Lamert Kieft döt verslag van de gebeurtenissen in zien woonplaots, argens in Zuudwest-Drenthe. Beeld: Coen Berkhout | Midjourney
Het was een vrij rustig weekje bij ons in het dorp, zonder dat er nu zo bar veel gebeurde alhier en andere hectiek. Zo had de garagehoudert Beertje Hindriks net het nieuwste model van de Yokohama Tigris binnen, een zestienkleps japannert, welke nu in de showroom staat.
Ook had Beertje Hindriks een advertentie gezet in de plaatsenlijke courant De Heidepost (al is het jammer genoeg vaak niets als sensatie), bestaande uit een afbeeldink van de nieuwe Yokohama met hiernaast een mooie dame, zo te zien eveneens van Japanse makelij; wellicht ook een zestienkleppertje, al kan men dat met het blote oog vaak niet zien.
Aanstonds viel het de lezer reeds na een eerste doch nog oppervlakkige beschouwink op dat deze mevrouw bijzonder goed gebouwd was met div. prima kenmerken, welke ook Willem Zoer de scheper van de Brummelheugt’ en diens trouwe hond Willem II niet ontgaan was. Dit verleidde beide manlui tot een bezoek aan de showroom, na eerst de advertentie uitgeknipt te hebben.
„Wij koomt veur de neie Yokohama”, aldus Willem Zoer, op de advertentie wijzend, „mar nou nog ies wat, Beer hein: kriege wij bij aankoop dat vrouwgie der gratis bij?”, doch bleek dit toch niet zo te zijn. „Ik snappe wat aj bedoelt, jongs”, aldus de garagehoudert Beertje Hindriks, „’t is een donders mooi ding, of niet dan. Mar nee, ’t spiet mij wel, gratis weggeven zit der jammer genog niet in. Wel mag ik oe een gratis proefrittie anbieden, in de neie Yokohama bedoel ik. Ja, een lief wagentie heur en raod ies wat: ie kriegt der een gratis trekhake bij!”
Doch hadden Willem Zoer en Willem II alle belangstellink op slag verloren. „Nee, daankewel Beer heur”, aldus Willem Zoer, „een gratis juffrouw of een gratis trekhake: ik nume ’t nogal een verschil” en beide manlui teleurgesteld de showroom verlieten. „’t Is ok aoveral ’t zelfde”, aldus Willem Zoer nog. „Ze belooft oe van alles, mar uuteindelijk doet ze oe ’t liefste bij de bok, vandaag an de dag.”
Neie dienstautopette
Wat ik misschien over de afgelopen zeer rustige week ook nog wel even vermelden kan, is dat de oude opperwachtmeester Jalving van de plaatsenlijke politie onverwacht bezoek kreeg van de materialenman van het Korps, welke een elektrieke step uitlaadde. „Jalving, asteblieft; oen neie dienstautopette”, aldus de materialenman, vervolgende: „De Korpsleiding wil hebben dat alle plietsies zuk zo goed meugelijk under de bevolking mengt. Met gebruukmaking van hedendaagse technologie, zoas een elektrieke autopette. Kiek, hier an ’t stuur zit een stel hakies; daor kuj de gummielatte, peperspray, traongas en handboeien an hangen. Hartstikke handig. Nou Jalving, veule schik der mit en dèenkt der umme: niet te hard jagen drekt, hein! Want ie koomt der makkelk mit op de kletter heur, met zun elektrieke autopette. Plietsie Bosman van de Smilde bieveurbeeld vaarde der al ies op volle snelheid zó een cafetaria mit binnen. Een bénde; de patat en de kroketten kruulden Bosman under de pette uut”.
Doch had de materialenman niet in de gaten dat er op de opper Jalving een zware ontstemmink was gegroeid. „Zo!”, aldus de opper, „een elektrieke autopette zeden ie, hein. En wat moet ik gloeiende garriet mit die rotzooi? Een plietsie op ’n autopette, wat blef der van oen gezag aover? ’t Rapallie klatert zuk gloeiende garriet de pantoffels vol van ’t lachen. ‘Hej ’t al eheurd, luu? Plietsie Jalving mient dat e weer terug is in zien kienderjaoren, op zien autopettie; hij mut helderweg slietaosie an ’t benul hebben’, zegt ze; ‘we hadden ’t al ies edacht’.”
En de opper Jalving wenkte dat de materialenman wel weer gaan mocht. Met de politionele autopet.
Sinds mensenheugenis
Lamert Kieft doet sinds 1990 vrijwel wekelijks verslag van wat hem en zijn dorpsgenoten bezighoudt en overkomt. De naam van het betreffende dorp wordt om reden van privacy niet genoemd. Afgaand op de taal, die nog door taalkundige Jan Tissing (1940 - 2006) is goedgekeurd, is het ergens in Zuidwest-Drenthe.