Een meisje in een vertrekkende trein en 1300 pasfoto's op één dag. Rudolf Breslauer was de fotograaf van Westerbork. 'Met zijn camera had hij een soort fictieve vrijheid'
Rudolf Werner Breslauer (1903 – 1945) is bekend geworden als de man die de Westerborkfilm maakte, met daarin het iconische beeld van Settela Steinbach, het meisje tussen de wagondeuren van een vertrekkende trein. Dat hij een begenadigd fotograaf was, weten niet veel mensen. Vakgenoot Sake Elzinga uit Assen wil juist dát meer bekendheid geven.
Er is geen foto waarop Rudolf Werner Breslauer met een fotocamera te zien is uit de periode dat hij met zijn familie in Kamp Westerbork zat, alleen één van hem met een videocamera op een statief. Waarmee heeft hij al die duizenden foto’s in en om het kamp dan gemaakt, vroeg fotograaf Sake Elzinga zich af. De 63-jarige Assenaar staat op en pakt twee camera’s van een plank in zijn grote woonkeuken. „Via via heb ik achterhaald dat het een Leica moet zijn geweest, dit type camera. Deze heb ik gekocht, eentje uit 1939 en één uit 1941. Typisch Duits. De beste kleinbeeldcamera’s ooit gemaakt.”
Sake Elzinga in de commandantswoning met een van de oude Leica's. Foto: Marcel Jurian de Jong
In de wisseltentoonstelling De Herinnering aan Kamp Westerbork, waarvan Elzinga sinds vrijdag tot en met 7 mei gastconservator is, zijn de camera’s te zien. De Assenaar is sinds de opening van het Herinneringscentrum veertig jaar geleden kind aan huis in Hooghalen en legde vele gebeurtenissen en bijeenkomsten vast. „Maar als mensen mij ‘de fotograaf van Westerbork’ noemen, zeg ik: ‘Nee, dat was er maar één: Rudolf Werner Breslauer; een Joodse fotograaf uit Leipzig, die in de oorlog naar Nederland vluchtte en uiteindelijk in Kamp Westerbork belandde’. Zijn verhaal wil ik vertellen. Hij heeft zoveel gedaan in de tweeënhalf jaar dat hij er zat.”
Voormalig directeur Dirk Mulder wijst Elzinga rond 2010 op een soort portfoliomap van Breslauer voor kampcommandant Albert Gemmeker. Het markeert het begin van een zoektocht naar het leven en werk van de fotograaf uit Leipzig, die in opdracht van Gemmeker foto’s en ook de Westerborkfilm maakte. Wat vooral opvalt is dat Breslauer niet alleen in het kamp fotografeerde, hij mocht ook daarbuiten komen.
Buiten het kampterrein werd op het land gewerkt en genoten van de zon. Foto: Rudolf Breslauer
Elzinga laat foto’s zien van boeren die op het land werken, van een nestje met eieren, struiken, schapen, van een hondje. „Toen ik de map in handen kreeg, was ik overdonderd door de beelden. Er gaat een soort verraderlijke onschuld vanuit. Lammetjes en eitjes, vraag je je af, Westerbork was toch veel erger? Ja, dat is het nou net. Hij was gevangen, hij is gedeporteerd en omgekomen. Hij zat in Westerbork en moest dingen doen, maar heeft gelukkig ook dingen mógen doen. Van het kampterrein af bijvoorbeeld. Hij is zelfs in Assen geweest. Er zat natuurlijk een goed onderpand in het kamp; zijn familie. Dus hij kwam wel terug.”
Boerenwerk in de omgeving van Kamp Westerbork. Foto: Rudolf Breslauer
„Kijk, hier zie je De Kolk.” Elzinga legt op een zwart-witfoto op tafel met daarop de Vaart met een schip en op de achtergrond het Asser theater. Hij legt er een soortgelijke foto naast. Opnieuw de vaart, een schip en het theater. „Dezelfde foto, maar dan in 2022.”
Elzinga is met zijn nieuw aangeschafte oude Leica’s in Assen naar de plekken gegaan waar Breslauer in de oorlog heeft staan fotograferen. „Ik heb geprobeerde in zijn huid te kruipen, na te gaan hoe hij hier heeft gelopen. En ik kan niet in zijn gedachten kruipen, ik ben niet Joods, maar ik zie wel het verdriet erachter, dat hij met deze camera een soort fictieve vrijheid had. Hij kon wel dingen doen, maar eigenlijk was hij gevangen. Breslauer is maar 41 jaar geworden. Hij is vooral bekend geworden door de Westerborkfilm, maar hij was fotograaf; die bekendheid wil ik hem geven. Ik kom prachtige foto’s tegen. Het was misschien geen creatieve fotograaf, maar technisch zijn z’n foto’s heel goed.”
Een nest in de buurt van Hooghalen. Foto: Rudolf Breslauer
Frau Antje
Elzinga pakt een foto met daarop enkele huizen aan de Prins Hendrikstraat in Assen. „Hier heeft kampcommandant Albert Gemmeker drie maanden gewoond, van oktober 1942 tot januari 1943, omdat de zijn woning bij het kamp nog niet af was”, wijst hij. Zijn eigen foto legt hij ernaast; de verschillen zitten ‘m vooral in de moderne auto’s en een nieuw gebouw, dat er in de oorlog nog niet stond.
De nieuwe foto’s heeft hij ook in zwart-wit afgedrukt en de randen bewerkt met een zelfde soort kartelmes als destijds in de jaren 40 werd gebruikt. „De oude en de nieuwe foto’s krijgen een plek in de tentoonstelling, zodat bezoekers gaan denken: wacht even; is dit nu? Je moet goed kijken.”
De tijdelijke woning van Albert Gemmeker aan de Prins Hendrikstraat in Assen in de jaren '40. Foto: Rudolf Breslauer
De Prins Hendrikstraat in 2022 door de lens van eenzelfde camera als die van Breslauer. Foto: Sake Elzinga
Het huis van zijn opdrachtgever Gemmeker is Breslauer tot verbazing van Elzinga helemaal door geweest. „Alle kamers heeft hij gefotografeerd, elk detail; het is bijna eng. Kijk, hier de slaapkamer. Op het bed zit een pop van het Nederlands-Duitse reclamefiguur Frau Antje, bizar toch? Ik dacht eerst dat dit in de commandantswoning was, maar de foto’s zijn gemaakt in het huis in Assen.”
„Ik schrok ervan, de foto’s waar Gemmeker met zijn maîtresse frau Hassel op staat, zijn volledig geënsceneerd. Ze lezen bijvoorbeeld een boek bij de haard, vol onder de fotolampen die Breslauer gebruikte. Het lijkt wel een filmscène. Technisch gezien goede foto’s trouwens, maar er moet dus wel contact zijn geweest tussen hem en Gemmeker, die erg van fotografie hield en overal plakboeken van wilde hebben. Als je als fotograaf zo gedetailleerd alles vastlegt, dan heb je een bepaald contact.”
Geposeerde foto van Gemmeker en Frau Hassel in het huis in Assen. Foto: Rudolf Breslauer
Eén van de dingen die Breslauer ook moest doen, was pasfoto’s maken van de mensen in het kamp. „Hij moest eens op een dag 1300 foto’s maken, schreef hij aan zijn moeder. Die dan ontwikkelen en afdrukken; dat is een megaklus! Ik heb zelf in 1978 militairen die naar Libanon gingen, moeten fotograferen; zes pasfoto’s in burger en zes in uniform, dus ik weet hoe die productie is en hoe het voelt.”
Elzinga werkte ooit bij Foto Arti in het centrum van Assen. In zijn zoektocht naar informatie over Breslauer komt hij in het Drents Archief aankoopbonnen van Kamp Westerbork tegen en ontdekt hij waar de fotograaf zijn materialen kocht: „Bij datzelfde Foto Arti; dat is toch bijzonder?”
Elzinga met een van de Leica's van hetzelfde type als die van Breslauer. Foto: Marcel Jurian de Jong
Zonder filter
Er is nog heel veel niet bekend over de fotograaf uit Leipzig, die de oorlog niet overleefde. „Eigenlijk is mijn zoektocht nog maar in een beginstadium. Dat brengt zo’n tentoonstelling teweeg. Ik denk dat het een opstap is naar meer informatie over Breslauer. Nu begint het eigenlijk pas. Ik zou later een boek kunnen maken. Telkens kom ik meer beelden tegen; foto’s die de ingewijden misschien wel kennen, maar heel veel andere mensen niet.”
Ondanks zijn bijzondere positie in het kamp ontkomt Breslauer niet aan deportatie. Op 4 september 1944 vraagt hij, voor hij in de trein stapt, of een kennis zijn fototoestel mag pakken voor hem. Dat wil hij meenemen. Gemmeker verbiedt het. „Eigenlijk was het ‘t filter tussen hem en de wereld en dat mocht niet mee.”
Tentoonstelling
Sake Elzinga is één van de gastconservatoren van de wisselende tentoonstelling De Herinnering aan Kamp Westerbork, die vorig jaar juli werd geopend. Zijn tentoonstelling over de fotograaf van Westerbork, een langgekoesterde wens van hem, is vrijdagmiddag geopend en te zien tot en met 7 mei.
Er is ook werk te zien dat de Asser ‘huisfotograaf’ van het Herinneringscentrum zélf de afgelopen veertig jaar maakte tijdens herdenkingen en andere bijeenkomsten op en rond het voormalige kampterrein. Op de ‘dragende foto’ van de expositie is een trein bij Hooghalen te zien. Elzinga: ,,Deze heb ik gemaakt op 4 september 2022, exact 78 jaar na de deportatie van Breslauer op hetzelfde traject. Ik ben op laag op mijn knieën gaan zitten en zag opeens de rechtopstaande bielzen langs het spoor. Die waren me nooit eerder opgevallen. Als een soort bewakers of zwaaiende mensen staan ze daar, terwijl de trein voorbij rijdt. Een symbolisch beeld.”
Het is even stil in de keuken in Assen. Dan vertelt Elzinga hoe hij onlangs met zijn camera in de wagon die tegenwoordig op het voormalige kampterrein staat klom en hij laat de foto zien, gemaakt in de richting de openstaande deur. Een schaduw van een mens valt naar binnen. De foto die Breslauer niet kon maken.
Als bewakers of zwaaiende mensen staan de bielzen langs het spoor bij Hooghalen. Foto: Sake Elzinga