De afgelopen week heb ik mijn steentje bijgedragen aan de doodverklaring van het gewone televisiekijken. Ik heb mijn tv-abonnement opgezegd. Spannend vond ik het.
Na het opzeggen overviel me een lichte vorm van leegte. Niet zo gek. Op eenzame momenten zette ik de televisie aan, niet alleen om iets te kijken, maar ook met het idee dat er in de rest van het land, op precies hetzelfde moment, mensen waren die naar hetzelfde zaten te kijken. Dat gaf me altijd een gevoel van verbinding.
Nu kunnen we alles online terugkijken, hebben we televisie on demand, en de streamingdiensten floreren. We kunnen op elk moment iets kijken, wanneer het ons uitkomt. Waarom zou je nog gebonden willen zijn aan strakke televisieschema’s? En toch… had het iets. Dat je vroeger voor je favoriete programma thuisbleef. Voor de finale van het eerste seizoen van Big Brother, bijvoorbeeld.
Radio luisteren, ook zo iets. Het idee dat er op hetzelfde moment, samen met jou, mensen, ook vanuit de auto, of woonkamers, naar hetzelfde zitten te luisteren. Heel anders dan naar muziek luisteren op een streamingdienst als Spotify. Weliswaar geen last van reclames, of irritant gebabbel. Maar verliezen we ook niet iets? Wanneer luisteren we nog een heel album van het eerste tot het laatste nummer af? Van de artiest die zorgvuldig over de volgorde van nummers heeft nagedacht.
En toch belde ik Ziggo. Ik heb hun verleidelijke aanbiedingen om de televisie te houden, afgeslagen. Het toestel heeft bij mij al maanden niet meer aangestaan. Al geloof ik liever dat ik een nostalgische inborst heb, ben ik toch anders gaan kijken naar media, anders gaan luisteren naar muziek.
Dat er zoiets bestaat als een momentum
Het is een gegeven dat we steeds meer willen dat alles te allen tijde beschikbaar is. Er bestaan steeds minder gemiste kansen of momenten. De smoesjes die ik vroeger verzon om thuis te blijven voor een programma. Anders ging het aan je neus voorbij. En dan moest ik de volgende dag op school maar horen wie gewonnen had met Idols. Nu is het allemaal lekker makkelijk. En leren we onszelf ook af dat het leven niet altijd maar te allen tijde alles voor jou kan faciliteren. Dat er zoiets bestaat als een momentum.
Makkelijker, maar individualistischer. Een beetje zoals mijn online sportlesjes. Daar sta ik in mijn woonkamer op driehoog op een yogamatje te springen, dat is toch anders dan in groepsverband sporten. Een stuk makkelijker, en ja, op tijden waarop het mij uitkomt.
Niemand die je even aanmoedigt, of dat praatje in de kleedkamer over hoe zwaar de les wel niet was. Dus allemaal makkelijker, maar niet minder eenzaam. Dat doen we onszelf dan toch maar aan.