Hester Klein Lankhorst, directeur Afvalfonds Verpakkingen: „Wat Diederik Samsom zegt is onzin.”
Het was geen gemakkelijke klus, het statiegeldsysteem voor drankblikjes. Overheid en milieuclubs reageerden boos toen het bedrijfsleven eind vorig jaar drie maanden uitstel vroeg. Nu het systeem er eindelijk staat blikt Hester Klein Lankhorst – directeur van het Afvalfonds – terug op een roerige periode en een ambitieuze toekomst.
Het was geen gemakkelijke klus, het statiegeldsysteem voor drankblikjes. Overheid en milieuclubs reageerden boos toen het bedrijfsleven eind vorig jaar drie maanden uitstel vroeg. Nu het systeem er eindelijk staat blikt Hester Klein Lankhorst – directeur van het Afvalfonds – terug op een roerige periode en een ambitieuze toekomst.
Officieel heeft Nederland vanaf 1 april een statiegeldsysteem voor drankblikjes. Vier dagen eerder, vanaf maandag 27 maart, werken de inname-automaten al, en verschijnt er steeds meer statiegeldblik in de winkels waarvoor je 15 cent extra betaalt. Dan kan de klant de blikjes ook inleveren bij de emballageautomaat. „We hebben dus vier dagen tijdwinst geboekt”, zegt Hester Klein Lankhorst, directeur van het Afvalfonds Verpakkingen, de stichting van het bedrijfsleven die verantwoordelijk is voor het inzamelen en recyclen van verpakkingen.
Statiegeld op drankblikjes zou eigenlijk op 1 januari 2023 ingaan, maar dit lukte niet. Van de rechter kreeg het Afvalfonds drie maanden uitstel . Is die vier dagen een knipoog naar de overheid die dreigde met een miljoenenboete?
(Lachend:) „Tja, zo kun je het ook uitleggen. Maar in alle ernst, we hebben geen conflict met de overheid. Vivianne Heijnen, de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, is onlangs bij ons op bezoek geweest. De Inspectie Leefomgeving en Transport van het ministerie zit er bovenop en is bij veel bedrijven gaan kijken naar de voortgang. Iedereen heeft hier keihard aan gewerkt.”
Het ministerie verweet het bedrijfsleven in december vorig jaar een ’terugtrekkende beweging’ te maken. Waarom was de overheid zo wantrouwend?
„Dat moet je eigenlijk aan de overheid vragen. De verantwoordelijkheid van producenten voor verpakkingen is groot, want iedereen vindt er iets van. Verpakkingen weggooien is een dagelijkse ergernis voor velen. Het verpakkend bedrijfsleven ligt onder het vergrootglas bij allerlei belangenorganisaties, bij het ministerie en uiteraard bij de Europese overheid die zware regeldruk oplegt. Ik begrijp dat wel, want het gaat om veel materiaal met een grote invloed op het milieu. In Nederland recyclen we liefst 80 procent van alle verpakkingen. Dat is een prima prestatie.”
EU-kabinetschef Diederik Samsom zei onlangs ’helemaal klaar’ te zijn met het bedrijfsleven dat volgens hem onvoldoende samenwerkt. Daarom volgt zware wetgeving vanuit Brussel. Wat vindt u daarvan?
„Wat Samsom zegt is flauwekul. Ik vind het ook niet netjes van hem. Ik ben het wel met hem eens dat we nog stappen moeten zetten, ondanks de 80 procent recycling in Nederland, waar 65 procent de Europese norm is. Europa zorgt ervoor dat voor iedereen de regelgeving hetzelfde is, dat is heel belangrijk. Plastic is de grote uitdaging. Daarbij halen we met 49 procent recycling nu al bijna de 50 procent-norm voor 2025 van Europa. Onlangs lanceerde het Afvalfonds de Plastic Wijzer waarin onze ambitie staat om in 2050 alleen maar verpakkingsmateriaal te gebruiken dat echt nodig is voor bescherming en de houdbaarheid van producten. Voor die verpakkingen zal geen aardolie meer nodig zijn. Het is gemaakt van gerecycled of plantaardig materiaal.”
2050 is nog ver weg…
„Daarom hebben we tussendoelen gesteld voor 2030: alle verpakkingen 100 procent recyclebaar en waar mogelijk herbruikbaar, en uniforme en hoogwaardige systemen voor inzamelen en hergebruik van verpakkingen. Voor plastic is hergebruik uitdagend, want in tegenstelling tot glas kun je dat niet op hoge temperatuur reinigen. Dat is wel nodig vanwege voedselveiligheid. Anders kan er iets in de poriën achterblijven. Ook voor recycling wordt het plastic gewassen en moeten levensmiddelenverpakkingen gescheiden van andere plasticverpakkingen worden vermalen en hergebruikt.”
Verwacht u ook statiegeld op glazen potjes en conservenblikken?
„Nee. We recyclen nu al 90 procent papier en karton, en 89 procent glas. Een statiegeldsysteem is heel duur en zal deze percentages niet verhogen. Ook moet je kijken wat de consument aankan. We willen het zo gemakkelijk mogelijk maken om verpakkingsmateriaal gescheiden in te leveren. Daarom denken we aan ’circulaire hubs’ op de parkeerplaats bij supermarkten. Niet alleen papier- of glasbakken maar ook inzameling van plastic, elektronica, textiel en noem maar op. Alles bij elkaar. In Griekenland, Hongarije en enkele Scandinavische landen zijn al lokale initiatieven. Voor Nederland berekenen we ook of dit kan. Maar het moet er wel netjes uitzien. Er is vraag naar. Het Planbureau voor de Leefomgeving ziet het als een mogelijkheid. Bedrijven vragen er ook om, want zij moeten meer gerecycled materiaal gebruiken en dan moet de ingezamelde stroom schoon zijn.”
Speelt de overheid hierbij een rol?
„Als producenten zijn wij verantwoordelijk, vindt de overheid. Toch is het nodig dat de overheid zich met het systeem bemoeit als een soort scheidsrechter, want wij zijn afhankelijk van gemeentelijke inzamelaars en gemeenten hebben ook hun eigen belang. Wij halen elk jaar €1 miljard op bij producenten en importeurs van verpakte producten en daaruit vergoeden wij de kosten van inzameling en recycling. Papier en glas gaat al zo goed, dat bekostigt zichzelf. Bij plastic, metaal en drankverpakkingen moet nog geld bij. Daar krijgen de gemeentes een vergoeding voor de opgehaalde kilo’s. We willen allemaal meer recyclen en een betere kwaliteit van het ingezamelde materiaal. De vervuiler betaalt is een prima principe, maar we zijn allemaal alleen geholpen met een inzamel- en recyclesysteem dat betaalbaar is. Het gaat om de euro’s en die moeten ergens vandaan komen.”
Eigenlijk had statiegeld op blik er al drie maanden moeten zijn.
Hoewel er altijd is gezegd dat 1 april de dag is dat het statiegeldsysteem voor drankblikjes van start gaat, gebeurt dat al vier dagen eerder. „Op maandag 27 maart”, zegt Hester Klein Lankhorst. „Dan kun je in de winkel blikjes tegenkomen waarvoor je statiegeld betaalt, dat je via de automaten kunt terugkrijgen. De communicatiecampagne start op 1 april.”
Een campagne vanaf 1 maart, in aanloop naar het systeem, klinkt aannemelijk maar is het niet. „Ik dacht ook dat dit zo zou werken, maar we hebben het laten onderzoeken en daaruit blijkt dat dit geen goed idee is”, zegt de directeur van het Afvalfonds Verpakkingen. „Een grote groep mensen blijkt de weg kwijt te raken als je er al over communiceert nog voordat het statiegeldsysteem er is. Het geheugen kan het niet aan en ze pikken maar de helft van de boodschap op. Om ervoor te zorgen dat een brede groep mensen meteen het statiegeldsysteem omarmt, houden we vast aan 1 april als start van een grote campagne. De winkelmedewerkers zijn getraind en de automaten kunnen de streepjescodes van de blikjes lezen, als die niet teveel gedeukt zijn. In het begin zal het systeem wel wat kinderziektes hebben, maar het gaat lukken. Gedragsverandering kost nu eenmaal tijd.”