Man (37) uit Schoonebeek verdacht van wegsluizen 1,2 miljoen euro uit bijna failliet blokhuttenbedrijf

Dat vertelt de officier van justitie maandag in de rechtbank in Zwolle, waar B. samen met zijn vrouw Claudia van der H. (41) terechtstaat. Het echtpaar uit Schoonebeek runde vanaf 2016 het bedrijf Tuinhuis Stunter Veenendaal en vanaf 2018 ook het eraan gelieerde Blokhut Stunter, met filialen in Veenendaal en Hoogeveen. In 2020 gingen beide zaken failliet.

De 37-jarige B. wordt ervan verdacht voor 1,2 miljoen faillissementsfraude te hebben gepleegd. Voordat beide bv’s failliet gingen, maakte hij verschillende grote bedragen over naar andere bv’s - hij had er vijftien op naam - en naar privérekeningen van hem en zijn vrouw. In totaal ging het om zes ton per blokhuttenbedrijf, berekende de curator.

De officier eist anderhalf jaar cel (half jaar voorwaardelijk) tegen de Schoonebeker. Ook wil hij dat B. het fraudebedrag alsnog betaalt aan de curator. B. wordt ook verdacht van het onvolledig informeren van die curator. Na het faillissement ontbrak volgens haar een groot deel van de administratie. De Schoonebeker zegt in de rechtszaal dat hij alles aan haar heeft gegeven.

De officier is er ook van overtuigd dat B. samen met Van der H. bijna 600.000 euro heeft witgewassen. Het stel deed alsof Van der H. commercieel directeur van beide blokhuttenbedrijven was. Maar de arbeidsovereenkomsten bleken vervalst, net als een werkgeversverkaring op basis waarvan het stel in 2020 een hypotheek met een bouwdepot afsloot bij ABN-AMRO. Dat geld werd gebruikt voor de aankoop en verbouwing van een huis in Schoonebeek „waar medewerkers van beide bedrijven werkzaamheden uitvoerden, terwijl ze blokhutten hadden moeten aftimmeren”, aldus de aanklager.

„De administratie was een chaos”, verklaarde één van de boekhouders die het stel door de jaren heen versleet tegenover de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD). Een medewerker van de curator sprak van „een schoenendoosadministratie”. „Hij kwam met kratten vol ongeopende enveloppen”, zei een andere oud-boekhouder.

B. en Van der H. runden jarenlang een camping in Schoonebeek en kwamen zo in aanraking met blokhutten, vertelt B., terwijl zijn vrouw naast hem zit te snotteren. Terwijl Van der H. tot in 2021 de camping bestierde, stortte haar man zich op de blokhutten. Hij kocht het hout aan bij een bedrijf in Estland. Zijn bedrijven richtten zich op de verkoop en het plaatsen van de blokhutten en tuinhuizen.

„Ik ben een echte ondernemer en ken mijn sterke en zwakke punten. Eén daarvan is de administratie. Ik ben een sloddervos, maar daarvoor heb ik naar eer en geweten de goede mensen ingeroepen voor hulp”, zegt B. Ze ontkennen alle beschuldigingen.

Ook blijven ze erbij dat Van der H. echt in de zaak heeft gewerkt. „Mijn man is in 2016 ziek geweest en nooit helemaal hersteld. Ik heb hem ondersteund in de verkoop, ging naar beurzen en deed ook administratie”, vertelt de vrouw.

Medewerkers verklaarden juist dat de vrouw bijna altijd op de camping was. „Ik werkte veel thuis, dat zagen ze niet.”

Dat het bedrijf failliet ging, kwam doordat hij al het materiaal in Estland vooraf moest betalen, terwijl het geregeld voorkwam dat onderdelen van blokhutten misten, waardoor klanten hem nog niet betaalden, legt B. uit. Toen in coronatijd de grenzen dichtgingen, was dat volgens hem de genadeklap.

Het stel heeft ook een schuld van 265.000 euro bij de Belastingdienst. „Dit heeft allemaal zoveel gedaan. Als ik langs een boom reed, heb ik regelmatig gedacht: ik rijd ertegenaan, dan heb ik rust in mijn hoofd”, snikt de vrouw. „Maar dat doe ik niet, want we hebben drie kinderen thuis.”

Voor het witwassen eist de officier tegen haar 180 uur taakstraf. Ook wil hij dat ze 255.000 euro, die ze ten onrechte heeft ontvangen als salaris, afdraagt aan de staat.

Uitspraak: 15 januari.