Op het dak van de voetbalvereniging Nieuw-Buinen is te zien hoe het bijna mis ging. Op de achtergrond staan windturbines die door de rijksoverheid zijn doorgedrukt. Voor de zonnepanelen van de voetbalclub was geen ruimte meer op het stroomnet. Pas na veel gedoe kwam er een systeem om de elektriciteit van de voetbalvereniging op te slaan en konden de panelen worden aangelegd. Foto: Harry Tielman
Gewone mensen mogen wel betalen maar niet bepalen: onderzoek aan de Groningse universiteit bevestigt de bezwaren tegen de komst van energie uit zon en wind, vinden critici.
Het proefschrift van de Groningse econoom Daan Hulshof (30) is koren op de molen van Rob Rietveld van de Vereniging Omwonenden Windenergie en van het Drentse PvdA-Statenlid Peter Zwiers. Hulshof bestudeerde onder meer het effect van subsidies voor windmolenparken en komt tot de conclusie dat die dikwijls hoger zijn dan strikt noodzakelijk om deze projecten van de grond te trekken, waardoor de ontwikkelaars er veel geld aan overhouden.
Het levert een zuur beeld op, vooral voor omwonenden van windparken. Ze betalen via de Belastingdienst mee aan de overlast die ze ervan ondervinden. Van de behaalde winsten pikken ze maar een paar graankorrels mee.
„De overheid laat alles aan de markt over en houdt projectontwikkelaars met die subsidies een vette worst voor om projecten te ontwikkelen”, stelt Rietveld vast. „Die ontwikkelaars zoeken dan plekken op waar ze het meeste kunnen verdienen. Ze zou beter kunnen handelen zoals je dat ook doet met woonwijken bijvoorbeeld. Dan heb je als overheid meer regie en hebben ontwikkelaars minder risico’s.”
PvdA’er Zwiers vindt ook dat het met deze zogenoemde energietransitie niet de goede kant op gaat. „Mensen hebben moeite hun energierekening te betalen, anderen worden rijk van deze projecten. Het gaat ons niet alleen om het opwekken van megawatturen. We willen dit gebruiken om ook allerlei sociale effecten te bereiken. Laat mensen zelf kleinschalige projecten ontwikkelen, met zon op dak bijvoorbeeld. Dat is in eerste instantie duurder, omdat je minder snel meters kunt maken. Maar op termijn zijn de sociale opbrengsten veel groter.”
Promovendus Hulshof benadrukt dat overschakelen op zonne- en windenergie niet mogelijk is zonder subsidie van de overheid. „Zonder die subsidies komen projecten niet van de grond, zo simpel is het. Het hangt af van lokale omstandigheden hoeveel subsidie er nodig is. In geval van windturbines gaat het dus vooral om de vraag hoe hard het ergens waait.”
Volgens Hulshof heeft de overheid afgelopen jaren wel veel inspanningen gedaan om niet meer te subsidiëren dan absoluut nodig is. „In absolute zin zijn de subsidies gedaald, maar in relatieve zin minder. Ze maken nog steeds een flink deel van de winst uit.”
Dit alles steekt te meer omdat omwonenden slechts mondjesmaat profijt hebben van de opbrengsten van windturbines. Onderzoekers Klaas Kwakkel en Edwin de Jong van de Noordelijke Rekenkamer schreven hierover anderhalf jaar geleden een rapport. Zonder subsidie geen schone energie, die conclusie onderschrijft ook Kwakkel. Hij snapt de frustraties. „We hebben de provincie Drenthe geadviseerd een visie op te stellen hoe ze het willen hebben.”
Die boodschap is al wel geland bij gedeputeerde Henk Brink (VVD) van ruimtelijke ordening. Hij heeft scherpere regels opgesteld voor de ruimtelijke inpassing van wind- en zonneparken. Het is echter ingewikkeld om omwonenden een groter deel van de taart in het vooruitzicht te stellen, weet Kwakkel.
„De overheid mag dat soort eisen niet stellen bij het verstrekken van een vergunning”, stelt hij. „De gemeente Emmen heeft dit in het verleden wel gedaan, maar die ging eigenlijk buiten haar boekje.”
Hij snapt dat critici als Rob Rietveld en Peter Zwiers meer regie bij de overheid om de energietransitie in goede banen te leiden. „Maar het is een ingewikkeld proces”, waarschuwt Kwakkel.