Dungeons and Dragons wordt razend populair: De mensen maken het spel
Tekst Meinte Dirksen | foto’s Corné SparidaensDrenthe
Dungeons & Dragons spelen in De Purperen Draak. Foto: Corné Sparidaens
Het rollenspel Dungeons & Dragons komt uit de jaren zeventig, maar toch ligt de gemiddelde leeftijd van spelers nu ergens begin twintig. Door YouTube, tv-serie Stranger Things en online sessies begint een nieuwe generatie spelers het spel te ontdekken: D&D is razend populair aan het worden.
Aan een tafel in spelwinkel De Purperen Draak in Groningen zitten de spelers al klaar, omringd door veelzijdige dobbelstenen en A4’tjes met getallen en beschrijvingen. Twee zakken M&M’s worden op tafel gezet, iedereen pakt de boeken erbij met spreuken en Tim Smedinga de spelleider en verteller, neemt plaats achter zijn schermen. De kerkerdeuren staan op het punt te openen: de sessie gaat beginnen.
is geen nieuw spel, de eerste versies werden in 1974 al gespeeld. Toch is de gemiddelde leeftijd van spelers volgens Tim nu ergens begin de twintig. Een nieuwe generatie spelers begint namelijk langzaam het spel te ontdekken en het neemt flink in populariteit toe.
Smedinga leidt sinds 2012 spellen in De Purperen Draak„We krijgen nu soms ook mensen van 17 die nog op school zitten. Iedereen is hier altijd welkom.”
Wat maakt het spel zo bijzonder om te spelen? Het is bijna niet te omschrijven, de enige manier is om het mee te maken. Ook ik schuif dus aan tafel. Ik krijg een voorgemaakt personage, een vechter met een grote bijl. Om mij heen zitten de andere spelers: Ids, Daniel, Jorn, Maite, Jop en Thomas. Of, zoals ik ze daarna leer kennen, Morgan, Vicktorr, Axel, Miso, Pirples en Crissk.
De klok slaat zeven uur en ik ben ook niet langer Meinte. Mijn naam is nu Thorgar Iron-Beard, een dwerg met een lange baard, versierd door staal. Thorgar is geen man van woorden, maar een dwerg van daden. Enkel zo lang hij betaald krijgt, daarbuiten heeft hij een kort lontje en laat hij zijn taak zo los.
Dat is tenminste wat het papiertje me vertelt. Vanaf hier is het aan mij om te bepalen wie Thorgar is en welke keuzes hij maakt. Ik loop met mijn menselijke compagnon Vicktorr door de ondergrondse gangen van de , waar we de andere avonturiers ontmoeten. Spelleider Tim vertelt dat we gestuurd zijn om de andere groep te helpen met het zoeken naar een vermiste troon.
Verslaggever Meinte (links) met Thomas en Tim. Foto: Corné Sparidaens
De groep zelf is alleen helemaal niet zo vreemdelingsgezind, de avonturiers ontvangen ons met argwaan. Jop, die naast me zit, vertelt dat het allemaal een act is. „Wij als spelers weten wat er aan de hand is, maar onze personages weten dat niet. Dit is hoe zij zouden reageren.” Vlekkeloos schrijft Tim op deze manier mij en Daniel, die normaal bij een andere groep speelt maar vanavond ook de betreedt, het al lopende verhaal in.
Tim had het spel een paar keer gespeeld en zocht naar nieuwe materialen. Zo kwam hij uit bij De Purperen Draak, die de dobbelstenen en spelboeken verkoopt. Daar ontmoette hij winkeleigenaar Martijn Bos, samen organiseerden ze in 2012 de eerste avondlijke D&D-sessies in de winkel. Het begon met één groep maar inmiddels kun je een keuze maken uit zes groepen elke week. Tim merkt ook dat de dobbelstenen en spelboeken steeds meer verkocht worden.
De populariteit van het spel komt volgens spelers Tom van Dalen (20) uit Schoonebeek en Robert Blaak (19) uit Ter Apel door twee dingen: Netflix, YouTube en Twitch, waar mensen live video’s kunnen uitzenden. De televisieserie opNetflix werd een enorm succes. In die serie, die zich begin jaren ‘80 afspeelt, spelen de hoofdpersonen ook . Mensen leerden zo het spel kennen.
Blaak zag zelf het spel voor het eerst via YouTube. „Ik zag op de homepage een filmpje erover en na wat zoeken kwam ik tegen. Een paar afleveringen later kwam ik tot de conclusie dat ik dit heel graag wilde spelen.” is een serie video’s waar stemacteurs het spel spelen, wat ze live uitzenden via Twitch en later op YouTube zetten. Inmiddels zitten ze in hun tweede verhaal, de video’s worden miljoenen keren bekeken. Van Dalen schrijft het succes van het spel voor een groot deel aan toe. „Als ze in die serie een ander spel hadden gespeeld was dat spel juist populair geworden.”
Het internet heeft hier ook een rol in gespeeld. Het lukte Van Dalen bijvoorbeeld amper om vanuit Schoonebeek een groep te vinden om mee af te spreken. Online was het geen probleem. „Ik had als spelleider binnen een halfuur een groep gevonden”, vertelt hij. Twee jaar lang speelde hij zo online met spelers over de hele aardbol een verhaal dat uiteindelijk stopte omdat de spelers de hele spelwereld hadden vernietigd.
„Dat is zo leuk aan het spel”, vertelt Tim. „Vooral het samen zijn met mensen. Je speelt samen een spel en kruipt daarbij in de rol van heel iemand anders.” Blaak beaamt dit. „Het is geen competitief spel, er zijn niet echt ‘winnaars’. Je zit gewoon gezellig met een groep vrienden een goed verhaal te vertellen.”
Tim en Daniel. Foto: Corné Sparidaens
Zelf treffen we in een van de nauwe gangen een vleesgolem aan, een enorm botloos wezen dat dood zou moeten zijn, ware het niet voor een magische spreuk die hem in leven houdt. De dobbelstenen vliegen over de tafel. We vallen één voor één het monster aan maar we doen zo goed als geen schade. Dan stuurt Miso de Maanelf een bliksemschicht op hem af, het monster komt tot stilstand. De groep houdt zijn adem in. Zouden we gewonnen hebben?
Nee, zeker niet. Al onze gemaakte wonden helen weer. Alsof de golem het monster van Frankenstein is begint de bliksem hem verder tot leven te wekken. We zijn weer terug bij af.
„Wil je nog iets anders doen?” vraagt Tim
„Huilen”, zegt Miso.
De gebeurtenissen in de zijn deel van de officiële campagne Robert Blaak maakt eigenlijk weinig gebruik van de officieel uitgegeven verhalen. In zijn D&D groep spelen ze een zelfbedacht verhaal, genoemd.
„Een officieel verhaal houdt zich heel erg aan de regels van D&D”, zegt hij, „terwijl een verhaal soms gebruik maakt van zelfbedachte of aangepaste regels. Ook zal een eigen verhaal waarschijnlijk veel langer duren omdat het heel gemakkelijk is om het verhaal gewoon te verlengen als je nog een leuk idee hebt.”
Dungeons & Dragons. Foto: Corné Sparidaens
Je kunt niet gewoon achter je toetsenbord gaan zitten en beginnen te tikken. „Een verhaal voor D&D schrijven werkt anders dan het schrijven van fictie omdat je niet te ver vooruit kunt gaan denken. Je weet natuurlijk de basis van je verhaal wel een beetje en je hebt een idee van waar het heen gaat, maar je weet nooit echt wat je spelers gaan doen. Je moet een beetje op je spelers inspelen en improviseren.”
Bij de officiële verhalen is dat niet anders, vertelt Tim Smedinga. „Spelers kunnen je altijd verrassen. Het is de charme om daarop te anticiperen. Maar ondanks al je voorbereiding zullen ze toch met nieuwe oplossingen komen. Eigenlijk maakt niet het spel het spel, maar de mensen maken het spel.” Van Dalen is het daarmee eens. „Het is beter om als spelleider je spelers in een onmogelijke situatie te stoppen. Ze zullen namelijk al je plannen op een prachtige manier bederven”, zegt hij.
Voor ons verschijnen enorme deuren. Crissk, een mensachtige hagedis met een tas vol kookspullen, opent ze. Er verschijnen drie Manticores: enorme gevleugelde leeuwen met flinke klauwen. We zuchten één voor één. Rennen heeft geen zin: „Eentje zou al moeilijk zijn”, zucht Maite, de speler van Miso, „drie is bijna onmogelijk.”
Thomas, die hagedis Crissk speelt, is niet van plan om op te geven. „Kan ik met ze praten?”
„Je kunt het proberen”, zegt Tim.
De hagedis probeert de monsters over te halen niet aan te vallen. Hij belooft ze voedsel. „Maar waarom?” zegt de in de stem van de Manticores. „Ons voedsel staat voor ons!”
Ze halen uit met hun klauwen. Thomas schrijft zijn levenspunten op, maar het getal daalt en daalt tot Crissk sneuvelt. Hij valt naar achteren, de kookspullen die hij bij zich droeg kletteren ironisch genoeg op de grond.
De drie Manticores brullen. Ik verstop me achter een standbeeld, hoewel mijn personage Thorgar in principe altijd zijn werk doet is hij niet van plan het lot van Crissk te volgen. De bange Pirples verstopt zich ook. Van een afstand proberen Miso, Morgan en Vicktorr met hun spreuken een van de Manticores neer te halen, Axel schiet met zijn boog. Zouden we de troon eigenlijk wel gaan vinden, of zullen toekomstige avonturiers onze lijken aantreffen?
We zullen het niet weten. Het is alweer tien uur, de sessie is afgelopen. De is immers een hersenspinsel die slechts voor een paar uur per week realiteit is. Voor ons staan geen deuren, geen monsters, geen donkere gangen. Enkel een leeg zakje M&M’s en een flinke lading dobbelstenen op een getekende kaart.