Herman Feenstra schreef een boek over de kraanvogels, onder meer die in het Fochteloërveen. Foto: Rens Hooyenga
Twintig jaar lang volgt Herman Feenstra kraanvogels. Hij woont in het Fochteloërveen, middenin het gebied waar de statige vogel veel voorkomt. Woensdag verschijnt zijn boek: Kraanvogels in Nederland.
Het jaar 2001 vergeet Herman Feenstra nooit. ,,Voor het eerst sinds eeuwen werd een kraanvogelkuiken geboren in Nederland. Notabene in mijn achtertuin, het Friese deel van het Fochteloërveen. Als vogelliefhebber kun je je niets mooiers wensen.”
Het was de kroon op tien jaar veldwerk en het begin van een boeiende periode. ,,De kraanvogels hebben me niet meer losgelaten.” Hij volgde de grote vogels de afgelopen twintig jaar op de voet en zag met vallen en opstaan een nieuwe kraanvogelpopulatie ontstaan. Met het Fochterloërveen, op de grens van Friesland en Drenthe, als de kraamkamer van Nederland met 47 grootgebrachte jongen.
Kraanvogels met jongen. Foto: Herman Feenstra
‘Ik hou de burgerlijke stand bij van de kraanvogels’
,,Honderden uren per jaar heb ik hen gevolgd, met verrekijker en telescoop en ben ik hun gedrag steeds beter gaan begrijpen. Als je goed naar kraanvogels kijkt, hun gedrag kunt lezen en hun veiligheid respecteert, laten ze je toe in hun wereld. Ik hou de burgerlijke stand bij van de kraanvogels in het Fochteloërveen.” Vanaf de herfst tot aan het volgende voorjaar bestrijkt het onderzoeksgebied circa 7000 tot 10.000 hectare. Beschouwt Feenstra de kraanvogels als familie? ,,Nee, het zijn mijn buren.”
Als kind van 8 jaar leest Herman Feenstra twee boeken over wilde dieren en begint zijn passie voor natuur. ,,De eerste vogelgeluiden leerde ik van Duitse langspeelplaten.” Tijdens excursies en kampen van een natuurstudiebond ontmoet hij andere natuurliefhebbers. Vanaf 1977 verzamelt hij waarnemingen van vogels in het Fochteloërveen en vanaf 1985 doet hij dat als vrijwilliger van Natuurmonumenten.
Extra veel vrij van werk bij saladefabriek
Hij werkt bij een saladefabriek in Oosterwolde en door vakantie-uren van collega’s op te kopen, vindt hij tijd om in het voorjaar de broedvogels in het Fochteloërveen te tellen. Sinds 1998 houdt hij de ontwikkelingen in en rond het veen in de gaten als wetlandwacht (iemand die een wetland scherp in de gaten houdt en voor vogels ongunstige situaties signaleert) voor Vogelbescherming Nederland. In 2000 neemt hij ontslag bij de saladefabriek en wordt het inventariseren van fauna zijn werk. Bureau De Kraanvogel is geboren in 2001.
Waarom een boek na twintig jaar kraanvogels volgen? ,,Ik wil mijn kennis delen en een bijdrage leveren aan de bescherming van deze vogelsoort. Dat is nodig, want hoewel het aantal kraanvogels in Nederland toeneemt, blijft de ontwikkeling kwetsbaar. Ik wil ook laten zien wat mensen samen kunnen doen om ervoor te zorgen dat de kraanvogel zich op zijn gemak voelt en van deze bijzondere vogel kunnen genieten. Vergeet niet, we hebben met kraanvogels in dit gebied echt iets unieks in handen. Dat moeten we ons veel beter beseffen.”
Kraanvogels ruziën in het Fochteloërveen. Foto: Herman Feenstra
Terughoudend met site en Twitter
Er is er nog een reden voor het boek. Feenstra deelde tot voor kort veel actuele foto’s en verhalen via de website Kraanvogels.net en Twitter. ,,Daar ben ik terughoudend mee geworden. De berichten trokken zoveel bezoekers dat het voor verstoring van de kraanvogels zorgde. Fotografen en toeristen wilden de dieren met jongen zien.” Met als dieptepunt de zomer van 2018 toen twee kraanvogeljongens van de stress de dood in werden gejaagd.
Kraanvogels hebben te maken natuurlijke vijanden als de vos en raven die hun eieren roven of hun jongen opvreten, maar veruit de grootste vijand is de mens. Kraanvogels hebben rust nodig in hun territorium. Dat beslaat niet alleen hun broedgebied, maar ook hun foerageergebied dat in een straal van 2,5 kilometer om het nest ligt. Ze eten op de akkers met resten graan en mais aan de randen van de natuurgebieden. ,,Daarom zijn de kraanvogels naar Drenthe gekomen.”
Kraanvogels Fochteloerveen. Foto: Herman Feenstra
Boswal en uitkijktoren bij Kloosterveen
Die foerageergebieden worden steeds schaarser. Zo rukt de Asser woonwijk Kloosterveen op naar het Fochteloërveen. ,,Als klein jongetje fietste ik regelmatig door dat gebied. Toen waren er nog allemaal akkers. Nu komen de kraanvogels niet meer aan de kant van Kloosterveen. Ik snap ook dat er gebouwd moet worden, maar doe dat niet bij Natura 2000 gebieden. Je zou ter compensatie een boswal langs de Norgervaart moeten aanleggen, zodat de kraanvogels nog enige vorm van beschutting hebben. Plaats er een uitkijktoren met informatiepanelen, zodat mensen zien en begrijpen wat zich hier afspeelt.”
Ook de oprukkende bloementeelt bedreigt de foerageergebieden. Pal aan de rand van Fochterloërveen bij Smilde worden onder meer lelies geteeld en daarbij worden bestrijdingsmiddelen gebruikt die schadelijk zijn voor vogels. ,,De provincie zou richtlijnen moeten opstellen over hoe met randen van natuurgebieden omgegaan moet worden. Boeren moeten ook hun geld verdienen, maar stimuleer teelt van granen of mais nabij natuurgebieden.”