Een protestdoek in Laaghalerveen tegen de uitbreiding van Defensie. Foto: Marcel Jurian de Jong
,,Een dolksteek in de rug. Geen onafhankelijk besluit. We zijn totaal overrompeld. Slechte communicatie. Geen empathisch vermogen.” De kritiek loog er niet om woensdag in het Drents Parlement. Inwoners en ondernemers in Laaghalerveen spraken zich eensgezind uit tegen de uitbreidingsplannen van Defensie.
Bij een inloopbijeenkomst afgelopen maandag trokken inwoners van Laaghalerveen en Hooghalen al fel van leer tegen de voorgenomen uitbreiding van oefenterrein De Haar, pal naast het TT Circuit. Woensdag kregen de tegenstanders van de defensieplannen in het Drents Parlement andermaal een kans hun ongenoegen kenbaar te maken.
Liefst tien insprekers hadden zich bij de Statengriffie gemeld; een ongewoon groot aantal. Het is het een overduidelijk signaal dat burgers en ondernemers in het gebied zich niet gehoord voelen door Defensie en nu hun hoop vestigen op provincie en gemeente.
In zak en as
Want ze zitten in zak en as. Zeker de agrariërs die hun familiebedrijven en levenswerken zien verdwijnen. Zoals Albert Piel van de gelijknamige maatschap, met 340 koeien één van de grootste melkveebedrijven van Drenthe. Hij hield een emotioneel betoog in de Statenzaal. ,,De boerderij is mijn vierde kind. Dat pakt Defensie mij af."
Boer Geert Tijms maakt gebruik van het inspreekrecht en spreekt het Drents Parlement toe. DvhN
Eigenaar Woody van der Heijden van natuurcamping Laaghalerveld prijst zich gelukkig dat hij zijn bedrijf niet hoeft te verplaatsen. ,,Maar onze kampeerders komen bij ons voor de rust. Dat is straks met al die vliegbewegingen van helikopters wel voorbij.”
Verlies van landbouwgrond
Gedeputeerde Staten delen de zorgen van inwoners van Laaghalerveen en belangenorganisaties breed. In een zogeheten zienswijze noemt het provinciebestuur het teleurstellend dat Defensie niet kiest voor uitbreiding van het Witterveld als oefenplek voor militairen en helikopters.
Vooral het verlies van landbouwgrond in het gebied weegt zwaar. Ook komt het voorkeurgebied pal tegen bebouwing te liggen. Dat heeft ‘forse impact.’ De communicatie van Defensie met de inwoners wordt zelfs ‘zwaar onder de maat’ genoemd.
‘Onderbouwing volstrekt onvoldoende’
De meeste politieke partijen schaarden zich achter de kritiek. De noodzaak van Defensie om meer te kunnen oefenen op Drents grondgebied wordt onderkend, maar waarom in Laaghalerveen terwijl er met het bestaande Witterveld een goed alternatief is? „De onderbouwing van de plannen vinden wij volstrekt onvoldoende”, stelde gedeputeerde Yvonne Turenhout.
De manier waarop Defensie omgaat met de omwonenden van De Haar was veel partijen een doorn in het oog: „Een vorm van onbehoorlijk bestuur”, vond Statenlid Sam Pormes. „Door de verhalen te horen van de gedupeerden merk je pas hoe groot de impact is”, constateerde Auke van Heel van Volt.
Tegelijk is er het duivelse dilemma dat in deze woelige tijden meer dan ooit de noodzaak wordt gevoeld om Defensie de ruimte te bieden die nodig is. Dat gaat in Drenthe hoe dan ook ten koste van huizen, bedrijven, dieren, natuur, landbouwgebied, maar ook de stilte.
Defensie wil het geel gearceerde gebied op de kaart gaan gebruiken als oefenterrein en landingsplaats van helikopters. Foto: Marcel Jurian de Jong
„Als wij het voor het zeggen hadden, dan zouden wij tegen de plannen zijn”, ging BBB-voorman Willem Vossebeld zelfs rechtstreeks in tegen het voornemen van de ‘eigen’ staatssecretaris Gijs Tuinman.
De BBB is warm voorstander van hybride gebruik van de schaarse grond. Het leger kan waar nodig oefenen op land van de boeren. „Maar landbouw blijft landbouw.” Toch kon Vossebeld geen toezegging doen of zijn partijgenoot Tuinman dat standpunt volgt. „We zijn nog in gesprek, maar hierover hebben we echt een verschil van mening met onze staatssecretaris.”
Gedeputeerde Yvonne Turenhout erkende dat ze flink worstelt met de voorkeur van Defensie. „Wij vinden nog steeds dat Defensie beter moet onderbouwen waarom Witterveld niet uitgebreid zou kunnen worden. Daarna komt deelgebruik van de grond aan de orde. Pas als laatste punt compensatie voor alle betrokkenen. We maken ons ook grote zorgen om de leefbaarheid van het gebied.”