Jan Hessel Kruit kijkt vanuit zijn achtertuin in Tweede Dwarsdiep uit op een rij windmolens. Foto: Marcel Jurian de Jong
De 45 windmolens van windpark Drentse Monden en Oostermoer verdeelden de dorpen. Sommigen verdienden er goed geld aan, anderen lagen wakker van de 200 meter hoge kolossen in het landschap. Dat was toen. Hoe is het nu?
Uitgestrekte akkers, grote boerderijen en eindeloze wolkenluchten. Daartussen langgerekte dorpen en rijen met torenhoge windmolens die het Drentse land doorkruisen.
Rij, dorp, rij, rij, dorp, rij, dorp.
Als je goed kijkt zie je op een lantaarnpaal of prullenbak nog een verbleekte poster met rafelige randjes. ’Windmolens NEE’ staat erop.
Een vervaagde sticker van het windmolenprotest. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het zijn restanten van de jarenlange strijd in het gebied tussen voor- en tegenstanders van windmolens. Want de bewoners in de Drentse Veenkoloniën zaten niet op de 200 meter hoge windmolens te wachten. Ze wilden niet uit hun slaap gehouden worden door aanhoudend zoeven. Niet de rode lampen door hun ramen zien priemen. Niet het weidse uitzicht verprutst zien door witte palen.
En ze hadden al helemaal niet getekend voor de manier waarop de molens in het gebied erdoorheen werden gedrukt.
Sinds 2009, toen de plannen voor Windpark Drentse Monden en Oostermoer werden gemaakt, raakte de samenleving verdeeld. Boeren zagen in windenergie al vroeg een goed verdienmodel. Inwoners hadden het gevoel: zij de lusten, wij de lasten. Frustratie escaleerde in sabotage op boerenland, asbestdumpingen, dreigbrieven, brandstichting en de veroordeling van activisten.
Hoe dan ook, ze kwamen er: 45 windturbines. Bijna vijf jaar geleden werd de eerste gebouwd.
In vijf verhalen zien we het herstel van de dorpsgemeenschappen, maar ook de littekens. Het verzet dat er misschien altijd wel zal blijven. En we leren hoe dit alles misschien voorkomen had kunnen worden. Kies een hoofdstuk, of scrol verder om het verhaal als geheel te lezen.
1. HET HERSTEL
„We gaan naar het Veenlied. Bladzijde 3”, zegt dirigent Gert Hemmen (67).
De leden van de Volkszangclub slaan hun boekjes met liedteksten open, terwijl Harte Meijer (77) de toetsen van zijn rode accordeon indrukt. De klanken van zijn instrument galmen door de grote zaal in het dorpshuis van Gasselternijveenschemond. Ondertussen geeft dirigent Hemmen met zwaaiende armen de maat van de muziek aan.
Accordeonist Harte Meijer en dirigent Gert Hemmen begeleiden de Volkszangavond in Gasselternijveenschemond. Foto: Huisman Media
De zangclub heeft de laatste twee jaar elf nieuwe leden mogen verwelkomen. Daarmee staat de teller op bijna dertig. Het is tekenend voor hoe het verenigingsleven in het dorp weer opkrabbelt. Ook de kaartclub groeit, er is een nieuwe kookclub, een nieuwe groenclub en een herfstfair zag het levenslicht.
Op maandagavond, eens in de maand, klinken vrolijke Hollandse liedjes uit volle borst. Dat er af en toe een valse noot te horen is, maakt niets uit. „Het gaat hier niet om wie het beste kan zingen, maar dat iedereen meedoet”, vindt de accordeonist.
Windpark Drentse Monden en Oostermoer
Het Windpark Drentse Monden en Oostermoer telt 45 turbines met een ashoogte van 145 meter. De wieken reiken hoger dan 200 meter. De molens staan in de gemeenten Borger-Odoorn en Aa en Hunze, in het noordelijke deel van de Drentse Veenkoloniën. Per jaar levert het park genoeg om in potentie alle 216.000 huishoudens in Drenthe van stroom te kunnen voorzien.
Het plan voor de molens ontstond in 2009. In die tijd probeerden projectontwikkelaars boeren warm te maken voor het plaatsen van windmolens. In de Drentse Veenkoloniën zagen boeren kans om een deel van de molens zelf te exploiteren. Samen met de commerciële energiebedrijven Raedthuys en Windunie zijn zij verantwoordelijk voor de bouw van één groot windpark.
Met de zogeheten ‘rijkscoördinatieregeling’ nam het Rijk de regie en overlegde rechtstreeks met de initiatiefnemers. De regionale politiek kon toen geen vergunning meer weigeren. Vergelijkbaar ging het met Windpark Meeden langs de N33, waar 35 windturbines zijn gebouwd. Die beslissing van het Rijk ontketende op beide plekken verzet. Actiegroepen ontstonden en streden fanatiek.
Ondanks het verzet, kwamen de windmolens in Drenthe er toch: zes rijen over een gebied van 50 vierkante kilometer langs dorpen als 2e Exloërmond, Nieuw-Buinen en in een L-vorm langs Gasselternijveen, Gasselternijveenschemond en Nieuwediep.
Nu is het Veenlied aan de beurt. Hun liedboekjes hebben de leden daar niet bij nodig; deze tekst kennen ze uit hun hoofd.
Hoe heerlijk en schoon is de plek waar ik woon Geen schijn die de geest er verkilt Ja, veen is wel grauw en het leven er rauw Maar de harten zijn vriend’lijk en mild Daar, daar zijn we thuis …
Goed nieuws op de vergadering
Hoe lieflijk die tekst ook is, de vriendelijke harten leken een paar jaar geleden wel degelijk verkild. De sociale gemeenschap van Gasselternijveenschemond – een dorp met zo’n zevenhonderd inwoners – kreeg een optater door de komst van de windmolens.
Jarenlang stopte het bestuur van dorpsbelangen al z’n tijd en energie in het tegenhouden van het windpark. De vorige voorzitter had dozen vol met krantenknipsels, bezwaarschriften en andere dossiers over de windmolens. Je kon de vergaderzaal er tot het plafond mee vullen. Tijd voor het organiseren van activiteiten zoals buurtbarbecues en feestjes was er niet meer.
„Mensen waren murw geslagen door de strijd”, vertelt bestuurslid Ali Edelenbosch (76) tijdens een vergadering van dorpsbelangen in het achterste zaaltje van het dorpshuis, een paar dagen eerder dan de volkszangavond. „Inwoners hadden in die tijd helemaal geen zin in zulke activiteiten. Zorg eerst maar eens dat die krengen hier wegblijven, was de boodschap.”
De dorpsbelangenvereniging vergadert in het achterste zaaltje van het dorpshuis in Gasselternijveenschemond. Foto: Marcel Jurian de Jong
Als de vergadering begint, vraagt penningmeester Hilco Ketelaar (68) het bestuur om stilte. „Ik heb goed nieuws”, zegt hij. Hij wrijft in zijn handen. „Ons ledenaantal is weer enorm gestegen.” De bestuursleden merken het door al die groeiende verenigingen: de bewoners voelen zich weer betrokken, zoeken de saamhorigheid.
Dat betekent niet dat het anti-windmolensentiment in het dorp opeens verdwenen is. Gasselternijveenschemond, aan twee kanten ingesloten door molens, is niet langer het kenmerkende rustige gebied van vroeger. Gekmakend zijn de molens voor veel bewoners. De bestuursleden kennen de eindeloze verhalen en schrijnende klachten over onophoudelijk gezoef in de wind, slagschaduw bij lage zon en rode lichtjes in de avond.
Maar het onstuimige verzet lijkt voorbij. De aandacht van dorpsbelangen verschuift. Nog steeds strijden zij juridisch tegen de molens. Maar tegelijkertijd komen verenigingen en clubjes in het dorp weer op gang en krabbelen activiteiten op. Met de volkszang als luisterrijk voorbeeld.
Volkszang verbindt
„Is het al tijd voor koffie?”, roept iemand uit de zaal na drie nummers die maandagavond.
Tussen het gezang door is het tijd voor koffie en cake bij de Volkszangclub in Gasselternijveenschemond. Foto: Huisman Media
Het duurt niet lang of de Volkszangclub zit inderdaad aan de koffie. In die pauze lopen leden Jan Hessel Kruit (71) en Wim Meijer (69) door de hal van het dorpshuis naar een ander zaaltje. Kruit, ook actief als voorzitter van het dorpshuis, vertelt trots over hoe deze plek de afgelopen tijd is opgeknapt.
„Het zag er niet uit. De oude vloer was verrot en stonk”, omschrijft hij. Trouwen wilden mensen hier niet meer. „Nu leeft het hier weer. Ik geniet daarvan.”
Beide mannen wonen al hun hele leven in het dorp. Kruit woont in Tweede Dwarsdiep, een buurtschap tegen Gasselternijveenschemond aan. Vanuit zijn achtertuin kijkt hij uit op een rij windturbines, die op korte afstand staan – zo’n 500 meter.
„Die hadden niet zo dichtbij moeten staan. Toen we in de discussie meegenomen werden, was alles al beklonken”, blikt hij terug.
Jan Hessel Kruit kijkt vanuit zijn achtertuin in Tweede Dwarsdiep uit op een rij windmolens. Foto: Marcel Jurian de Jong
Gewend aan de grijze kolossen
Ook bij hem stond een tijdlang een groot spandoek in de tuin. Met de tekst ‘Windmolens NEE, zonnepanelen JA!’, sprak hij zijn voorkeur uit voor een alternatief zonneplan waar bewoners destijds zelf mee kwamen. Het hielp niet. De molens kwamen er. Kruit begroef de strijdbijl en ontmantelde het protestbord.
De rode lampen op de molens om vliegverkeer te waarschuwen vindt hij nog steeds irritant, maar verder is hij gewend aan zijn uitzicht op de grijze kolossen. „Ik zie ze niet meer, maar ik hoor ze wel”, vertelt hij. „Als een constant geluid van de wind. Toch stoor ik me er niet langer aan.”
Ondanks overlast, merken de mannen dat er acceptatie is. „Voor de meesten is het niet langer het gesprek van de dag”, zegt Meijer, tevens bestuurslid bij dorpsbelangen.
Kruit zegt blij te zijn met de windmolens. Op een bepaalde manier dan. Dankzij het compensatiegeld dat het dorpshuis kreeg vanwege de windmolens konden delen van het dak worden vernieuwd, kwamen er nieuwe vloeren en verf, zijn er zonnepanelen aangeschaft en heeft de keuken een opknapbeurt gekregen.
Er zijn nog wel meer ideeën. „We willen zoveel mogelijk compensatie voor die windmolens als maar kan”, zegt Kruit. Hij lacht.
Jan Hessel Kruit kijkt vanuit zijn achtertuin in Tweede Dwarsdiep uit op een rij windmolens. Foto: Marcel Jurian de Jong
Twee kanten binnen de familie
Niet alleen tussen de dorpsbewoners was er jarenlang strijd. Ook binnen Kruits familie was er hommeles. Zijn broer Bert Kruit (74) was als akkerbouwer een van de initiatiefnemers en tot midden 2023 voorzitter van het deel van het windpark dat in de gemeente Aa en Hunze ligt. Tot voor kort woonden ze aan dezelfde weg.
„We hebben afgesproken dat de windmolens nooit tussen ons in mogen komen te staan”, vertelt Jan Hessel. „Bert is dan wel voorstander, maar hij ziet de nadelen ook. Hij begrijpt ons goed en zegt tegen ons ‘Haal binnen waar je recht op hebt’.”
Dat klopt, knikt Bert Kruit als hij een paar dagen later hoort wat zijn broer over hem zei. Ondertussen kijkt hij naar buiten vanuit zijn nieuwe woning aan de rand van Borger, waar bouwkranen nieuwe kavels in orde brengen.
Hij trok onlangs in zijn nieuwe huis. Een verhuizing die sommige oud-dorpsgenoten uit Gasselternijveenschemond als zien als vlucht, omdat hij in zijn oude dorp met de nek zou worden aangekeken. Kruit lacht dat weg. Onzin. Hij had vanwege zijn leeftijd al lang de wens om zijn grote boerderij uit te gaan waar zijn zoon graag wilde wonen.
Bert Kruit verhuisde onlangs van Gasselternijveenschemond naar Borger. Foto: Marcel Jurian de Jong
Ja, het waren zware jaren voor initiatiefnemers en betrokken bedrijven, geeft Kruit toe. „Collega-boeren investeerden flinke bedragen, zonder dat er ook nog maar een molen stond. Tot de laatste dag was het spannend of de plannen überhaupt doorgingen. Door de inleg van grote geldbedragen stond het water veel boeren aan de lippen”, legt hij uit. „Je hoeft echt geen medelijden te hebben, maar het geeft wel aan dat er risico’s en spanningen zijn geweest.” De luidruchtige protestacties kwamen daar voor de windboeren bovenop.
Kruit ging zelf nooit gebukt onder bedreigingen of sabotagepogingen. „Ik hield er wel rekening mee dat er misschien een keer een baksteen door de ruit gegooid werd. Dat is nooit gebeurd. Maar wat andere gezinnen met die acties is aangedaan, moet je niet onderschatten.”
De sociale onrust gerelativeerd
In zijn naaste omgeving merkte Kruit overigens nauwelijks iets van afgunst. „In onze straat woonden ook tegenstanders, die vooraan stonden bij demonstraties. Ze wisten dat ik destijds voorzitter van het windpark was, maar ik hoorde er nooit iets over. Zij konden dat wel gescheiden houden”, relativeert Kruit de sociale onrust.
Niet alleen zijn broer, ook zijn beste vriend is fel tegenstander. „Hij slaapt niet van de turbines. Maar de eerste die mij belde toen ik voorzitter werd, was hij. Om me te feliciteren.”
De wind is gaan liggen, op een enkele vlaag na dan. In Kruits fietsclub zit Cor van Dijk, bestuurslid van actiegroep Platform Storm. Die weigert nog steeds een woord met hem te wisselen of naast hem te fietsen.
2. HET LIJMEN
Een kerststol, twee glaasjes berenburg en een bruggenbouwer. Meer was er niet nodig om boeren en inwoners weer bij elkaar te brengen in Nieuwediep. Een ritje van 8 kilometer vanaf Gasselternijveenschemond brengt je hier onder de zoetige geur van aardappelzetmeelfabriek Avebe. Onderweg stuit je tussen de weilanden, aardappelvelden en tarwe tweemaal op een rij windmolens, zestien in totaal.
Een rij windmolens bij Nieuwediep. Foto: Marcel Jurian de Jong
Een vlag met de vredesduif erop wappert fier voor het dorpshuis bij Nieuwediep – een dorp met een kleine driehonderd inwoners. Zo’n harmonieus symbool was tien jaar geleden ver te zoeken. Vier boerenfamilies zouden een windmolen in de achtertuin krijgen en daar flink aan verdienen. Dat zette kwaad bloed in het dorp. Het toenmalige dorpsbestuur had het hele dorpshuis volgeplakt met pamfletten ‘Windmolens Nee’.
„Best, dan is het ons dorpshuis niet meer”, redeneerden de boeren.
Hoe anders is dat nu. Het dorpshuis wordt druk opgeknapt met compensatiegeld van de windmolens en bij binnenkomst struikel je over de zakken aardappels die geschonken zijn door een windboer, bedoeld voor minder bedeelde gezinnen in het dorp.
Nieuwe voorzitter
Hij praat met een Rotterdams accent, de ‘lijmer’ van Nieuwediep. Pim Bruggeman (66) kwam twaalf jaar geleden in het Drentse dorp wonen. Hij zag het sociale dorpsleven doodbloeden. De enige clubs, klaverjas en bingo, waren op sterven na dood.
Vanwege gedoe binnen het dorp en dorpsbestuur werd Bruggeman zeven jaar geleden als voorzitter gevraagd. Zijn antwoord: ja, onder één voorwaarde. „Alleen als we samen de schouders eronder zetten.”
Bij het dorpshuis in Nieuwediep wappert de vredesduif. Foto: Marcel Jurian de Jong
Zijn eerste wapenfeit: de ramen van het dorpshuis pamfletvrij maken. Hij richtte vervolgens werkgroepen op voor onderhoud van de perenbomen, papier ophalen en het opknappen van het dorpshuis. Bruggeman heeft de mailadressen van zowat iedereen. Moet er iets gebeuren, dan heeft hij het zo voor elkaar. „Ik heb hier geen geschiedenis, dus kan iedereen recht in de ogen kijken.”
Verbindingsbrood
Midden in de coronatijd kwam Bruggeman op een idee. Hij wilde alle inwoners van Nieuwediep namens dorpsbelangen een kerststol geven. Op het kaartje stond: ‘We werken aan verbinding’. Ook de boeren kregen zo’n stol. Het duurde niet lang of de telefoon ging bij Bruggeman. Of-ie niet eens op de koffie wilde komen.
Hij weet nog hoe hij binnenkwam bij de boer. Onwennig was het niet, want na twee bakjes koffie kwam de borrel op tafel. „Zoals het gaat op de boerderij. Om half 11 ’s ochtends aan de berenburg. Reuzegezellig.”
Vrijwel direct kwamen de verhalen. Over de leuke sfeer van vroeger. Hoe de boer graag weer eens wilde komen klaverjassen. De twijfels of dat wel zou kunnen. Bruggeman maakte er korte metten mee. „We zijn toch buren? Laten we dit hoofdstuk afsluiten en er samen een mooie tijd van maken.”
Pim Bruggeman bij het dorpshuis in Nieuwediep. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het duurde nog enige tijd totdat Bruggeman een tekstberichtje kreeg. ‘Ik kom vanavond klaverjassen.’
Niet langer twee partijen
Schoorvoetend kwam de boer het kaartzaaltje binnen. Maar de sfeer was onmiddellijk joviaal. Niet veel later zaten boeren en burgers gezamenlijk Formule 1 te kijken onder het genot van een biertje.
Drie van de vier boeren doen inmiddels weer mee met de bingo en het klaverjassen. „En met die vierde heb ik ook goed contact, maar die heeft het gewoon te druk. We zitten in het dorp nu op een punt dat we niet meer spreken van twee partijen. We zijn gewoon één dorp”, zegt Bruggeman.
Het compensatiegeld uit het gebiedsfonds helpt daar in mee. Er is in drie jaar tijd al van alles binnengehaald. Drie aed’s, een EHBO-cursus voor dorpsbewoners, een overkapping achter het dorpshuis, een opgeknapte jeu-de-boules-baan, picknicktafels, prullenbakken, bankjes, een nieuwe papieropslag. Er liggen nog talloze plannen om het dorpshuis verder op te knappen.
Het gaat erom dat mensen zich samen blijven inzetten voor de leefbaarheid voor het dorp, vindt Bruggeman. „Ook al zijn de bewoners niet blij met de molens. Dat blijft.”
3. DE LITTEKENS
„Windmolens? Kwestie van opblazen die hap!” Het sentiment bij de biljartclub in het dorpshuis van 2e Exloërmond lijkt op het eerste gezicht weinig veranderd sinds de molens er staan.
Van de meest noordelijk gelegen windmolen bij Nieuwediep naar de Monden in het zuiden is het 20 minuten rijden. Op deze route van zo’n 16 kilometer kom je alle 45 windmolens tegen.
1e en 2e Exloërmond zijn bij uitstek dorpen waar de saamhorigheid de afgelopen jaren onder druk is komen te staan. Dat komt vooral door twee zaken: de rel rond de concurrerende voetbalverenigingen TEVV en De Treffer ’16. En natuurlijk de windmolens.
Bij de biljartclub kunnen zeven mannen daarover meepraten. De meesten hebben anti-windmolenactivist en hét gezicht van het protest, Jan Nieboer, hoog zitten. „Hier biljarten geen boeren”, vertelt Willem Schutrups (70) uit 2e Exloërmond, die als enige met zijn naam in de krant wil.
Windmolens in het landschap van Gasselternijveenschemond. Foto: Marcel Jurian de Jong
Ze trekken de keuen van de muur. Twee spelen het spelletje, terwijl de rest commentaar levert. „Heb je een slecht huwelijk, dan kom je hier”, roept een van hen. De mannen zien elkaar wekelijks voor de sport. Schutrups: „Wij praten hier over alle problemen in de wereld. En na die tijd zitten we aan het bier.”
Boerendemonstraties vanwege stikstof of mestbeleid hoeven hier niet op sympathie te rekenen. „Als een boer een arbeider in het najaar kon invriezen, dan deed-ie dat. Heeft-ie in het voorjaar weer een fris exemplaar”, zegt een man in een geel shirt. Het ongenoegen over het feodale verleden zit diep.
„Het is van begin af aan fout aangepakt met de windmolens en dat komt nooit meer goed”, zegt Schutrups. De mannen knikken. Hier zijn contacten verbroken, landschappen verpest en rest als toetje de overlast. De baten voor de boer, de lasten voor bewoners. Tegenover Schutrups woont een windboer. „De verhouding is zoek. Ik heb één keer 5 rooitjes gebeurd, hij elk jaar 25.”
‘Vergreld’
Geboren Twaide Mondje Peter Zwiers (42) kent dit sentiment in de Monden. Hij verzette zich vanaf het prille begin tegen de windmolens. Destijds, in 2010, had hij niet gedacht dat ze er ooit zouden komen. Draagvlak ontbrak immers overduidelijk.
Zijn onlangs beëindigde politieke carrière voor de Partij van de Arbeid als Statenlid in de provincie Drenthe en de gemeenteraad van Borger-Odoorn stond grotendeels in het teken van molenprotest.
De onlangs beëindigde politieke carrière van Peter Zwiers uit Nieuw-Buinen stond grotendeels in het teken van molenprotest. Foto: Marcel Jurian de Jong
Zwiers zag mensen afknappen op overheden in de jaren dat de plannen zich ontvouwden. Bewoners vonden het onbegrijpelijk dat het besluit over windmolens werd genomen, zonder dat zij enige inspraak kregen. „Ze waren vergreld, met een mooi Gronings woord. Iedere keer dat ze een beetje hoop hadden dat het niet doorging, werd dat keihard de kop ingeslagen.”
Zwiers woont sinds kort niet meer in 2e Exloërmond, maar in Nieuw-Buinen, waar hij net als in zijn vorige dorp uitzicht heeft op de kolossale windturbines.
„Ik heb er littekens aan over gehouden. En met mij meer mensen”, zo vertelt hij met een kopje koffie aan zijn keukentafel.
Zwiers stond er in de politiek alleen voor. Op het dieptepunt in 2013 stemde hij in de Provinciale Staten als enige van twaalf fractiegenoten tegen de windturbines in de Veenkoloniën. Dat werd hem allerminst in dank afgenomen. Zwiers kreeg te maken met dreigementen, intimidatie en uitsluiting door collega’s. „Dit zijn mijn donkerste dagen geweest. Gitzwart.”
Den Haag en de agrarische sector blijven voor hem altijd besmet. Tegelijkertijd wil Zwiers er niet in blijven hangen. Na de moeilijke tijd bij de provincie pakte Zwiers de draad weer op. Hij werd zelfs portefeuillehouder energietransitie nadat hij op eigen initiatief een plan maakte voor verduurzaming van sportkantines. „Dat is hoe je de energietransitie aanpakt: sámen met de mensen.”
Slijtend gevoel
Inmiddels begint de ‘molenpijn’ in de dorpen te slijten, ziet Zwiers. Het gaat er niet zoveel meer over bij de voetbalclub of in de supermarkt. Misschien nog een enkele keer aan de stamtafel in het café. „En dan vliegen er vaker krachttermen over tafel.”
Dat het conflict naar de achtergrond is verdwenen, merkte Zwiers op een feest van het 200-jarige Nieuw-Buinen. Daar hielpen tegenstanders van het eerste uur én windboeren aan mee. Een deel van het geld voor de organisatie van het feest kwam uit het gebiedsfonds. Een enkeling zei: „Als dat geld wordt gebruikt voor de organisatie, dan kom ik niet.” Toen puntje bij paaltje kwam, merkte Zwiers daar weinig van. „De dorpen hebben hun draai weer gevonden. Straten en buurten weten elkaar weer te vinden.”
‘Andere kamp’
Volgens Zwiers is de omgeving eerder bereid tot acceptatie van de windmolens, als ‘de windkant’ zich opener zou opstellen. „Er waren boeren die dit nooit zo hebben gewild. Soms zitten mensen in het ‘voorstanderskamp’ zonder dat ze goed hebben overzien wat de consequenties zouden zijn.”
Zwiers wijst op een teamgenoot uit zijn voetbalelftal: Bouke. De aardappelboer uit 2e Exloërmond heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij niet direct voorstander was van de windmolens.
Bouke Wind (52) wil thuis op zijn akkerbouwbedrijf best zijn verhaal doen. Het is even rustig, hij komt net van zijn land. Hij weet nog hoe het begon. Initiatiefnemers kwamen bij hem aan de deur en hij zette een bakje koffie voor ze. „Tja, ik vind het geen mooie dingen, maar ja, het plan stond al helemaal op papier.”
Hij was niet meteen enthousiast. Maar het was meedoen of toezien hoe zijn land onteigend zou worden. En dus ging Wind – na gesteggel over de hoogte van zijn vergoeding – uiteindelijk overstag.
Zo’n windmolen op eigen land heeft best voordelen, merkt Wind inmiddels. Zijn machines kunnen eenvoudig over de toegangsweg van de molen op zijn land rijden, naar een geasfalteerde plek onder de molen waar hij zijn aardappelen droog kan stallen.
Bouke Wind voor boerderij waar een nieuw dak op komt. 49 km Foto: Harry Tielman
Maar Anja Wind (48), Boukes vrouw, is nooit blij geweest met de keuze.
Liever niet gehad
Het echtpaar uit 2e Exloërmond is erop aangekeken. Actievoerders gooiden verfblikken met staalbeton op de akker en ijzeren stangen in het land om de landbouwvoertuigen te saboteren. Hun dochters werden op hun tocht naar school uitgejouwd. Het dieptepunt waren de anonieme dreigbrieven. De tekst had de strekking: kijk goed over je schouder, want er gaat iets met je gebeuren.
Het stel kreeg er stevige discussies over. Bouke werd strijdlustig, Anja wilde niets liever dan stoppen. De oudste dochter sprak vanuit vaders genen: „Je laat je toch niet klein krijgen door zo’n brief?”
Inmiddels is die heftigheid achter de rug. „Je hoort er niemand meer over”, merkt Bouke.
Berusting en weerzin blijven over. „De molens zijn spuuglelijk”, zegt Anja. „Ze maken lawaai. Geven rood licht. En niemand heeft echt inspraak gehad, dit is in Den Haag beslist. Maar ja, ze staan er nu eenmaal.”
Achteraf had ze de molens liever nooit in het gebied gehad. „Wij worden beter van iets waar anderen last van hebben. Dat is míj het geld niet waard.” Haar man beaamt dat. „Het had achteraf allemaal anders gemoeten. Als het hele dorp grote korting op de energierekening had gekregen, was er meer acceptatie geweest.”
‘Verhoudingen zijn beter geworden’
Na een uur biljarten in het dorpshuis van 2e Exloërmond, is de toon bij de zeven mannen iets gematigd. Je hoort het tussen de regels door. De komst van de windmolens en het gebrek aan inspraak, hebben littekens achtergelaten. Maar een open wond is het niet meer.
De 70-jarige Willem Schutrups heeft er geen problemen mee om een kop koffie te drinken met zijn overbuurman die een windmolen op het land heeft. En toen de turbine een tijdje stilstond, kon Schutrups daar gerust een grapje over maken: „Het brengt niet veel op, jong.”
„We hebben ons erbij neergelegd. We kunnen ons ergeren, maar we kunnen het ook niet doen. Dan laatste doen we maar.” De mensen zijn minder verdeeld, merkt Schutrups. „De verhoudingen is er intussen misschien iets beter op geworden. Mensen durven er nu eerlijk over te praten en zwijgen er niet meer krampachtig over.”
4. DE STAART VAN HET VERZET
Ja, er is berusting. Maar een kleine groep stopt nooit.
Terug naar Gasselternijveenschemond waar rode lichten zich helder aftekenen in de invallende schemer.
Cor van Dijk (links) en Jan Nieboer (rechts) zullen hun strijd tegen de molens nooit opgeven. Foto: Marcel Jurian de Jong
Dat licht valt binnen in de woonkamer van Cor van Dijk (58), die zich buigt over stapels papier. Vanuit hier heeft hij zicht op zes turbines, vanuit zijn achtertuin op zeven. Naast Van Dijk zit Jan Nieboer (66), een naam bekend bij vriend en vijand als hét gezicht van het windmolenprotest. Hij werd kortgeleden veroordeeld tot zes maanden cel voor het sturen van dreigbrieven naar windmolenbouwers.
Van Dijk knipt de leeslamp aan. Bij rood licht wil hij geen papieren lezen.De ene stapel is een toren van klachten over de windmolens. De andere bevat gerechtelijke uitspraken over windparken elders in Europa. Ze putten er hoop uit.
Ook al staan de turbines er, de heren zullen hun strijd tegen de molens nooit opgeven. Van de actiegroepen WindNee, Tegenwind en Platform Storm, bestaat alleen die laatste nog. De club zet in op twee zaken: het administreren van klachten en procederen in Europa.
„Mijn drijfveren zijn respect, vertrouwen en integriteit”, verklaart Van Dijk. „Alle drie zijn beschadigd door het proces waarmee de molens hier zijn gekomen. Als ik in de spiegel kijk, wil ik kunnen zeggen dat ik alles heb geprobeerd om de windmolens weg te krijgen.”
„Van alle initiatiefnemers woont 90 procent hier niet meer”, denkt Van Dijk. Dat is overdreven, maar dat iemand als boer Bert Kruit vanuit Gasselternijveenschemond naar het molenloze Borger is verhuisd, kan Van Dijk moeilijk verkroppen.
Klacht registreren
De strijd van Platform Storm gaat door. Allereerst door klachten te verzamelen om in de toekomst rechters ervan te overtuigen dat windmolens negatieve invloed kunnen hebben op de gezondheid van omwonenden. Zulke gegevens zien de mannen als aanvulling op bestaande onderzoeken die negatief concluderen over de impact van laagfrequent geluid op de gezondheid en nachtrust.
Van Dijk houdt een schaduwboekhouding bij van klachten. Normaal gesproken kunnen mensen daarmee terecht bij het windpark of bij de gemeenten. Maar bewoners die vinden dat daar te weinig mee gebeurt, sturen hun klacht ook naar Platform Storm. Nieboer: „Je wordt bang als je leest wat mensen allemaal ervaren.”
De mannen van Platform Storm verzamelen klachten over de windmolens. Foto: Marcel Jurian de Jong
De teller staat inmiddels op 650 klachten, waarvan het gros over geluid. Mensen vinden het constante gezoef hinderlijk en slapen er slecht door. Ook zien ze meldingen voorbijkomen over hoe de molens de horizon vervuilen of zorgen voor slagschaduw in huizen.
En dan zijn er nog klachten over de schadelijke effecten van windmolens op de gezondheid. Omwonenden geven aan ziek te worden door de molens. Ze hebben hoofdpijn, hartkloppingen en stress.
Ook de zoon van Van Dijk kreeg op 17-jarige leeftijd plotseling klachten toen de molens er stonden: heftige oorklachten door hyperacusis (overgevoeligheid voor externe geluiden) en tinnitus (oorsuizen). „Alles ontplofte in zijn oor. Dat was precies waarom ik van tevoren zo beducht was op die windmolens.” Zijn zoon zat drie jaar in een depressie, zag het leven niet meer zitten. Het gaat inmiddels beter met hem, maar voor Van Dijk staat vast dat de molens een belangrijke rol in die klachten hebben gespeeld.
Met de verzamelde klachten hoopt Platform Storm aan te tonen dat windmolens de gezondheid wel degelijk beïnvloeden, ondanks dat een direct verband daartussen moeilijk te bewijzen valt. „In dit gebied zijn relatief meer mensen depressief”, meent Van Dijk. „Daar speelt de toegenomen nachtelijke geluidsoverlast een rol in.”
Hoop op afbraak
Een tweede strijdpunt van de actiegroep is om het windpark alsnog illegaal te laten verklaren, omdat het vergunningsproces verkeerd zou zijn gelopen. Met honderden steunverklaringen vertegenwoordigen ze bij de rechter een grote achterban, benadrukken ze.
Er ligt een bezwaar bij de Raad van State met het verzoek om de vergunning van het windpark alsnog in te trekken. De molens zouden geen juridische basis hebben vanwege het zogeheten Verdrag van Aarhus, dat burgers inspraakrechten in milieubeleid toekent. Al vaker moesten in Europa molens achteraf worden afgebroken, zoals bij de Franse stad Toulouse. Als de Raad van State weigert, ligt de weg naar het Europese Hof nog open.
Naast Platform Storm voert ook Dorpsbelangen Gasselternijveenschemond nog een juridische procedure. Zij hebben de ombudsman ingeschakeld, omdat de windmolens in het gebied groter zijn dan oorspronkelijk was vergund.
De mannen zullen zich nooit bij het windpark neerleggen. Herstel tussen windboeren en actievoerders is er niet, menen Nieboer en Van Dijk. „Als er al contact is, dan is dat een gewapende vrede tussen arbeider en boer”, zo typeert Nieboer de situatie.
Windmolens in het landschap van de Drentse Monden. Foto: Marcel Jurian de Jong
Dat omwonenden toch milder worden, komt volgens hen door geld uit het gebiedsfonds. Nieboer: „Op het moment dat er een bepaald belang is – er valt wat te verdienen – zijn mensen bereid om hun principes te laten varen, de harde kantjes wat te vergeten.”
Voor Nieboer voelt het verkeerd. Als zelfstandig accountant staat hij geen enkele boer bij. Van Dijk staat er net zo in. Geld van het gebiedsfonds maakt sommige bewoners misschien milder, maar niet dit tweetal. „Mensen worden afgekocht met een wipkip.”
Op verzoenende toon vervolgt Van Dijk: „Maar ik snap ook wel dat het voor anderen nu wel klaar is. Op een gegeven moment staan die molens er zo lang. Dan wil je door. Zo werkt het bij de mens. Maar niet voor fanatiekelingen als wij.”
5. DE LESSEN
Een windpark zet je niet neer over de ruggen van de inwoners. Maar met alleen schreeuwen bereik je ook niets. Actievoeren kan niet zonder de dialoog. Daardoor zijn misschien wel miljoenen blijven liggen voor het gebied.
Het zijn de lessen die Rob Rietveld (64) uit Annerveenschekanaal in de afgelopen vijftien jaar leerde. Ooit begon hij actiegroep Tegenwind Hunzedal, die later opging in de overkoepelende actiegroep Tegenwind Veenkoloniën. Rietveld wilde de komst van het windpark tegenhouden. Al snel werd hem duidelijk dat dat niet zou gaan lukken. Hij stapte uit de protestclub van Jan Nieboer en veranderde zijn motto in: ‘Als het gebeurt, dan op een fatsoenlijke manier’.
In de jaren die volgden, probeerde Rietveld omwonenden aan tafel te krijgen. Hij richtte de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW) op. Maar praten ging moeizaam. De overheid had de plannen al klaar, bewoners reageerden woedend op de voldongen feiten. Die benadering lag aan de basis van het felle verzet.
Rob Rietveld uit Annerveenschekanaal richtte de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW) op. Foto: Marcel Jurian de Jong
De echte strijd, zo benadrukt Rietveld, vond niet plaats tussen burgers en boeren, maar tegen de overheid. „De autoritaire opstelling van de overheid is mij het meest bijgebleven. Dat doet het ministerie niet gauw weer”, zegt Rietveld. Inmiddels gaan gemeenten en de provincie over vergelijkbare plannen veel uitgebreider met de lokale bevolking in gesprek.
Dat ziet Rietveld bij Emmen, waar hij ook heeft meegepraat met bewonersgroepen over de locatie en voorwaarden van een nieuw te bouwen windpark. „Mensen zijn best bereid tot acceptatie, als je maar goed uitlegt waarom een bepaalde plek is gekozen voor windmolens.”
50 cent te weinig
Het was in 2019 de Omgevingsadviesraad (opgericht door de gemeente Aa en Hunze) die boer en burger weer om tafel moest krijgen om afspraken te maken over het gebiedsfonds, een pot geld voor bewoners en dorpsprojecten in het windmolengebied. Rietveld wierp zich op als adviseur. Het liep moeizaam. Harde schreeuwers en opgekropte frustratie bepaalden aanvankelijk de toon.
Aan de ene kant waren omwonenden het niet eens met de hoogte van het compensatiebedrag van 50 cent per opgewekte megawattuur. Aan de andere kant waren initiatiefnemers na al die roerige protestjaren verhard in hun opvattingen en vonden ze elke eurocent te veel.
Het bleef 50 cent. Al denkt ook windboer en oud-windparkvoorzitter Bert Kruit (74) uit Borger achteraf dat het bedrag hoger had kunnen zijn. De windboeren wilden aanvankelijk immers ook de lokale bevolking mee laten profiteren van het park. „Als mensen gewoon als volwassenen met elkaar hadden gepraat, dan was er meer mogelijk geweest”, denkt hij. „Die actiegroep had het standpunt: als je met hen praat, dan heul je met de vijand.”
De toon door de jaren heen was volgens Kruit te hard. Te agressief. „Als ze je jarenlang op een verschrikkelijke manier bejegenen, zonder dat ze ook maar één keer gelijk krijgen, valt er niet meer te praten. Het is kapotgemaakt door die kleine, harde kern.”
Bert Kruit uit Borger was als akkerbouwer een van de initiatiefnemers en tot midden 2023 voorzitter van het deel van het windpark dat in de gemeente Aa en Hunze ligt. Foto: Marcel Jurian de Jong
‘Het moet slijten’
De afstand tussen bewoners die toen ontstond, is volgens Rietveld niet makkelijk te herstellen. „Ze moeten elkaar weer tegenkomen bij verenigingen, op het voetbalveld. En het moet slijten en verwateren doordat mensen verhuizen en nieuwe bewoners in het gebied komen wonen.”
Na de affaire in zijn achtertuin, heeft Rietveld er zijn werk van gemaakt om omwonenden van turbines bij te staan. Vanuit de NLVOW heeft hij bij meer dan vijftig projecten zijn ervaring kunnen gebruiken. „Ik hoef nergens uit te leggen waarom ik dit werk doe. Als ik vertel dat ik uit de Drentse Veenkoloniën kom, snapt iedereen dat direct.”
„De Veenkoloniën zijn hét voorbeeld van hoe het niet moet.”