Defensie wil uitbreiden in Drenthe: oefenterrein De Haar groter en station in Havelte

De oorlogen in Oekraïne en Gaza verslechteren de situatie in de wereld snel, aldus Defensie. De krijgsmacht richt zich daarom meer op de bescherming van het eigen grondgebied en dat van NAVO-bondgenoten. Oefenen is in de huidige tijd cruciaal. Het Nederlandse leger heeft daarom meer ruimte nodig voor kazernes, opslagplaatsen, laagvlieggebieden en oefenterreinen. Het kijkt hierbij ook nadrukkelijk naar Noorden. Er zijn grote plannen. Op land, op zee en in de lucht. De overlast in heel Nederland zal toenemen.

Het oefenterrein De Haar is bijna 400 hectare en te klein om goed te kunnen oefenen, aldus Defensie. De luchtmobiele brigade, die een bataljon in Assen heeft gelegerd, traint er met transporthelikopters en andere voertuigen. Het gebied aan de zuidkant van het TT Circuit is volgens de huidige maatstaven niet meer geschikt voor oefeningen voor 100 tot 150 militairen, terwijl het daar in het verleden wel geschikt voor was.

Er is een groter oefenterrein noodzakelijk en De Haar zou uitgebreid moeten worden met minimaal 200 tot maximaal 400 hectare. Daarvoor is grond nodig en rond het oefenterrein ligt met name landbouwgrond richting Laaghalen en Laaghalerveen.

De huidige spoorlijn en oplaadpunt nabij Steenwijk om de zware voertuigen van de 43 Gemechaniseerde Brigade in Havelte te vervoeren voor oefeningen en uitzendingen naar bijvoorbeeld Litouwen verdwijnt. Defensie wil een nieuwe spoorlijn dichter bij de kazerne aanleggen. Dat is logistiek beter en geeft minder overlast.

Defensie doet ook onderzoek naar munitiedepots. In Veenhuizen ligt de grootste munitieopslag in ons land, maar er is meer capaciteit nodig. Een van de plekken die daarvoor in beeld is ligt nabij De Wijk, op de grens van Drenthe en Overijssel. Voor kleinere munitiedepots voor snel inzetbare eenheden in NAVO-verband zoekt Defensie ook in het Noorden. Dat heeft te maken met de afstand tot de Eemshaven waar de munitie op transport wordt gezet naar het buitenland. De Eemshaven is met Vlissingen en Rotterdam ook in beeld als doorvoerhaven voor groot materieel van NAVO-partners.

Het oefenterrein Marnewaard wordt genoemd als springterrein voor munitie en als landingsplaats voor amfibisch voertuigen. Die kunnen vanuit de Waddenzee in de Marnewaard aanlanden en militairen moeten dan op land oprukken. Daarvoor is een gebied van zo’n 2 kilometer landinwaarts nodig. De schietbaan van de Marnewaard is in beeld om uitgebreid te worden. Defensie voorziet in dit gebied wel problemen en gezien de kwetsbaarheid van het Waddengebied.

Het ministerie onderzoekt de (on)mogelijkheden van alle plannen en heeft ze ter inzage gelegd voor inspraak. Tot 12 februari kunnen burgers, overheden en maatschappelijke organisaties reageren. Uiteindelijk is het aan het nieuwe kabinet om knopen door te hakken.