Cultuurfilosoof Thijs Lijster presenteert in zijn nieuwe boek een alternatief voor het neoliberalisme. Foto: Jan Willem van Vliet
Cultuurfilosoof Thijs Lijster (Hoogeveen, 1981) wekt een oud, vergeten begrip tot leven om tot een alternatief te komen voor het neoliberalisme. Wat als we de meent centraal stellen, in plaats van alles tot koopwaar te maken?
Er is iets raars aan de hand, merkt Thijs Lijster op in Wat we gemeen hebben, zijn nieuwste boek. Terwijl het neoliberalisme als ideologie op zijn laatste benen lijkt te lopen en door steeds meer mensen als een uitwas wordt beschouwd, blijven we vrolijk doorgaan om alles als koopwaar te zien, inclusief onszelf.
,,We geloven er niet meer actief in en zijn er steeds kritischer op geworden, zelfs neoliberale partijen als de VVD”, zegt de cultuurfilosoof van de Rijksuniversiteit Groningen. ,,Maar het neoliberalisme blijft doorleven. Het is ondood, zoals ik het in mijn boek noem.” Gevolg: de uitbuiting van de aarde en mensen gaat door, de klimaatverandering neemt desastreuze vormen aan, en de rijken worden almaar rijker.
Hoe verklaar je dat?
,,We hebben de neoliberale ideologie volledig geëxternaliseerd. Het is ingebed in een politiek-economische structuur waarbij politici zelfs in tijden van energiecrisis zeggen: we mogen niet ingrijpen want de markt moet het werk doen. En tegelijkertijd hebben we het helemaal geïnternaliseerd. We zijn onszelf steeds meer zijn gaan omschrijven als ondernemers van het zelf.”
Er is geen alternatief, hoor je vaak als het over neoliberalisme en kapitalisme gaat.
,,Een van de problemen als je het kapitalisme bekritiseert, is dat je al snel in de hoek van het historisch communisme wordt gedrukt. Stalin, Pol Pot, Noord-Korea, China. Daar moeten we vanaf, want het heeft te lang een banvloek gelegd op het nadenken over alternatieven.”
In zijn boek presenteert Lijster een ander perspectief om naar de wereld te kijken, waarbij hij teruggrijpt op een oud begrip: de meent. Van oudsher waren dat gemeenschappelijk beheerde domeinen of bronnen, die geen privaat of publiek bezit zijn, zoals gedeelde weidegrond, bossen en rivieren. De boermarken in Drenthe zijn er een overblijfsel van.
Nieuwe vormen van meenten zijn bijvoorbeeld de gemeenschapstuintjes in steden, coöperatieve bedrijfsvormen, en gemeenschappelijk opgebouwde digitale kennisbronnen zoals Wikipedia, dat in tegenstelling tot Meta, Google of Twitter geen verdienmodel kent, maar collectief wordt beheerd en drijft op donaties.
,,De meent grijpt terug op de oudste menselijke samenlevingsvormen, waarin voedsel, gereedschappen en kennis gedeeld werden en gemeenschappelijk beheerd”, zegt Lijster. ,,In Engeland werden dat the commons genoemd. Tot in de late middeleeuwen was de praktijk van het delen en gemeenschappelijk gebruik maken van bronnen aan de orde van de dag.”
Waarom zijn de meenten verdwenen?
,,Met de opkomst van het kapitalisme werden ze steeds meer onteigend en tot koopwaar gemaakt. Het kapitalisme werd geboren met het om zeep helpen van de meenten. En waar nieuwe meenten ontstonden, werden ze door het kapitaal tot koopwaar getransformeerd.”
,,Het neoliberalisme heeft die ontwikkeling gestimuleerd door hele domeinen van het leven om te vormen tot markt. Neoliberale politiek creëert actief markten, ook waar ze nog niet waren. Het probeert de markt in alle haarvaten van het leven te laten doordringen.”
Met de keerzijde daarvan worden we nu hardhandig geconfronteerd middels allerhande crises. ,,Wat ik in mijn boek probeer te laten zien is dat er aan het kapitalisme zelf een bepaalde structuur ten grondslag ligt die venijnig is. Hoe je het ook wendt of keert, het zal altijd deze dynamiek hebben en tot deze problemen leiden.”
Lijster waagt zich in Wat we gemeen hebben aan wat hij in eerdere boeken een ‘sterk verhaal’ noemde: een verhaal dat de vanzelfsprekendheid van de samenleving zoals die nu is in twijfel trekt. Een verhaal dat je ertoe dwingt om de werkelijkheid op een heel andere manier te bekijken.
De zorg, het onderwijs, nutsbedrijven, openbaar vervoer, de stad – het is de laatste decennia allemaal tot koopwaar gemaakt. Maar je kunt er ook anders naar kijken. ,,In mijn visie zouden de basisvoorzieningen als meenten georganiseerd moeten zijn: huisvesting, voedsel, onderwijs, cultuur, kennis, noem maar op.”
Je roept op tot een strijd om de meenten en een omslag in ons denken. Is het begrip daar niet te onbekend voor?
,,In de literatuur is commons een bekender begrip, maar ik wilde een Nederlands equivalent gebruiken. Meent is in onbruik geraakt en doet archaïsch aan, maar juist dat feit is veelzeggend. Ik vond dit een goede gelegenheid om het onder het stof vandaan te halen en te verbinden met andere termen als gemeenschapszin, gemeenschappelijkheid en wat ik in mijn boek gemeenzin noem.”
,,Misschien is de meent als begrip niet voldoende aansprekend om grote groepen mensen te mobiliseren. Maar de zorgen die mensen hebben en de zaken die hoog op de politieke agenda staan – de wooncrisis, de zorgcrisis, de ecologische crisis – kunnen allemaal verbonden worden met het begrip van de meent. Dat is wat ik doe in mijn boek.”
Je verbindt de meent nadrukkelijk met gemeenschap.
,,Op rechts wordt gemeenschap vaak verbonden met normen en waarden. Of de nadruk wordt gelegd op de nationale gemeenschap, die soms in etnische of raciale termen wordt beschreven. Daar bestaat, terecht, veel angst voor. In progressieve kringen is gemeenschap daardoor een vies woord geworden, waar een spruitjeslucht of bruine dampen omheen hangen. Voor een deel heeft dat ook te maken met het idee dat gemeenschap iets verstikkends heeft en individualiteit aan banden legt.”
Het neoliberalisme moet er ook niet veel van hebben, toch?
,,Het beeld dat het neoliberalisme heeft gecreëerd van gemeenschap komt bijna een-op-een overeen met het soort van gemeenschap dat je ziet in totalitaire regimes: je hebt of de gemeenschap of het individu. Als je de gemeenschap hebt, is het individu er niet. En als het individu er is, is de gemeenschap er niet. Wat ik probeer te laten zien is dat er veel meer een wisselwerking is, een dialectiek, tussen de gemeenschap enerzijds en wat ik het condividu noem anderzijds. Ze versterken en verrijken elkaar wederzijds.”
Gemeenschap is toch ook niet alleen iets van rechts? Kijk naar de mienskip in Friesland.
,,Zeker, en waar ik nu woon, in Salland, heb je net als in Drenthe het noaberschap. Dat is ook een vorm van gemeenschap die niet per se rechts is. Waar het mij om gaat is dat je geen verhaal over gemeenschap kunt vertellen zonder het ook over de meent te hebben. Want onder het gebrek aan gemeenschapszin zit de afkalving en het verdwijnen van de meenten verborgen.”
Cultuurfilosoof Thijs Lijster. Foto: Jan Willem van Vliet
,,Het komt niet uit het niets dat we tegenwoordig minder gemeenschapszin hebben. Dat is inherent verbonden met het verdwijnen van allerlei materiële omstandigheden, zoals gedeelde bronnen en gedeelde rijkdom. Dat betekent dat je naar een ander begrip van gemeenschap moet, dat niet langer als eenheidsworst wordt gezien en dat ook nooit met zichzelf samenvalt.”
Een perspectiefwisseling, een nieuwe bril om naar de wereld kijken?
,,Nieuw en oud, eigenlijk. Ik pretendeer niet originele dingen te zeggen. Er is een lange traditie van denken over meenten, waardoor ik me heb laten inspireren. Wat ik vooral probeer te doen is een kanteling van de blik. In mijn boek noem ik de prenten van Escher als voorbeeld, waarbij je het ene moment het ene ziet en het andere het andere.”
,,Ik ga nog een stap verder door te zeggen dat hóe je kijkt ook dat wáar je naar kijkt verandert. Juist door onze neoliberale bril hebben we allerlei systemen en domeinen van het leven actief en materieel veranderd: het onderwijs, de zorg, de stad, de digitale wereld, onszelf. Als we door een andere lens kijken, kunnen we de praktijk weer een andere kant op sturen.”
Heb jij hoop dat het daadwerkelijk gaat gebeuren? De neoliberale bril staat nog stevig op ons hoofd.
,,Dat is zonder meer waar. Des te belangrijker om het gesprek erover te voeren en na te denken over alternatieven. Wat me optimistisch maakt is dat je allerlei vormen van protest ziet: klimaatprotest, woonprotest. Er klinkt weerstand en weerwoord. Het is een heel ongelijke strijd, maar dat is nooit een argument om op te geven.”
Wat betreft de klimaatcrisis: er moeten, net als tijdens de coronacrisis, radicale maatregelen genomen worden. Maar het gebeurt niet!
,,Een van de redenen voor de radicaliteit van de ingrepen met corona was dat het een acute, urgente crisis was, terwijl de klimaatcatastrofe meer een langetermijnvisie nodig heeft. De Zweedse ecoloog Andreas Malm zegt er iets heel interessants over: corona sloeg eerst en vooral toe in de Westerse, witte wereld, terwijl de klimaatrampen voor het allergrootste deel in de ontwikkelingslanden en het mondiale Zuiden slachtoffers eisen.”
,,Natuurlijk hebben we bosbranden in Californië en Australië en overstromingen hier. Maar vooralsnog hebben we het idee dat we de voeten droog houden. Het is nog niet in ons belang om op dezelfde radicale manier in te grijpen als bij corona. Althans, het is wel in ons belang, maar niet in het belang van de elites.”
Moeten we het dan maar zelf doen?
,,In mijn boek De grote vlucht inwaarts ben ik heel kritisch geweest op de notie ‘een betere wereld begint bij jezelf’ omdat er al heel veel wordt afgewenteld op het individu. De centrale overheid moet veel meer sturen op structurele maatregelen en er een eerlijk verhaal over vertellen. Dat zet dan meer zoden aan de dijk dan korter douchen of spaarlampen.”
Aan het slot van je boek houd je een pleidooi voor ‘commonisme’ als politiek alternatief. Ben je niet bang dat zo’n term mensen bang maakt?
,,Ik vind het leuk om een knuppel in het hoederhok te gooien. Met die ene letter verschil wil ik juist laten zien dat het denken over de meent en gemeenschappelijkheid ons niet op een onewaystreet naar de Goelag hoeft te brengen. En een politiek van de meenten staat in een lange en rijke traditie, die veel ouder is dan het kapitalisme.”
Is dat waarom je zoveel nadruk legt op de kwetsbaarheid van de mens en de afhankelijkheid van anderen? En de principiële openheid van de meent?
,,Precies. Ik wil op een andere manier over gemeenschappelijkheid nadenken, waarbij er altijd dissensus, een gebrek aan overeenstemming, moet zijn. In een gemeenschap bestaat de neiging om zichzelf immuun te maken voor invloeden van buitenaf. Pas als je erkent dat de ander er altijd al deel van uitmaakt, dat je niet zonder de ander kunt, dan kun je je teweerstellen tegen het geweld dat een gemeenschap ook in zich draagt. Een gemeenschap is altijd incompleet.”
.
Wat we gemeen hebben – Een filosofie van de meenten is verschenen bij uitgeverij De Bezige Bij. Prijs: 24,99 euro (272 blz.).
Beroep docent kunst- en cultuurfilosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen
Opleiding basisschool Prof. Titus Brandsma Hoogeveen, middelbare school De Groene Driehoek Hoogeveen, studeerde filosofie in Groningen en New York; promoveerde in 2012 cum laude op een proefschrift over filosofen Walter Benjamin en Theodor Adorno
Loopbaan schreef o.a. de essaybundels De grote vlucht inwaarts (2016) en Kijken, proeven, denken (2019), het pamflet Verenigt u! Over arbeid in de 21ste eeuw (2019) en de academische monografie Benjamin and Adorno on Art and Art Criticism (2017). Dit jaar verscheen eerder ook The Rise of the Common City, het resultaat van een vijfjarig onderzoeksproject over meenten aan de Universiteit van Antwerpen, waar Lijster als postdoconderzoeker aan meegewerkt heeft
De grote vlucht inwaarts is bekroond met de essayprijs van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letterkunde (KANTL). Dat boek stond net als Kijken, proeven, denken ook op de shortlist van de Socrates Wisselbeker, de prijs voor het beste Nederlandstalige filosofieboek