Ruim 60.000 bezoekers voor expositie Van Gogh in het Drents Museum. 'Mensen zijn nieuwgierig naar Vincent'

Het Drents Museum ontvangt wekelijks 5000 bezoekers voor de tentoonstelling Op reis met Vincent, vertelt directeur Harry Tupan als hij de deur naar de expositieruimte openslaat. „Dat zijn er dus al zo’n 60.000 in totaal, met nog vijf weken te gaan. Met de drukte rondom kerst hopen we boven de 80.000 uit te komen. Dat is vrij veel voor zo’n korte tentoonstelling.”

De expositie over de Drentse jaren van Van Gogh is nu een aantal weken te zien. De reacties van bezoekers zijn positief, zegt Tupan. „We doen vrij uitgebreid publieksonderzoek. Gemiddeld krijgt de tentoonstelling een rapportcijfer van 8.4, daar ben ik ontzettend blij mee. We hebben tien jaar lang naar deze tentoonstelling toegewerkt. Dat mensen dat waarderen, betekent dat onze missie geslaagd is.”

De schilderijen zijn nog tot 7 januari te zien. „Daarna moeten ze weer opgeborgen worden, deze werken zijn te kwetsbaar om het hele jaar door tentoongesteld te worden. We hebben hele strenge afspraken gemaakt met de musea waar ze vandaan komen.” Hij wijst naar een informatiebordje aan de muur. „Mexico, Keulen, Wenen, ze komen overal vandaan. Om al deze werken bij elkaar te zien is uniek. 73 procent van onze bezoekers komt deze weken speciaal voor Vincent. Ze zijn nieuwsgierig naar hem.”

Zo ook Yannick Gilbert en Sala Sabrah. „We zijn allebei kunstliefhebber”, zegt Gilbert. „Dit leek me een leuke plek voor een date.” Van Gogh is voor de uit Jemen afkomstige Sabrah een bijzondere kunstenaar. „Toen ik voor het eerst in Nederland aankwam, bezocht ik als allereerste het Van Gogh Museum in Amsterdam”, zegt ze glunderend. „Zijn stijl en levensverhaal spreken me enorm aan.”

Dat ze zijn werken nu in haar woonplaats Assen kan bewonderen, vindt ze fantastisch. „Het is heel bijzonder om deze schilderijen te zien in de omgeving waar ze zijn gemaakt. We kennen het landschap hier goed, het is mooi om te zien met welke blik Van Gogh daar naar gekeken heeft.” Gilbert wijst naar een tekening. „Om zo met gezichtsuitdrukkingen te kunnen spelen moet je de technieken goed beheersen. Dan zie je hoe goed hij al was.”

Voordat bezoekers de schilderijen zien hangen, wandelen ze door een nagebouwd treinstel. Vanuit de coupés is een voorbijtrekkend landschap te zien, dat vervormt en van kleur verandert. „We willen bezoekers een idee geven van de treinreis die Van Gogh heeft gemaakt naar Drenthe”, legt Tupan uit. „Je begint op Den Haag Centraal en komt aan in Hoogeveen.”

Ruben Hofstra kijkt minutenlang gefascineerd naar de bewegende beelden om hem heen, zijn moeder Dirkje Folkertsma op het bankje naast zijn rolstoel. Samen met hun dominee zijn ze vooral voor Ruben vanuit IJlst naar het Drents Museum gekomen. „Hij houdt enorm van kunst”, zegt Folkertsma. „De kleuren vindt hij het mooist. Ik ook hoor, maar ik ben niet per se fan van Vincent.”

Ze gebaart naar het grote scherm dat de muren van de ruimte vult. „Ruben vindt een overdaad aan prikkels moeilijk, het is hem gauw te druk. Dit is heel mooi, er gebeurt van alles maar op een rustig tempo. Dat komen we niet vaak tegen.”

Voor Roeland Roth uit Delfzijl hoeft zo’n nagebouwde trein niet, zegt hij schouderophalend. „Een beetje suf vind ik dat, als ik eerlijk ben. Maar de schilderijen zijn prachtig.” Samen met zijn vrouw Irene is hij frequent museumbezoeker. „Ik ben hier vaste klant, eigenlijk proberen we alle grote exposities wel te bezoeken. Deze is werkelijk geniaal.”

„Ze maken hier hele mooie complete tentoonstellingen”, vult zijn vrouw hem aan. Beiden hebben een Rembrandtkaart, waarmee ze regelmatig loze kwartiertjes opvullen met een kijkje in een museum. „We nemen hier graag vrienden en kennissen mee naartoe als die het Noorden bezoeken. Eigenlijk is bijna alles mooi, de vaste collectie zien we ook graag.”

Hij kijkt zijn vrouw aan. „Zullen we? Dan pakken we nog even een veenlijkje mee.”