TT maakt zich op historische grond klaar voor opwindend eeuwfeest. ‘Dit zet Assen en Drenthe op de wereldkaart’

Vlak voor de molen van Rolde kruipt Wil Hartog (77) soepel op zijn Suzuki van Riemersma Racing Team. De kwieke oud-coureur drukt zich helemaal plat op de motor waarmee hij in 1977 de TT won, zo laag dat zijn lachende gezicht precies achter het windscherm past. Een tijd lang lijkt het of Hartog de rest van de middag op zijn trouwe machine wil blijven zitten.

Iets verderop staat Egbert Streuer (71), voormalig wereldkampioen en tweevoudig TT-winnaar, naast zijn beroemde rood-witte zijspan. De legendarische coureurs en hun motoren zijn naar de Grote Brink in Rolde gehaald, omdat het hier in 1925 allemaal begon met races over de onverharde zandwegen naar Borger, Schoonloo en weer terug naar Rolde. „Op steenworpafstand van de molen was de eerste start-finish. De cirkel is rond”, zegt TT-voorzitter Arjan Bos op het podium in grand-café Hofsteenge.

De organisaties van de TT en het TT-festival (in lijn met het breed gedragen credo: we komen om te racen én te feesten) hebben alles uit de kast gehaald om het naderende eeuwfeest luister bij te zetten. Fans kunnen zich onder meer verheugen op een officiële TT-munt, een speciaal ontworpen postzegelvel met acht bijzondere coureurs en een historische parade rond het brinkdorp Rolde.

Het laat Hartog niet onberoerd. Zichtbaar geëmotioneerd bewonderd hij de pas onthulde postzegels, waarvan er uiteraard een aan de De Witte Reus zelf is gewijd. „25 juni 1977. De mooiste dag van mijn leven”, zegt de voormalige grasdroger. „En ik ben twee keer getrouwd.”

Dan vertelt hij over zijn eerste bezoek aan de TT, als 16-jarige. „Een collega ging er naartoe met zijn verloofde en ik mocht mee. Zat ik op de motor tussen hen in. We sliepen in Assen en ging om vier uur ‘s ochtends lopend naar de Bedeldijk voor een goede plek langs het circuit.”

Jan Abbing (85) uit Zwiggelte, fan van het eerste uur, was er nog eerder bij. Hij mocht op zijn tiende voor het eerst met vader mee en miste sindsdien geen editie. Al jarenlang is hij steevast van de partij met broer Jans (76). Vroeger op rij 20 van de hoofdtribune, nu op rij 3. „We halen graag een biertje. Vanwege onze leeftijd gaat dat makkelijker als we wat lager zitten.”

Ook op het podium: de zilveren beker die ooit werd uitgereikt aan Piet van Wijngaarden, in 1925 de eerste winnaar van de 500cc-race. Het kleinood keert via een wonderlijke route terug in de handen van de TT-organisatie, nota bene in het bijzijn van Michael en Chantal van der Poel, de kleinzoon en achterkleindochter van oud-winnaar Van Wijngaarden. Hun verhaal is binnenkort te lezen in de speciale TT-bijlage van DVHN. Spreekstalmeester Corné Klijn: „Nu is de beker hier, waar hij hoort.”

Elske DeWall (39) heeft de eer om tijdens het bijzondere TT-weekend het Nederlandse volkslied te zingen, waarbij ze op een motor een spectaculaire entree zal maken. „Holy shit, ik ben nog nooit op het circuit geweest. Best wel slecht, want ik rijd zelf motor. Ik heb meteen toegezegd. Wie krijgt nu de kans om daar te rijden?”

Als voorproefje zingt ze in Rolde haar nummer Heb het leven lief. Als de zangeres daarna weer plaatsneemt op de eerste rij, ingeklemd tussen Streuer en Hartog, geeft die laatste haar vol bewondering een stevige kneep in beide schouders. Dan zit het erop, deze aankondiging van een opwindend jubileumfeest.

Wat blijft hangen is de hunkering naar dat lonkende raceweekend, weet ook voorzitter Bos. „De TT zit in de regio, zit in de mensen. De week verbindt, geeft ons vreugde en trots. Wij vinden dat soms normaal, maar dit is de kathedraal van de motorsport. De TT zet Assen en Drenthe op de wereldkaart.”