Rechter: inwoners Annerveenschekanaal krijgen geen vergoeding voor waardedaling in aardbevingsgebied

De uitspraak van de rechtbank betekent opnieuw slecht nieuws voor inwoners van Annerveenschekanaal. Het dorp wordt niet toegevoegd aan het gebied waar de waardedalingsregeling van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) geldt. Met die regeling kunnen woningeigenaren een vergoeding krijgen als hun huis minder waard is geworden doordat het in aardbevingsgebied staat.

In november stonden Ina en Kees Oortwijn tegenover het IMG in de rechtbank. Ze kunnen niet verkroppen dat het lintdorp geen vergoeding krijgt, terwijl dat in buurdorpen wel het geval is. Al twee jaar lang voeren ze samen met andere inwoners actie om compensatie te krijgen.

George de Kam, emeritus-hoogleraar volkshuisvesting en grondmarkt aan de Rijksuniversiteit Groningen, stond de familie Oortwijn bij tijdens de rechtszaak. Ook hij vindt dat de regeling eerlijker moet en kan.

Maar ze krijgen opnieuw nul op het rekest. De rechters concluderen dat de gebruikte methode van het IMG, van Atlas uit 2022, voldoende ruimhartig, redelijk en aanvaardbaar is. Om in aanmerking te komen voor de regeling, moet volgens de methode minimaal 40 procent van de huizen in een postcodegebied schade hebben. Maar volgens De Kam dalen de huizenprijzen in Annerveenschekanaal al bij 30 procent schademeldingen en valt het dorp daardoor onterecht buiten de regeling.

Ook geven de rechters ze geen gelijk dat Annerveenschekanaal als enclave beschouwd moet worden. De postcode van Annerveenschekanaal (9654) wordt nu grotendeels, 88 procent, omsloten door postcodegebieden die wel binnen de regeling vallen. De grens tussen die postcodegebieden ligt bovendien in onbebouwd gebied. Logistiek van de postbode, stelt De Kam.

Maar volgens de rechtbank is dat geen reden om van het beleid af te wijken. Het IMG nam twee andere enclaves wél mee omdat die – anders dan bij Annerveenschekanaal – geheel omsloten zijn en twee rijen diep in het waardedalingsgebied liggen. Daarbij wijst de rechtbank erop dat de inwoners geen onderbouwing hebben gegeven waaruit blijkt dat hun huis daadwerkelijk in waarde is gedaald als gevolg van bodembeweging.

„De rechtbank heeft onze tegenargumenten niet meegenomen”, reageert Ina Oortwijn teleurgesteld. De Kam: „Het IMG kan alleen afwijken in geval van bijzondere omstandigheden. Begrenzing aan de hand van postcodegebieden is totaal willekeurig. Als dat geen bijzondere omstandigheid is, dan weet ik het ook niet meer.” De familie Oortwijn en de emeritus hoogleraar denken na of ze in hoger beroep willen gaan.