Niet alle leerlingen zijn boekenwurmen, weten deze docenten Nederlands. Op deze manieren krijgen Bert Hensema uit Winschoten en Matijs Lips uit Beilen scholieren toch aan het lezen
Docent Matijs Lips op het Nassaucollege in Beilen. Lips werd in 2018 door Taalstaat uitgeroepen tot beste leraar Nederlands. Hij probeert leerlingen hun taalgrenzen te laten verleggen en aan het lezen te krijgen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Alarm! Jongeren lezen steeds minder. Sommige leraren Nederlands doen hun uiterste best om daar verandering in te brengen. Matijs Lips van Volta in Beilen en Bert Hensema van het Dollard College in Winschoten leggen uit hoe ze leerlingen omtoveren tot lezers.
Lezen voor de lijst op de middelbare school? Docent Nederlands Matijs Lips (37)vond er niets aan. ,,Ik had een 4 op mijn mondeling geloof ik’’, zegt hij schouderophalend. Hij had op die leeftijd niet zoveel met boeken van auteurs als Harry Mulisch, Arthur Japin en Max Havelaar en zijn leraar Nederlands daagde hem ook niet uit om kennis te maken met die titels. Hij luisterde wel rapmuziek, maar lezen? Dat deed hij niet echt.
Toen kreeg zijn moeder borstkanker. Een vriend raadde hem Komt een vrouw bij de dokter van Kluun aan. ,,Ik was een jaar of 20 en ik heb het boek verslonden. Het was een toevalstreffer.’’
Het was niet zo dat hij eerder niet wilde lezen, het lag eraan dat hij niet geprikkeld werd om kennis te maken met literatuur.
Tijdens zijn studie aan de NHL waren het de docenten die hem andere waarden van lezen lieten zien. ,,Bart Temme, Coen Peppelenbos en Corrie Joosten lieten ons korte verhalen doornemen en ze vervolgens uitgebreid bespreken. Joosten zei dat De Avonden van Gerard Reve iets voor mij was.’’ Lips herkende zich in de hoofdpersoon Frits Egters. ,,Zijn eenzaamheid verlichtte mijn eenzaamheid. Het is nog steeds mijn lievelingsboek.’’
Zo’n leraar probeert hij nu voor zijn leerlingen te zijn. Hij noemt het een ambacht. ,,Ik denk dat je vooral als docent Nederlands een ambassadeur moet zijn voor het lezen. Als je zelf enthousiast bent, kun je anderen dat ook maken.’’ Het begint volgens Lips met uitstralen dat lezen iets magisch is, maar het is ook heel belangrijk om het goed te integreren in het lesprogramma. Welke verhalen kies je en wat voor activiteiten koppel je daaraan?
In 2021 stelde de Stichting Lezen dat jongeren in Nederland de laatste vijf jaar 40 procent minder tijd besteden aan lezen. Zo besteden 65-plussers per dag een uur en 22 minuten aan lezen, terwijl dit onder jongeren tussen de 13 en 19 jaar slechts 14 minuten is.
Oftewel: er is sprake van ontlezing. Het is een veelgehoorde en alarmerende boodschap waar organisaties zoals de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) al geruime tijd aandacht voor vragen. Er zijn verschillende redenen waarom jongeren minder lezen. Voorbeelden? Naast beleid, bezuinigingen, verdwijnende bibliotheken en lerarentekorten zitten ze ook liever op hun telefoon dan met hun neus in een boek en wordt er weleens gezegd dat Nederlandse literatuur saai en zwaar is.
Minder lezen kan leiden tot een slechter leesniveau, waardoor mensen belangrijke informatie zoals bijsluiters en overheidsbrieven niet goed begrijpen. Ook zorgt het bij jongeren voor moeilijkheden bij andere schoolvakken. Los maar eens een vraagstuk op bij economie als je de vraag niet goed begrijpt. Bovendien ontwikkel je door te lezen allemaal positieve eigenschappen: het maakt empathisch, het traint het concentratievermogen en verbetert sociale vaardigheden.
Matijs Lips in de goed uitgeruste mediatheek op school. Foto: Marcel Jurian de Jong
Niet zomaar Nederlands docent, maar boekendokter
Hoe krijg je pubers in vredesnaam aan het lezen? Door inlevingsvermogen en hard werken, weet Lips. ,,Je krijg een leerling niet zomaar aan het lezen. Net zoals dat je iemand niet zomaar een marathon kan laten lopen.’’ Op het digibord tovert hij een groot Excel-bestand tevoorschijn. ,,Dit zijn alle boeken die mijn vierdejaars VMBO-leerlingen dit jaar hebben gelezen’’, legt hij uit.Bestsellers Waar de rivierkreeften zingen van Delia Owens en Nooit meer van Colleen Hoover, bekende namen als Het pauperparadijs van Suzanna Jansen en Hersenschimmen van J. Bernlef, en opvallend genoeg het album van rapper Kendrick Lamar.
Lips noemt zichzelf een soort boekendokter. ,,Ik vind het belangrijk dat de leerlingen kennis maken met taal. Als ze écht niet van lezen houden, probeer ik een manier te vinden om ze toch met verhalen te laten werken. Een van mijn leerlingen heb ik het album van Lamar laten vertalen en vervolgens recenseren. Zijn liedteksten zijn taaltechnisch gezien hartstikke interessant’’, zegt Lips.
Het is een van de technieken die hij gebruikt: de leesopdracht aanpassen aan de leerling. ,,Pubers zijn aan het ontdekken wie ze zijn in de wereld en zoeken naar een identiteit. Boeken zijn mooie spiegels, maar dan moet je wel de boeken vinden die bij de leerlingen passen. Zo leest de één graag een biografie over rapper Hef en is een andere nieuwsgierig naar Beitelaar van Ted van Lieshout.’’ Als zijn leerlingen liever een Kluun dan een Mulisch verslinden, is dat dus prima.
Schuif scholieren een boek voor de neus en ze lezen wel, is te simpel
Zo ziet Bert Hensema (58) dat ook. Hij staat al 34 jaar voor de klas en geeft al heel wat jaren Nederlands op het Dollard College in Winschoten aan eerste- en tweedeklassers. ,,Wij hebben een jaar of vijf geleden met de hele school afgesproken dat er in elke les Nederlands 10 minuten wordt gelezen.’’ Hij begint zijn les er steevast mee. ,,Het helpt om vanuit een rustmoment met de les te starten.’’
Voor de eersteklassers is dat aan het begin van het schooljaar best even wennen. Ze zijn verplicht zelf een boek mee te nemen. Op school is een mediatheek waar een boek geleend kan worden. ,,Dat is een voorwaarde voor goed leesonderwijs: een goed uitgeruste bibliotheek in de buurt.’’
Net als Lips laat Hensema zijn leerlingen vrij in wat ze lezen. Het moet wel fictie zijn. ,,Je ziet bij jongeren een bepaalde leesmoeheid ontstaan als ze op de middelbare school komen. Als je ze met elkaar laat lezen, komt dat leesplezier wel weer terug’’, denkt hij. Maar zeggen: schuif scholieren een boek voor de neus en ze lezen wel is te simpel.
Naast de vaste 10 minuten, motiveert Hensema zijn leerlingen door extra punten te geven op het laatste proefwerk als ze een verslag maken van de boeken die ze hebben gelezen. Daarnaast doet zijn school mee met wedstrijden zoals voorleeswedstrijd Read2Me. Op Instagram deelt hij boekentips en houdt hij winacties voor zijn leerlingen.
Boeken moeten volgens Bert Hensema zichtbaar zijn. Dat helpt om mensen aan het lezen te krijgen. Daarom hangt zijn lokaal ook vol met vlaggetjes en posters van boeken. Foto: Huisman Media
Elke maand presenteert hij het boek van de maand. ,,Dat betekent dat ik een nieuw boek in de schijnwerpers zet. Ik vertel er iets over, lees eruit voor en stel vragen aan de leerlingen.’’ Om nog meer te motiveren heeft hij samen met leerlingen een lijst opgesteld van de honderd populairste boeken voor jongeren. In die top 100 staan klassiekers als Oorlogswinter van Jan Terlouw, en nieuwere boeken zoals die van Cis Meijer en Margje Woodrow.
Hij doet zijn best, maar hij denkt dat er nog meer moet en kan. ,,Ik vind dat er een Boekenweek voor jongeren tussen de 12 en 15 jaar moet komen. Schrijfster Carlie van Tongeren had daar nog niet zo lang geleden een column over in de Volkskrant. Voor die groep is er net niets. Misschien kan er dan tijdens die week een prijs worden uitgereikt voor het beste boek voor die doelgroep.’’
Boeken moeten volgens Hensema zichtbaar zijn. Dat helpt om mensen aan het lezen te krijgen. Daarom hangt zijn lokaal ook vol met vlaggetjes en posters van boeken.
Zo ziet hij een schone taak voor bovenbouwdocenten, die nog lang niet allemaal zo leesbevorderend bezig zijn als bijvoorbeeld Lips. ,,Veel Nederlands leraren verplichten leerlingen van 16 of 17 jaar boeken te lezen die gericht zijn op volwassenen’’, zegt Hensema. ,,Dat is best een spagaat: je wil leerlingen goed literatuuronderwijs geven en ze lezen leuk laten vinden. Maar er zijn meer goede boeken dan die van Mulisch en Hermans.’’
Dat Lips een speciale strategie heeft om zijn leerlingen enthousiast te maken om te gaan lezen, is de jongeren in zijn klas niet echt opgevallen. Lars (17), Damian (17) en Eloïse (16) uit Beilen zitten in de VMBO-klas en hebben Lips al twee jaar voor Nederlands. ,,Het is gewoon een les’’, zegt Lars. Hij heeft voor school literaire klassiekers gelezen: The Catcher in the Rye van J.D. Salinger, Het Parfum van Suskind en The Great Gatsby van F. Scott Fitzgerald. ,,Ik lees ze eerst in de taal waarin ze geschreven zijn, in dit geval Engels en Duits, en dan in het Nederlands. Engels klinkt voor mij beter. Ik ben opgegroeid met Engelse televisieseries en muziek’’, legt hij uit. Van Lips mogen leerlingen dus ook vertalingen voor Nederlands lezen.
De drie leerlingen verschillen nogal van elkaar qua leesgedrag. Zo is Eloïse dol op lezen. Maar Lars leest liever informatie dan boeken. ,,Dan zie ik op TikTok bijvoorbeeld iets over een onderwerp dat ik interessant vind en dan ga ik daarna op zoek naar meer informatie en dan lees ik dat.’’ Hij koos juist voor de klassiekers omdat hij een eigen mening wil vormen over boeken waarover al heel veel is gezegd en geschreven.
Damian heeft helemaal niets met boeken. ,,Ik vind lezen niets aan. Ik ga liever werken’’, zegt hij. Toch heeft hij dit jaar het boek Afgesloten van Natasza Tardio van kaft tot kaft doorgeworsteld. Daar is hij best een beetje trots op. ,,Dat had ik niet verwacht. Ik wist niet dat ik dat kon’’, zegt hij schouderophalend.
Een leerlingéén boek laten uitlezen, klinkt als een minieme overwinning voor een docent. Daar zijn ze immers voor, toch? Maar voor Lips is het een teken dat zijn strategie werkt.
Hij en Hensema weten heus wel dat niet van elke leerling een boekenwurm te maken valt. Hoeft ook niet, als er maar gelezen wordt. Volgens de twee Nederlands docenten lukt dat alleen als leraren heel hard hun best doen en een doordacht leesprogramma aanbieden dat aansluit bij de diversiteit van hun leerlingen.
In een 4-delige serie duikt Dagblad van het Noordenin de wereld van lezen en niet-lezen. Waarom wordt er minder gelezen? Wat zijn de oorzaken? Wat is eraan te doen? Dit is de slotaflevering. In de afgelopen weken zijn de volgende reportages verschenen in deze bijlage:
- Een reportage over ontlezing vanuit de bibliotheek; - Het lerarentekort en de leesvaardigheid van leerlingen in achterstandswijken; - Hoe werkt een beperkte taalvaardigheid door in het dagelijkse leven van laaggeletterden?