Bij Arne Joling is het glas altijd halfvol. Foto: eigen foto
Het was een wirwar aan emoties. Zo kijkt trainer Arne Joling (47) terug op 18 mei, toen tijdens de kampioensrondrit van zijn eerste elftal van SV Borger acht spelers gewond raakten nadat ze van een open bus vielen.
Euforisch waren ze. De spelers van het eerste elftal van SV Borger sleepten op zaterdag 18 mei het kampioenschap in de vierde klasse F binnen. En misschien wel het mooiste: de kampioensploeg mocht dat vieren met een feestelijke rondrit in een touringcar door het dorp.
„De club had wel eerder zo’n rit gedaan. Dat is een enorme ervaring, vertelden mensen uit het dorp ons. Een ervaring die we nooit zouden vergeten”, blikt trainer Arne Joling (47) terug.
Een route was al uitgestippeld. In ongeveer 20 minuten zou de bus vanaf het sportpark langs straten in Borger rijden. Zo’n 30 mensen zitten in de open bus. Onder toeziend oog van spelers die er achteraan fietsen en inwoners die langs straten toekijken om iets van de feestvreugde mee te krijgen.
‘Stop!’
Met nog zo’n 5 minuten te gaan, bereikt de bus het Waardeel. Een straat midden in een woonwijk vlak bij het voetbalcomplex. En dan slaat in één klap de feestvreugde om. Joling zit voorin de bus als hij plots iemand hoort roepen. ‘Stop!’ Hij kijkt achterom en stapt uit de bus. „Dan zie je opeens de paniek toeslaan. Je denkt: dit is serieus”, zegt hij.
Overal ziet hij zijn eigen spelers liggen. Jongens van rond de 20 jaar. Sommige huilen, anderen zitten onder het bloed. Bewoners rennen uit hun huizen om te helpen. Binnen een mum van tijd staan er politieauto’s, ambulances en een stroom aan mensen te kijken.
„Dat beeld vergeet ik nooit weer. Ook mijn eigen broertje lag daar”, zegt Joling. „Dan zit je plots in een nachtmerrie. In een heel slecht verhaal. Dat gevoel heb ik nooit eerder gehad. Binnen een seconde die omslag van feestvreugde.”
Reling losgeraakt
De reling van de open bus waarop de ploeg feestvierde, bleek losgeraakt. Spelers vielen daardoor uit de touringcar. Acht mensen raakten gewond, van wie een deel naar het ziekenhuis werd gebracht. Slachtoffers hadden schaafwonden, kneuzingen, hechtingen, botbreuken zoals een gebroken pols en gebroken schouder.
De rest van het team en andere leden van de club werden opgevangen op sportpark De Drift. De kantine waar die avond groots feest gevierd zou worden, werd een plek waar leden met elkaar in gesprek konden gaan. Ook burgemeester Jan Seton van Borger-Odoorn was erbij.
„Je wil op dat moment de emoties met elkaar delen”, zegt Joling. „Toen wisten we nog niet hoe het met de gewonde jongens ging. In je achterhoofd vraag je je af of dat wel goedkomt. Dat is heel naar.”
Terug naar plek des onheils
Twee weken na het ongeval kon ook de laatste speler uit het ziekenhuis weer naar huis. Samen probeerde de club de gebeurtenis zo goed mogelijk te verwerken. De jongens kregen slachtofferhulp aangeboden. Een paar dagen na het ongeval ging het team samen naar de plek des onheils.
Dat was emotioneel, vertelt Joling. „Sommigen hadden daar wel moeite mee en wilden er niet direct weer naartoe. Anderen wel. Iedereen reageert daar anders op.” De selectie ging langs de bewoners aan het Waardeel om ze te bedanken voor hun hulp. Het kampioensfeest werd later ingehaald op de club.
Behalve op SV Borger, maakte het ongeluk ook veel impact op Klaas Jan de Vries, de buschauffeur en eigenaar van Drenthe Tours. Na onderzoek bleek dat zijn bus technisch niets mankeerde. Die rijdt inmiddels weer. „We hebben na afloop goed contact gehouden. Hij informeerde regelmatig hoe het met ons was”, zegt Joling. „Dat vind ik mooi.”
De spelers hielden geen blijvende schade over en dartelen inmiddels weer over het veld. Ze voetballen allemaal nog samen in het eerste elftal. Ook mentaal gaat het goed. „Voor zover ik het kan inschatten”, benadrukt Joling. „Iedereen is redelijk nuchter ingesteld. Dat hoort misschien wel een beetje bij de voetbalwereld. Bovendien is het met een goede afloop makkelijker om te relativeren.”
De trainer hoopt zoiets nooit weer mee te maken. „Toch zie je een stukje verbondenheid doordat je zoiets meemaakt met elkaar. Het schept een band.”
De blik is weer vooruit gericht. Bijvoorbeeld op het nieuwe clubgebouw, dat er eind 2025 moet staan.
De kans is klein dat dit jaar weer een kampioensfeest gevierd wordt. „We staan goed onderaan”, zegt Joling lachend. In januari gaat de selectie op trainingskamp naar Albufeira in Portugal. „Een moment waar het vaak weer de goede kant op kan gaan”, weet de trainer. „En er komen een paar spelers terug van blessures. Dus we houden hoop.”