Duitse boer Marius Franken rechts, en Nederlandse boer Jos Bolk links. Foto: Hoetink, Robert
De frustratie rond het stikstofdossier is in de Nederlandse grensstreek zo mogelijk nog groter dan elders in het land. Waar boer Jos Bolk uit Aerdt moet vrezen voor zijn voortbestaan, hoeft buurman en collega-veehouder Marius Franken zich geen zorgen te maken. De Duitser schrikt van de Nederlandse stikstofdoelenkaart. „Zoiets kennen wij gelukkig niet.”
Jos Bolk en Marius Franken weten van het bestaan van elkaars boerderijen af, maar daarmee houdt het ook op. Ze kennen elkaar niet echt. De Nederlander runt een vleesveebedrijf in het Liemerse Aerdt en Marius Franken en zijn vader zijn eigenaren van een melkveebedrijf, pal over de grens in het Duitse Emmerich am Rhein.
Het Nederlandse en Duitse bedrijf zijn van elkaar gescheiden door de Oude Rijn. Hemelsbreed liggen de twee boerderijen nog geen 1,5 kilometer uit elkaar. „Als je heel goed kijkt, kun je vanaf hier mijn koeien zien lopen”, wijst Bolk nadat hij het erf van Franken is opgereden om zijn Duitse buren te begroeten.
De landsgrens hebben de families Bolk en Franken nog nooit zo scherp gevoeld als sinds afgelopen vrijdag. Want de kaart met stikstofdoelen, die in Nederland insloeg als een bom, kennen ze in Duitsland niet. Bolk en Franken buigen zich samen over een waar kleurenpalet. „Ik zie dat Jos in het roze gekleurde gebied boert en dat hij zijn stikstofuitstoot met 58 procent moet verminderen. Als dat bij mij ook het geval zou zijn geweest, had ik moeten stoppen. Geen twijfel mogelijk. Wij hebben hier 200 stuks melkvee en met zo’n reductie is het dan einde oefening”, weet de Duitse melkveehouder.
Bolk is dan ook wel jaloers op zijn buurman. De onrust die hij en zijn gezin ervaren, omdat het bestaansrecht van zijn bedrijf in gevaar is, kent de familie Franken immers niet. De Duitse boer vermoedt dat de regels in Nederland strenger zijn, omdat hier veel meer vee-intensieve gebieden te vinden zijn. „Wij hebben meer ruimte en er lopen minder dieren op een hectare.”
Het is zeker niet zo dat de Duitse boeren zomaar hun gang kunnen gaan. Ook bij onze oosterburen gelden tamelijk strenge stikstofregels. Het verschil zit hem vooral in de sanctionering bij overtreding én het feit dat in Duitsland de Nitraatrichtlijn doorslaggevend is, terwijl in Nederland naast de Nitraatrichtlijn ook nog strenge emissie-regels gelden, waaronder die van de stalemissie.
Duitse boer Marius Franken links, en Nederlandse boer Jos Bolk rechts. Foto: Hoetink, Robert
Marius Franken: „Bij ons mag het grondwater maximaal 50 milligram nitraat bevatten. Als daar een overschrijding wordt waargenomen, moeten we 20 procent minder bemesten. Als ik 1 bunder grasland zes keer per jaar maai, mag ik bijvoorbeeld 380 kilogram mest per jaar uitrijden, waarvan 170 kilogram organisch moet zijn. De rest kan kunstmest zijn. Dit verschilt overigens per gewas.”
Jos Bolk, hij is ook LTO-bestuurder in regio De Liemers, en vader en zoon Franken zijn het er over eens dat de Duitse stikstofaanpak zich voornamelijk op het schoonhouden van het water richt en nauwelijks op zogeheten stal-emissie. „Een Duitse stal blijft altijd bestaansrecht houden, daar wordt niet aan getornd. Wanneer we nieuw willen bouwen en met de stal te dicht bij de bewoonde omgeving komen, gelden er wel emissie-regels. Maar op dit moment niet”, legt vader Hubert Franken uit.
Bij Bolk ligt dat anders. „Ik draag zorg voor een waterplas en die wordt sinds kort in het Aerius-rekenmodel van het RIVM als ’stikstofgevoelige habitat’ aangemerkt. Enkele van mijn stallen liggen namelijk in een Natura 2000-gebied en daar moet ik de stikstofuitstoot met meer dan 95 procent terugbrengen.”
Vader en zoon Franken klapperen met hun oren, bij het relaas van Bolk. Ze schrikken als ze horen dat hun Nederlandse buurman niet alleen 58 procent stikstof moet reduceren, maar omdat zijn vleesveebedrijf deels in een Natura 2000-gebied ligt, zelfs voor de onmogelijke opgave staat van 95 procent reductie in dát gedeelte. Het betekent in normaal Hollands dat het bedrijf niet verder kan.
Het wrange in de situatie van Bolk is ook nog eens dat hij de stikstofgevoelige natuur zelf gecreëerd heeft. Als natuurbeheerder zorgde hij, in overleg met natuurorganisaties voor de terugkeer van de verdwenen gulden sleutelbloem en grote centaurie en plantte hij hardhoutooibos aan. Hier wordt hij nu voor gestraft.
„Onvoorstelbaar. We zijn blij dat we aan deze kant van de grens wonen”, reageert Marius Franken. „Maar het kan goed zijn dat jullie regels ook hier een keer gaan gelden. Vaak loopt Nederland met dit soort regelgeving twintig jaar voor op ons.”
Of Bolk overweegt de grens over te gaan met zijn boerderij, nu hij dit aanhoort ? „Ik verhuis niet en ga door met mijn bedrijf op deze plek”, zegt Jos Bolk zeer vastberaden en met emotie in zijn nu wat luidere stem.
„Voormalig minister Carola Schoutenis een paar jaar geleden op mijn bedrijf geweest en ik kreeg een compliment dat ik zoveel aandacht besteed aan natuur en dierwelzijn. Ik produceer volgens de keurmerken Scharrelrund en Twee sterren beter leven Keurmerk van de Dierenbescherming. Wat willen ze nou toch meer?”, verzucht Bolk.