Rondreizend theaterfestival Stormram zoekt avontuurlijk publiek. 'Zelfs als de voorstelling niets is, is het nog leuker dan een avond voor de televisie'
Rondreizend theaterfestival Stormram geeft beginnende theatermakers in het noorden de kans om op de bühne te staan met hun werk. Het eerste seizoen zit er bijna op. Iedere avond ziet het publiek twee voorstellingen (een korte en een langere) en gaat het in gesprek met de kunstenaar in een professioneel gemodereerd nagesprek Foto: Stormram
Het eerste seizoen van rondreizend theaterfestival Stormram zit er bijna op. Het doel? Beginnende makers een kans geven op het podium. Dat lukt, maar de zalen vol krijgen blijkt ingewikkeld. ,,Onbekend maakt onbemind, ook in de theaterwereld.’’
Hoe groei je door van beginner tot niet-beginner in het theater? Door te oefenen en op het podium te staan. Maar wie koopt er een kaartje voor een voorstelling van een totaal onbekende? En welke theaterprogrammeur is – als het risico op een halflege zaal zo groot is - gek genoeg om daar een avond voor te reserveren?
Uit dit dilemma is rondreizend theaterfestival Stormram geboren. Het geeft beginnende theatermakers in het noorden de kans om op de bühne te staan met hun werk. Stormram doet de onderhandeling met de theaters (dertien zalen in Groningen, Drenthe en Friesland hebben zich aangesloten) en onderhoudt het contact met de theatermakers (zestien in totaal). Iedere avond ziet het publiek twee voorstellingen (een korte en een langere) en gaat het in gesprek met de kunstenaar in een professioneel gemodereerd nagesprek.
Het eerste seizoen van Stormram is bijna afgelopen. Op 4 februari is er nog een voorstelling in het Geert Teis Theater in Stadskanaal en op dezelfde dag is er ook eentje in Theater Sneek. Op 15 februari staat Stormram nog in De Nieuwe Kolk in Assen.
Initiatiefnemers Joran de Boer en Milan van der Zwaan zijn tevreden, maar zien ook hoe moeilijk het is om publiek zover te krijgen naar de voorstellingen te komen. ,,We hebben nu negen voorstellingen gehad en iets meer dan vierhonderd mensen bereikt. Dat is gemiddeld 45 bezoekers per voorstelling, en daar zitten uitschieters naar beneden (22) en uitschieters naar boven (76) tussen’’, zegt Van der Zwaan.
Stormram moet nog doorgroeien tot een gevestigde naam, weet Van der Zwaan. En hopelijk groeit het publiek dan ook. ,,Onbekend maakt onbemind, ook in de theaterwereld. Dat is lastig.’’
De kick-off van Stormram was in maart in Roden. Inmiddels hebben 13 theaters en 16 makers zich bij het reizende theaterfestival aangesloten. Foto: Mariska de Groot
Theaterprogrammeurs willen nieuw talent graag een kans geven
Volgens Directeur Jacob Frölich van Theater de Winsinghhof in Roden is zijn zaal uitermate geschikt voor Stormram. ,,Door onze kleine zaal, 148 stoelen, zijn we een heel goed springplanktheater voor jong talent. Het theater is heel toegankelijk en knus.’’ Frölich heeft zelf marketingervaring en gaat dan ook actief de boer op om mensen naar zijn theater te krijgen. Dat is voor een evenement als Stormram extra nodig. ,,Maar de theaterwereld heeft zo’n programma voor beginnend talent ook nodig.’’
Dat het publiek enthousiasmeren voor zoiets als Stormram meer moeite kost, ziet Ids Dijkstra van het Kielzog Theater in Hoogezand ook. ,,Vaak doen beginnende makers, naast dat ze onbekend zijn, ook nog iets vernieuwends of anders. Dat brengt een extra obstakel met zich mee. Dan moet je mensen soms bijna dwingen om te komen.’’
Dat doet hij bijvoorbeeld door er een verrassingsvoorstelling van te maken. Of door simpelweg tegen bezoekers te zeggen: ‘Kom nou maar gewoon’. ,,Zelfs als de voorstelling niets is, is het nog leuker dan een avond voor de televisie.’’
Vol? Dat hoeft niet hoor
Dat een theaterzaal bij zoiets als Stormram niet helemaal vol zit, vindt directeur Natalie Straatman van Schouwburg Ogterop niet belangrijk. ,,Daar hou je rekening mee. Als ik iets nieuws programmeer ga ik uit van zo’n veertig mensen in de zaal. Dat was ook zo bij Stormram.’’
Een niet volle zaal nemen de programmeurs dus voor lief. Soms lijden ze dan verlies, maar dat lossen ze waar mogelijk op door op een ander moment een grotere naam te programmeren.
De kick-off van Stormram was in maart in Roden. Foto: Mariska de Groot
Waarom is het moeilijk om mensen naar beginnende makers te krijgen? Is het publiek niet avontuurlijk genoeg? ,,Dat is het niet, denk ik. Onze bezoekers zijn niet zo bangig en willen echt wel wat nieuws proberen’’, zegt ze stellig. ,,Maar we leven in een onzekere tijd waarin van alles speelt. De bezoekers zijn voorzichtiger kaarten gaan kopen. Geld kan je maar een keer uitgeven, dus wat kies je dan wel en niet? Ik denk niet dat het aan de durf van het publiek ligt.’’
Dijkstra vindt het publiek ook avontuurlijk genoeg. ,,Het publiek is wat het is. Daar moet je op een bepaalde manier mee omgaan om ze zover te krijgen dat ze naar het theater gaan. Dat geldt voor alle voorstellingen. Wij hadden 63 bezoekers bij Stormram. Zij kwamen binnen en zagen meteen een meterhoge clitoris op het podium staan. Dat leverde best wel wat verraste gezichten op, maar ook heel veel lollige reacties.’’
Als het publiek niet de reden is om beginnende makers niet te programmeren, wat maakt het dan lastig? Volgens theaterdirecteur Straatman komt dat mede door het overaanbod. ,,Er wordt veel meer gemaakt dan dat er speelruimte is. En dus moet je keuzes maken.’’
Toekomst voor Stormram
Meerdere theaterprogrammeurs zien een tweede Stormramseizoen wel zitten. ,,De noordelijke schouwburgdirecteuren hebben net overleg gehad. Een groot deel is ingestapt met Stormram omdat het makkelijker is zo’n concept te programmeren dan een losse maker in z’n eentje’’, zegt Straatman van Schouwburg Ogterop. Ook zij ziet een vervolg wel zitten, met her en der een aanpassing. ,,We gaan nog met de organisatie evalueren.’’
Stormram staat in Roden ook al voor een tweede seizoen geprogrammeerd. Frölich: ,,De mensen die nu zijn geweest en het leuk vonden, kunnen dan terugkomen en iemand meenemen. Zo groeit het publiek.’’
Zo’n eerste seizoen brengt altijd verbeterpunten met zich mee, weet ook Van der Zwaan. ,,We willen bij het volgende seizoen bijvoorbeeld de makers meer op de voorgrond zetten. En de poule voor de lange voorstelling verkleinen tot een groep die in elk geval de marketing- en technische zaken op orde heeft.’’