Imposante en luidruchtige transporthelikopters zullen de rust in het gebied ruw verstoren.
Twee weken geleden kreeg zoon Willem op het erf bezoek van twee mannen. Een rentmeester en Jos van der Leij, directeur van Nationaal Programma Ruimte voor Defensie. „Ik was bij de buren. Willem belde mij. Ik ben toen snel die kant op gegaan”, zegt Albert. Daar hoorden ze de onheilstijding aan. Het melkveebedrijf, met 340 koeien, 250 stuks jongvee en bijna 200 hectare grond, moet het veld ruimen. „We hebben niet veel gezegd toen. De mededeling moest echt even indalen.”
‘De opvolging staat al klaar’
Dat duurde wel een paar weken. Het nieuws sloeg in als een bom bij Albert, al is dat in dit verband misschien geen fijne vergelijking. „Ik wilde eerst ook niet mijn verhaal doen in de media. Ik was te emotioneel. Maar nu is het nieuws wel geland en heb ik besloten te gaan vechten. Vechten voor het voortbestaan van het bedrijf van mijn zoon.. Ik ben 67, ik mag met pensioen. Maar hij heeft nog een heel leven voor zich op de boerderij. En wat te denken van Pim en Daan? De opvolging staat al klaar. Voor hun vecht ik. Het kan toch niet waar zijn dat zo’n mooi bedrijf hier moet verdwijnen?”
De familie Piel. Van links naar rechts: zoon Willem, diens vrouw Margriet, vader Albert, partner Marette en kleinzoons Pim en Daan. Foto: Marcel Jurian de Jong
Vorige week woensdag hield Albert, net als meer gedupeerden, een gloedvol betoog in Provinciale Staten. Hij brak een beetje toen het ging over zijn zoon die hij was kwijtgeraakt. Een zakelijk geschil tussen zijn beide zoons in de maatschap vele jaren geleden liep zo hoog op dat het tot een rechtszaak kwam en pa Albert ook gedwongen werd partij te kiezen.
Hij praat er niet graag over. Nu dreigt hij opnieuw een kind te verliezen. Hij wijst naar de overkant van het weiland: „Ik beschouw de boerderij als mijn kind. Ik ben als 16-jarige in het bedrijf van mijn ouders terechtgekomen.”
Eerst zei Defensie dat ze het bedrijf willen verplaatsen. „Maar dat lukt helemaal niet met zo’n omvang. Daar krijg je nooit de vergunningen meer voor. Defensie zegt nu zelf dat ze de onteigeningsprocedure al hebben opgestart. Ik weet niet of het klopt, maar het zou me niets verbazen.”
Hij moest er ook maar blij mee zijn, vond een vertegenwoordiger van Defensie. „Want bij een onteigening krijg je een hogere vergoeding.” Albert schudt meewarig zijn hoofd. „Geld is niet belangrijk. Ik vecht voor het voortbestaan van mijn bedrijf en onze familie.”
Het melkveebedrijf van de Maatschap Piel. Foto: Marcel Jurian de Jong
„Ze stelden voor dat ik zelf ook maar een rentmeester moest inschakelen. Voor het geval het tot gedwongen uitkoop komt.” Voor het inschakelen van een expert stelt Defensie 20.000 euro beschikbaar. „Dat lijkt veel. Maar weet je wat een rentmeester kost? Zo’n twee procent van de verkoopwaarde van het bedrijf. Wat die waarde is? Tientallen miljoenen, schat ik. Wat heb je dan aan die 20.000 euro? Het is schandalig.”
‘Straks verlies ik nóg een kind’
Hoofdschuddend kijkt hij weer naar de overkant. „Straks verlies ik misschien nóg een kind. Want waar moet Willem naar toe? Naar Canada? En dan zit ik hier over een paar jaar op het terras naar militairen en landende helikopters te kijken. Want mijn woning valt net buiten het geplande oefengebied. Wil ik hier wel blijven? Kan ik dat wel aan?”
Een van de koeienstallen van de familie Piel.
Foto: Marcel Jurian de Jong
Samen met zijn buren hoopt Albert Piel Defensie te overtuigen dat er andere oplossingen zijn. Zoals een hybride gebruik van het gebied in Laaghalerveen. „Dan houdt de grond een agrarische bestemming. Zo vaak oefent het leger niet. De tanks kunnen gewoon door het land heenrijden. Dat is ook realistischer voor die mannen. De schade kan gewoon vergoed worden. Dat is goedkoper dan het hele terrein aankopen. En als ze ons vooraf inlichten dat er helikopters komen, dan houden we de koeien en paarden binnen.”
Onderdak aan militairen
Ironisch genoeg bood Piel twee jaar geleden nog onderdak op het erf aan aan een stuk of dertig militairen, die in het kader van een oefening te voet op weg waren van Havelte naar de kazerne in Assen. „Ze vroegen of ze hier mochten overnachten. Natuurlijk. Wij hebben ze toen van een drankje voorzien. Eten hadden ze zelf bij zich. Zo kan het dus ook en zo zie ik het ook voor me. Een hybride vorm waarbij het leger kan oefenen, maar wij hier gewoon kunnen blijven wonen en boeren.”