Ik maak dankbaar gebruik van het spreekrecht in deze rechtzitting waarbij de moord op onze dochter Andrea wordt behandeld.Het geeft me de gelegenheid om te proberen een klein beetje duidelijk te maken wat de moord op onze dochter voor gevolgen heeft gehad.
Leven is gevoel, ik kan hier alleen met woorden proberen duidelijk te maken wat er in 1993 met mijn leven, mijn gevoel, is gebeurd na de moord op Andrea.
Woorden schieten altijd te kort omdat gevoel het meest moeilijke is om te omschrijven.
Voor mensen die hun gevoel kunnen uitsluiten, is het een paar minuten bla, bla...het ene oor in en het andere oor uit, maar dit zijn gevoelens van jaaaren lang.
Tot 10 mei 1993 was ik een gelukkige vrouw die trots was op haar gezin, en op wat ik samen met mijn man Roelof had bereikt in het leven door eerlijk en hard te werken.
Het meest trots was ik op onze 15 jarige dochter Andrea. Zij was waar alles om draaide en waar we hard voor werkten om haar zoveel mogelijk kansen in haar leven te geven.
Mijn doel was om, alles wat ik wist en kon, haar te leren om haar tot een zelfstandig, zelfverzekerde en volwassen vrouw in het leven te laten staan.
Als ze 16 zou zijn, zou ik willen dat ze zichzelf zou kunnen redden. Ze was al een heel eind op weg en dat bewees ze toen ik in februari van 1993 in het ziekenhuis belandde.
Andrea nam de hele huishouding over, werkte in het cafe en verzorgde onze dieren. Ging ook nog naar school en deed haar huiswerk. Geweldige meid!
Op 10 mei 1993 veranderde mijn wereld op slag. Ze kwam niet thuis van school. Ik wilde niet geloven dat er iets ernstigs aan de hand was, ondanks dat ik diep van binnen wist dat het helemaal fout zat.
Altijd was ik samen met Andrea, maar de rit naar school en terug moest ze zelf doen. En juist daar ging het helemaal fout.
Ik zal proberen duidelijk maken wat dit met me gedaan heeft.
Lichamelijk was het al een enorme slag.
Mijn lichaam was van streek, ik moest nadenken bij het eten anders vloog het er zo weer uit, ik had een bonkend hart in mijn lijf, mijn spieren in nek en schouders zaten muurvast waardoor ik weer hoofdpijn kreeg.
Op termijn was het merkbaar doordat ik concentratiestoornissen kreeg, bijna direkt in de overgang schoot, en later ook hartritmestoornissen kreeg.
Geestelijk was ik kapot, ik zat boordevol verdriet, woede en enorme haat naar diegene die Andrea dit had aangedaan.
Ik was een wandelende tijdbom, maar ik had nog geen doel om op te richten, dus ik bleef heel lang in deze situatie.
Regelmatig stond ik te kokhalzen boven het toilet en mijn maag voelde aan of er een blok ijs in zat.
De eerste jaren heb ik alleen maar geleefd om de dader te grazen te kunnen nemen zodra hij tevoorschijn zou komen.
Ik had vreselijke gedachten over wraak, wraakakties en martelingen.
Soms bleef ik dagen in bed liggen omdat ik de zin van het leven totaal kwijt was. Ik wilde het liefst dood... dan was ik tenminste bij mijn dochter.
Zelfmoord was geen optie, dat komt niet ter sprake bij mij. Gelukkig niet.
Ik heb werkelijk gewenst dat ik een ernstige ziekte zou krijgen. Dan had ik een goede, én acceptabele reden om dood te gaan.
Maandenlang, jarenlang heb ik me suf gepiekerd wie Andrea vermoord zou kunnen hebben. Tot ik er elke keer bijna gek van werd.
Alle bekenden, vrienden en klanten heb ik overwogen als mogelijke moordenaar. Zelfs familieleden.
Eén man niet, Roelof. Dáár was ik meer dan 100 % van overtuigd dat hij dit nooit gedaan zou kunnen hebben.
Dit in tegenstelling tot anderen, vreemden, die vonden dat de vader het kind wel vermoord zou hebben. Dát krijg je er dan ook nog eens bij.
Gedachten zijn vrij, en u wilt vast niet weten wat ik in gedachten die mensen die dit vertelden, heb toegewenst op dat moment.
Om te moeten zien hoeveel pijn en verdriet mijn man had om het verlies van Andrea, deed mij vreselijk veel pijn. Maar ik kon hem niet helpen, omdat ik zelf in de vernieling lag.
Onze ouders die allemaal dol op Andrea waren, konden het niet aan, waren helemaal kapot en begrepen er niks van. Ook hun verdriet brak me.
De eerste keer bij hun over de drempel stappen was op zich al een huzarenstukje. We konden en wisten niets tegen elkaar te zeggen terwijl onze tranen over onze wangen stroomden.
Hoe moet je in vredesnaam hier mee omgaan. De eerste tijd vluchtte ik letterlijk en figuurlijk na een half uur weer weg.
Dan was ik blij dat ik hun verdriet niet meer kon voelen en zien.
De enige die er continue over praten wilde, was mijn moeder, maar niet op een gezonde manier. De beide vaders konden er niet over praten en het fijne kontakt met mijn vader was weg.
De man die me altijd begreep, me ondersteunde, en me motiveerde, was nu bijna een vreemde geworden.
We konden nu alleen nog over onbenullige dingen praten. Vooral het onderwerp Andrea vermijdend in de gesprekken.
De familieleden, vrienden, klasgenootjes, haar vriendinnen, de klanten van het cafe... iedereen had verdriet, pijn en woede. Waarom in vredesnaam was dit gebeurd?
Welk onzinnig mens had dit prachtige leven kunnen vernielen. Dit kind, vol levenslust, idealen, verwachtingen en mogelijkheden en zo lief, wie had haar omgebracht?
Deze zinnen draaiden elke dag, elk uur door mijn hoofd. Telkens weer dezelfde vragen die als in een circel door mijn hoofd gingen.
Ik ben niet bang, ook nooit geweest, maar hoe moest ik vechten tegen een onzichtbare moordenaar? Waar kon ik hem vinden, waar zat hij verstopt?
De politie mocht ik niet in de weg lopen, en zij waren de enigen waar ik een oplossing van kon verwachten, maar ik moest op de één of andere manier aktie ondernemen.
Ik heb geprobeerd om hem uit te dagen via de media, daarom heb ik intervieuws gegeven, en meegewerkt aan tv en radio uitzendingen.
Ook heb ik informatie proberen te krijgen via alternatieve methoden.
De beste paragnosten van de wereld heb ik geraadpleegd, maar ik kreeg niet de naam, het adres en het tel.nummer op een briefje. Jammer genoeg niet.
Toen na jaren alle mogelijkheden uitgeput waren, heb ik me erbij neergelegd dat ik de moordenaar van Andrea niet kon vinden.
Ik moest wachten tot iemand anders hem zou vinden. Ik moest verder leven zonder Andrea.
Wat ik ook deed, Andrea zou nooit meer deel uitmaken van ons leven. Haar leven was beëindigd door iemand die ik niet kon vinden en de politie helaas ook niet.
Mensen zeggen vaak: ik probeer me voor te stellen dat... Dat lukt hun nooit. Bij hun ergste voorstelling is het nog 10 keer erger!
We zijn inmiddels 17 en een half jaar verder. Gelukkig heb ik de draad van het leven weer kunnen oppakken en ervaar dat het leven nog steeds mooi kan zijn.
Dit ondanks dat Andrea lang geleden is vermoord en dat we haar voor altijd kwijt zijn. Nooit zullen ervaren hoe zij als volwassen vrouw in het leven zou staan.
Geen kleinkinderen of kind die op je oude dag even bij je komt kijken. Dat is niet voor ons weggelegd.
Oke, het is niet anders. We hadden 3 kinderen kunnen hebben, 15 jaar hebben we één kind gehad. Het waren 15 fantastische jaren.
Toch kunnen we nu samen gelukkig wel verder met ons leven, maar dat is een strijd van jaren en jaren geweest.
Ik ben gebroken en getekend, maar gelukkig weer hersteld. Ik hoop dat ik het ook nu na een tijdje weer los kan laten.
Samen kunnen we weer genieten van de zon, maar wel zoveel mogelijk buiten Nederland.
Ook dit is een gevolg van de moord op onze dochter Andrea.
Nog steeds kom ik moeilijke situaties tegen, dat is een onderdeel van mijn leven geworden.
Weet u hoe moeilijk het is als ik reclame zie waar een gelukkig gezin in voorkomt?
Of als we zien hoe sommige ouders achteloos met hun kinderen omgaan?
Geen tijd voor ze hebben, niet luisteren naar hun, druk met hun laptop bezig zijn?
Nooit zal ik daar aan kunnen wennen, en steeds denk ik dan aan onze dochter Andrea.
De dader heeft in 1993 een keuze gemaakt. Ook hij is verantwoordelijk voor zijn eigen daden.
Hij heeft Andrea nooit gekend zoals wij haar gekend hebben. De grootst gemiste kans van zijn leven.
Zij was uniek, maar ook dat zal hij nooit weten.
Wij hebben Andrea haar hele leven gekend, en ik ben blij dat ze onze dochter is geweest!