,,Waar kom je vandaan?” vraagt ze. ,,Ik ben in Groningen geboren’’, antwoord ik. Marike kijkt me even aan. Ik ben beland bij een etentje in vreemd gezelschap.
Dan zegt ze: ,,Dat zijn hele stugge mensen, toch?” Dat zet me aan het denken. Wat kenmerkt de Groninger precies. Bepaalt de plek waar je vandaan komt je persoonlijkheid? Van buitenaf worden noordelingen gezien als nuchter, misschien zelfs stug. Maar dankzij mijn nuchtere kant heb ik me in een hoop situaties hier in de Randstad prima staande weten te houden. Als ik me moest opdoffen voor een chique première met rode loper bijvoorbeeld, lachte ik stilletjes in mezelf. Wat een poppenkast, dacht ik, maar wel een leuke.
Permanent warm
Marike komt uit Zeeland, en ging studeren in Nijmegen. ,,Ik had het in de stad permanent warm, ook in de winter’’, zegt ze. Dat kan ik me voorstellen. Als je opgroeit met zoveel water om je heen, waar de wind je van de dijk beukt en je benen getraind zijn om kilometers oneindig bruggen over te fietsen, is het leven in een stad behoorlijk benauwd. Marike heeft niet geleerd over haar gevoel te praten. Als er iets te overdenken viel, ging ze naar de zee.
Terwijl ik aan mijn salade knabbel, vraag ik me af of ik inmiddels meer Amsterdams dan Gronings ben. Of toch nog altijd Vietnamees. Hoe antwoord je op een vraag waar je uit gemaakt bent.
Qing-dynastie
Momenteel ben ik aan het repeteren voor een nieuw toneelstuk. Daarvoor duik ik in de Qing-dynastie in China rond het jaar 1904. Mijn personage gaat gebukt onder het keizerrijk, en onder rebellen. Een moeder speel ik, één die vecht tegen overheersing, honger, droogte en overstromingen. Het leven bestond uit overleven en dromen van een betere toekomst. Hoe ga ik iemand spelen uit zo’n totaal andere omgeving? Dat is het leuke aan mijn werk; in de huid kruipen van andere mensen. Naarmate ik er meer over opzoek, zie ik zoveel overeenkomsten met mijn moeder. En daarmee ook met mij.
Marike heeft het permanent warm. Mijn moeder permanent koud. Het heeft even geduurd voor ik voelde waar mijn thuis is. Ik ben opgegroeid in een Groningse buitenwijk, Beijum, waar je in de speeltuinen over de gebruikte heroïnenaalden moest stappen, er regelmatig geweerschoten klonken bij de videotheek, en waar je als 8-jarige werd nagefloten bij de snackbar. Die ruigheid mis ik soms, hoe gek dat ook klinkt. Zoals Marike haar weidsheid mist.
De ander
Een boot krijg je mij niet op, dan word ik zeeziek. Soms denk ik dat het een overblijfsel is van de overtocht van mijn ouders. Volk dat we niet kennen kunnen we gemakkelijk stigmatiseren. Ook mensen dichtbij huis. Het is nog niet zo heel lang geleden dat er bruggen gebouwd zijn die alle eilanden van Zeeland met elkaar verbonden. En nog altijd wordt volk van een ander eiland gezien als ‘de ander’. De ander, dat zijn we allemaal wel eens, afhankelijk van waar je bent, en in welk gezelschap. Maar waar je vandaan komt, neemt niemand je af.