De kick-off van Stormram was in maart in Roden. Foto: Mariska de Groot
Beginnende makers die op de deuren van theaters bonzen om een plekje te bemachtigen in de programma’s, krijgen lang niet altijd gehoor. Het reizende theaterfestival Stormram van Joran de Boer en Milan van der Zwaan brengt daar verandering in.
Even terug in de tijd. Het is 2016. In De Lawei in Drachten zijn vijf Friese theatercollectieven voor één avond de baas. Ze presenteren zich aan het publiek en laten zien wat ze in hun mars hebben. Die avond waarop ze in het theater staan is georganiseerd door Stormram. Een programma dat een paar jaar in Friesland heeft gedraaid om nieuw talent een kans te geven, maar daarna is doodgebloed.
Zonde, vinden Joran de Boer en Milan van der Zwaan. Anderhalf jaar geleden kwamen ze op het idee om het initiatief nieuw leven in te blazen, maar dan een beetje anders. Stormram van De Boer en Van der Zwaan is een nieuw ‘rondreizend theaterfestival’. Dit jaar brengen zij zo’n zestien nieuwe theatermakers uit het Noorden naar dertien verschillende zalen in Drenthe, Friesland en Groningen. Iedere avond ziet het publiek twee voorstellingen (een korte en een langere) en gaat het in gesprek met de kunstenaar in een professioneel gemodereerd nagesprek.
De kick-off van Stormram was in maart in Roden. Inmiddels hebben 13 theaters en 16 makers zich bij het reizende theaterfestival aangesloten. Foto: Mariska de Groot
Zie het als een soort kleine versie van Eurosonic, het enorme muziekfestijn dat jaarlijks in januari het centrum van Groningen overneemt, maar dan in theaterland. Niet iedereen die tijdens Eurosonic optreedt is bekend, maar bezoekers kunnen daar zomaar een optreden bijwonen van iemand die later een Dua Lipa wordt.
Makersklimaat is goed, maar de stap naar het podium is te groot
,,We hebben dit opgezet omdat het beginnende noordelijke makers slecht lukt om hun werk te tonen in de theaters in Groningen, Friesland en Drenthe. Daardoor kost het ook veel moeite om een noordelijk publiek op te bouwen’’, legt Van der Zwaan uit.
En dat terwijl het ‘makersklimaat’ in dit gebied de laatste jaren is verbeterd. Initiatieven als Station Noord, Explore the North, Grand Theatre Ontwikkelingsinstelling, Upnorth en Noordstaat zijn allemaal in het leven geroepen om jong talent te helpen hun werk te produceren. Maar ja, dan moeten de theaters het vervolgens wel willen tonen.
,,Zij nemen natuurlijk een risico door onbekenden in hun programma op te nemen en geven argumenten als: ik ken ze niet, ik heb geen geld om te experimenteren en ik heb er geen publiek voor. Die argumenten proberen wij weg te nemen.’’ Dat doen De Boer en Van der Zwaan door de makers voor te stellen aan programmeur en publiek, voor een zacht prijsje en onder een helder merk: Stormram.
Aangesloten gezelschappen zijn onder meer X_Yusuf_Boss, Maskermeiden, Club NEL en Illustere figuren. De theaters die hun zalen beschikbaar stellen zijn bijvoorbeeld De Winsinghof in Roden, Theater Sneek en Van Beresteyn in Veendam.
In ieder geval frisse theatermakers op de bühne
Wie wanneer en waar speelt is meestal niet bekend. Sommige theaters kiezen ervoor om niet aan te kondigen wie die avond op de bühne klimmen, omdat hun publiek van een verrassing houdt. ,,Andere zalen hebben een publiek dat precies weet wat het zoekt. We laten het de programmeurs zelf uitmaken of ze het aankondigen of niet.’’
Theaters hebben het sinds de coronatijd niet makkelijk. Veel bezoekers zijn de route naar de theaterzalen uit het oog verloren en kaartjes kopen zit niet langer bij iedereen in het systeem. Nu met een nieuw onbekend programma komen, is dan ook spannend. ,,Dat merken wij in de kaartverkoop’’, geeft van der Zwaan toe. ,,Maar wij zijn al blij met veertig of vijftig verkochte tickets per voorstelling. Dan verdienen we geen geld, maar dat komt later. Dan staan er in ieder geval frisse theatermakers op het podium.’’
Op 1 oktober is de seizoenopening van Stormram in Schouwburg Ogterop in Meppel. De tweede voorstelling is op 2 november in De Lawei in Drachten. Het is de bedoeling dat Stormram niet één seizoen, maar meerdere jaren blijft draaien. ,,Allemaal om te laten zien en te versterken dat het óók hier kan en gebeurt, en niet alleen in de Randstad.’’