Sommige GGD’en worden overstelpt met telefoontjes. De GGD Brabant-Zuidoost, in het hart van de mazelenepidemie, krijgt twee keer zoveel telefoontjes als normaal.
Ouders die hun kinderen niet wilden laten inenten, gaan na de recente mazelenuitbraak en kinkhoestgolf toch overstag. Dat geldt ook voor zwangere vrouwen die in eerste instantie afzagen van een prik om hun baby tegen kinkhoest te beschermen. Meerdere GGD’en signaleren dat deze spijtoptanten zich nu melden.
Het gaat volgens meerdere gezondheidsdiensten om ’enkele gevallen’, zo blijkt uit een rondgang van De Telegraaf. De diensten houden hiervan geen cijfers bij en vragen er ook niet naar in gesprekken die zij met ouders voeren. De 25 GGD’en in Nederland willen mensen die hun kinderen niet willen laten inenten, niet veroordelen en met hen in gesprek blijven.
De GGD Gelderland-Zuid, die het gebied tussen Zaltbommel en Nijmegen bestrijkt, krijgt dagelijks enkele tientallen telefoontjes meer dan normaal. „Het gaat om ouders die de vaccinatie voor hun kind vervroegd willen hebben, een vorige afspraak hebben gemist en nu snel willen komen en die eerst niet wilden inenten, maar nu vanwege de berichtgeving wel”, laat een woordvoerder weten. Ook de GGD Hart voor Brabant (Midden- en Noord-Brabant) en Limburg-Noord signaleren ’enkele gevallen’.
De dienst in Flevoland krijgt ook enkele tientallen belletjes meer dan normaal. Opvallend veel telefoontjes komen van zwangere vrouwen die in aanmerking komen voor een kinkhoestvaccinatie. „Als je in verwachting bent, kun je rond 22 weken zo’n inenting halen en daarmee je baby de eerste weken van z’n leven tegen deze ziekte beschermen, zegt woordvoerder Sven van der Burg. Dat is belangrijk, want voor zuigelingen kan deze ziekte erg gevaarlijk zijn. „Baby’s kunnen blauw aanlopen en stoppen met ademhalen. In het ergste geval kan het dodelijk zijn.”
Hij laat weten dat hier ook vrouwen tussen zitten die eerder van zo’n inenting afzagen en daar nu op terugkomen. Zij kunnen de prik tot het einde van de zwangerschap krijgen, maar wel geldt: hoe eerder hoe beter. Door vroeg te vaccineren, is er voldoende tijd om de antistoffen over te dragen aan de baby.
Overstelpt
Sommige GGD’en worden overstelpt met telefoontjes. De GGD Brabant-Zuidoost, in het hart van de mazelenepidemie, krijgt twee keer zoveel telefoontjes als normaal. „Mensen willen vooral weten of hun baby eerder een BMR-vaccinatie kan krijgen”, laat een woordvoerder weten. Deze prik beschermt tegen de bof, mazelen en rode hond. Een woordvoerder uit Zeeland laat weten dat inenten op het consultatiebureau een ’hot topic’ is.
Ook in Utrecht loopt het storm: daar komen tussen de honderd en tweehonderd belletjes per dag extra binnen, in totaal zijn dat er dagelijks tussen de vijfhonderd en zeshonderd. Ook daar zijn ouders benieuwd of hun kinderen van jonger dan een jaar al een BMR-prik kunnen krijgen.
Veertien maanden
Dat heeft volgens jeugdarts Marieke Morssinkhof van de GGD Utrecht weinig zin. „De BMR-vaccinatie wordt het liefst op de leeftijd van veertien maanden gegeven omdat ze dan goed werkt en langdurig bescherming geeft. Zolang er geen uitbraken van mazelen in onze regio zijn, is het niet nodig om de inenting op jongere en minder optimale leeftijd te geven.”
De gezondheidsdiensten krijgen tevens het verzoek om de herhaalprik eerder te zetten. Ook dat is volgens Morssinkhof niet nodig. Dat kan wel veranderen: als er meer gevallen komen in Nederland of een bepaalde regio, kan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu adviseren om specifieke groepen vervroegd te vaccineren.