Hoe klaar is voetbalclub ACV uit Assen voor de Betnation Divisie? Deel 2 over het technische beleid: ‘We hebben gewoon een goed team’  

Zes spelers vertrokken, zes spelers werden gehaald: de verdedigers Yannick Hettinga en Rick Boyer, verdedigende middenvelder Ibrahim Sillah, aanvallende middenvelders Bas Aalderink en Max Jasper en spits Freddy Quispel. Zo op het eerste gezicht lijkt het een wat magere versterkingsronde voor een team dat toch enigszins onverwacht het hoogste amateurvoetbalpodium beklom en zich in zijn debuutjaar in de tweede divisie heel graag wil handhaven.

Want dat moet dus gebeuren op de manier waarop ACV vorig seizoen kampioen werd: met vooral spelers die de jeugdopleidingen van de profclubs uit onze regio doorliepen maar net niet doorbraken als fullprof, aangevuld met een paar gelouterde topamateurs. Veel ervaren oud-fullprofs, waarmee toch enkele tegenstanders uit de tweede divisie de strijd aangaan, heeft ACV niet. Moet er niet wat meer bij? Kan ACV met deze nieuwelingen de strijd tegen degradatie uit de tweede divisie wel aan?

Het antwoord op die vragen komt stellig en is even nuchter als, voor de zwartkijkers, naïef: we hebben het volste vertrouwen in deze selectie, deze jongens moeten het kunnen doen. Zeggen Jalving en Wester in koor. ,,We hebben nu eenmaal een kwalitatief sterk team’’, zegt Wester, al zes jaar bestuurslid technische zaken bij de club.

,,In dit team zit nog veel rek’’, denkt Jalving, die aan zijn tweede seizoen als hoofdtrainer van de Asser topamateurclub begint. ,,Maar het komt er wel op aan: hoe snel passen de jongens zich aan dit hogere niveau aan? Hoe gaan ze om met meer druk, meer toeschouwers, sneller voetbal en grotere namen waar ze tegenover komen te staan? Dat is de sleutel.’’

Vorig jaar werd ACV onder Jalving kampioen en dat succes zorgde automatisch voor teamgeest. ,,Het is een beetje het kip-of-eiverhaal’’, zegt de hoofdtrainer uit Aalden. ,,Hadden we succes doordat we een team waren of werden we meer een team doordat we succesvol waren? Dat is best lastig. Wat volgens mij vorig jaar cruciaal was: we hadden een sterke bank, maar ook een goed gebalanceerd team, met verschillende persoonlijkheden die elkaar goed aanvulden. Dat was heel belangrijk.’’

Ja, het klinkt misschien gek, zegt Wester. ,,Maar we hebben echt een heel goed stel voetballers, jongens die heel gretig zijn, een selectie met een geweldige groepsdynamiek, jongens die veel voor elkaar over hebben. We willen helemaal niet hautain doen, maar dit is gewoon een goede groep.’’

Wester (52) werd geboren in Brummen, groeide op in Westerbork en verhuisde op zijn 16e naar Assen, waar hij samen met broer Roy - die later trainer werd van verschillende clubs in het Noorden - neerstreek bij ACV, waar Jan Mike tot zijn 24e keepte. Vanwege werk – hij studeerde bedrijfseconomie en houdt zich vooral bezig met gebiedsontwikkeling door gemeenten – verkaste hij een paar maal. Eerst naar HHC Hardenberg, de Noord-Overijsselse club die ACV dit jaar in elk geval tweemaal gaat ontmoeten in de competitie, en in Coevorden, waar Wester bij CSVC speelde.

Zo’n achttien jaar geleden kwam hij terug in Assen, waar hij zich meteen weer meldde bij zijn oude club en eerst vier jaar onder de lat stond, vooral in het tweede. ,,Roelof Hoekman stopte ermee als keeperstrainer en ik nam het van hem over. En van het één kwam het ander: ik werd al snel gevraagd in de technische commissie. Als doelman was ik altijd al met de technische invulling bezig, vond ik die kant heel interessant. De ambitie om hoofdtrainer te worden heb ik nooit gehad, ook al omdat ik altijd een drukke baan heb gehad. Maar de organisatie rondom een team, het samenstellen van een spelersgroep, kijken hoe je optimaal kunt presteren, ja, dat vind ik echt geweldig om te doen.’’

Hoekman is nog steeds een van Westers ‘vaste maatjes’ in de tc, zoals Wester het zelf zegt. De andere is Bernard Scholten, beter bekend als ‘Mister ACV’. ,,Met zijn drieën overleggen we heel veel, maar Ruud schuift als hoofdtrainer ook vaak aan. We zijn het niet altijd eens, gelukkig niet. Maar we hebben eigenlijk wel grotendeels dezelfde kijk op voetbal, en we weten: voetballende kwaliteiten zijn belangrijk, maar niet zaligmakend. Het gaat er ook vooral om: zit er een goede kop op de jongen die we eventueel willen vragen voor de eerste selectie?’’

Al enkele goede voetballers die bij ACV hadden kunnen spelen, sneuvelden op die laatste voorwaarde. ,,En natuurlijk’’, geeft Wester toe, ,,wij verschillen onderling ook wel eens van mening of een speler nu een goede kop heeft of niet. Maar we zijn het er wel over eens dat een speler die wij vragen het ACV-DNA moet bezitten.‘’ Jalving geeft aan hoe dat ACV-DNA het best te omschrijven is: ,,Intrinsiek gemotiveerd zijn om maximaal te presteren, normen en waarden hebben die goed in de groep passen en goed kunnen voetballen. Dat zijn denk ik wel de belangrijkste eigenschappen.’’

Maar hij is er zeker niet voor om alleen spelers te halen, zegt Wester. ,,We willen ook dat jeugd blijft doorstromen. Kijk naar jongens als Gijs en nu ook zijn broer Max Jasper, Boy Spijkerman, naar Daniël Schans en naar Mark Jagt, die toch een soort van clubicoon is geworden: als hij het veld in komt gebeurt er iets, puur omdat het een echte jongen van de club is. ACV heeft een goede jeugdopleiding, ons Onder-23-team promoveerde afgelopen seizoen ook naar de tweede divisie en het tweede elftal speelt ook op het hoogste niveau voor reserveteams. Dat is heel goed voor de club, dat is fijn omdat we dan ook jongens van de club kunnen opstellen en we een bank hebben die qua sterkte gelijkwaardig is met de basiself. Dat was ook de kracht van het kampioensjaar: we hadden een brede selectie, alle posities dubbel bezet.’’

Een stap hoger betekent wellicht ook gewoon meer moeten verdedigen, simpelweg omdat andere teams – veel hogere spelersbudgetten – gewoon beter kunnen voetballen. In hoeverre houdt Jalving daar rekening mee? ,,Dat doe ik zeker’’, zegt de trainer die vorig seizoen overkwam van de jeugdopleiding van FC Emmen. ,,Want het zal in die tweede divisie nóg sneller gaan, zowel qua balbehandeling als beslissingen nemen, er zullen nóg betere voetballers tegenover ons staan.’’

Geen reden om meer verdedigers te halen? ,,Nee’’, zeggen Jalving en Wester, wederom in koor. ,,We hébben namelijk een hele goede verdediging staan’’, zegt Jalving. ,,Die kan mee op dit niveau, daar ben ik van overtuigd. Het gaat er alleen om: hoe snel passen onze jongens zich aan aan dit hogere niveau? Daar ben ik heel benieuwd naar.’’

Wester en Jalving hebben vooral heel veel zin in de competitie, die op 19 augustus start met een thuisduel tegen Jong Sparta. ,,We zullen ongetwijfeld op onze teentjes moeten lopen’’, kijkt Wester vooruit. ,,We zullen wel eens op onze bek gaan. Maar het is fantastisch dat we op dit niveau mogen gaan voetballen. Dat besef is er denk ik heel breed binnen de club. Laten we vooral lekker gaan voetballen. We kijken er enorm naar uit.’’