Atze van Wieren in de Doopsgezinde Kerk in Groningen: ,,Wij maken deel uit van de kosmos." Foto: Geert Job Sevink
Naar het terras, het park of een stukje fietsen – zonder jas, met korte broek. Waarom makkelijk doen als het ook anders kan? April is de maand van de filosofie.
Terwijl het Saharazand langzaam neerdaalde, werd zaterdagmiddag in de Doopsgezinde Kerk van Groningen een poging gedaan de filosoof Spinoza, de dichter Rilke en de kwantummechanica met elkaar in verband te brengen.
Nog maar net het Paasfeest achter de rug, met als louterend hoogtepunt de kruisdood van Christus, tuimelden we meteen de Maand van de Filosofie binnen.
De in stad Groningen woonachtige Atze van Wieren (Harkema, 1943) noemt zichzelf een afgedreven gereformeerde. Toen hij jong was, zag het ernaar uit dat hij in Friesland de boerderij van zijn vader zou overnemen. Maar na het vroege overlijden van zijn moeder besloot hij anders. Om jaren later na enige omzwervingen loopbaanbegeleider op de universiteit in Groningen te worden.
Rond zijn vijftigste begon Van Wieren gedichten te schrijven en ontdekte hij dat poëzie uitnodigt na te denken over waartoe de mens op aarde is. Zo kwamen de in zeer wezenlijke zaken gespecialiseerde Benedictus de Spinoza (1632-1677) en Rainer Maria Rilke (1875-1926) op zijn pad.
Nog voor hij debuteerde met een eigen dichtbundel, publiceerde Van Wieren in 2006 een vertaling van Rilke’s De elegieën van Duino. Hij bleek erin geslaagd diepzinnige, Duitstalige poëzie te doorgronden en voor een (relatief) breed publiek in hedendaags Nederlands leesbaar te maken.
De kosmos is één
Nu heeft hij wederom zijn hoofd over Rilke gebroken. Waar bleef God bij Rilke? heet zijn nieuwste boek. Ondertitel: Ideeën over God, Dood, Spinoza en kwantummechanica bij De elegieën van Duino. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan Jean Pierre Rawie, die naar eigen zeggen ooit de wapenhandel verruilde om dichter te worden.
Jean Pierre Rawie nam zaterdag het eerste exemplaar in ontvangst van 'Waar bleef God bij Rilke?' van Atze van Wieren. Foto: Geert Job Sevink
Terwijl in de kerk de te warme lentezon een glas-in-loodraam bescheen met Jezus tijdens de Bergrede, vertelde Van Wieren over zijn idee van kwantummechanica. ,,Alles in de kosmos is met elkaar verbonden, op een ongelofelijk bijzondere manier die we nog helemaal niet kennen”, hoorde we hem zeggen. ,,De kosmos is één. En wij maken deel uit van de kosmos.”
Vervolgens voerde hij zowel Spinoza als Rilke ten tonele. ,,Spinoza stelde deze bol energie gelijk aan God. Hij spreekt van een allesomvattende substantie waarbuiten niets kan bestaan. Rilke spreekt in De elegieën van de grote eenheid waarbinnen geen sprake is van dood en leven. Alles wat in de kosmos bestaat, bestaat volgens Rilke in een voortdurend eeuwig diep zijn.”
Het wereldraadsel opgelost
Even leek daarmee het wereldraadsel opgelost. Maar zoals vaker sloeg de onzekerheid weer toe: als ik het snap, kan het nooit waar zijn.
Ter geruststelling vertelde Van Wieren dat het cruciaal is te beseffen dat niet alles begrepen kan of moet worden. ,,Juist dat leidt tot een andere houding tot ons zijn”, verklaarde hij. ,,Als Rilke schrijft dat wij de dingen van de aarde intens lief moeten hebben, dat we het moeten verinnerlijken en meenemen naar een ander rijk, waarbij hij een eeuwigdurend hier en nu bedoelt, leidt dat tot een andere levenshouding.”
Er gaat enig gepuzzel aan vooraf, maar uiteindelijk is het volgens Van Wieren tamelijk eenvoudig. ,,Omdat volgens de kwantummechanica alles met elkaar samenhangt, is voor te stellen dat de dingen die ik liefheb komen en gaan – de mensen om mij heen, maar ook mijn oude fiets. Ook ik verga. Uiteindelijk verdwijnt niets. Want de kosmos vergaat niet. Alles blijft.”
Een bezield heelal
In Waar bleef God bij Rilke? gaat Van Wieren er uitvoeriger op in dan hier tussen politienieuws, fait divers en sportverslagen kan worden beschreven. Zo schrijft hij onder meer over zijn besluit om te willen geloven in een bezield heelal. ,,Omdat die mij veel meer inspireert, zeker als dichter, dan de gedachte te leven in een alleen materieel heelal, kil, koud en onverschillig.”
'Vrij naar Spinoza', een gedicht van Atze van Wieren.
Om te besluiten met een gedicht van eigen hand, waarvan de laatste twee strofen aldus gaan: ‘Alles in alles en alles als één./ Het is heel licht om mij heen./ Ik weet van sterren, van stelsels,/ van loeiende vuren, een smeltkroes/ met sintels en gaten zwart.// Niets leeft en sterft voor zichzelf/ alleen. Alles in alles en alles/ in één: de kosmos, het allemachtig/ eeuwig orgaan. Hij ademt,/ hij leeft, hij hoeft nergens heen.’
Tijd voor een eenvoudig ijsje.
'Waar bleef God bij Rilke?' (2024), Atze van Rilke Foto uitgeverij IJzer
‘Waar bleef God bij Rilke?’ van Atze van Wieren is verschenen bij uitgeverij IJzer. Prijs: 18,50 euro (79 blz.) Voor meer over de Maand van de Filosofie zie maandvandefilosofie.nl