Stan Haanstra (25) van Staphorst wil zich juist tegen ACV laten zien. 'Ik weet niet of het verstandig is om het te zeggen, maar daar zou ik wel willen spelen'
Stan Haanstra in zijn huidige woonplaats Zwolle. Foto: Frans Paalman
Blijft hij bij Staphorst of stapt hij over naar ACV? „Ik wil graag zo hoog mogelijk voetballen”, zegt Stan Haanstra. Zaterdag speelt de oud-Assenaar met Staphorst tégen ACV. „Wedstrijden tussen ACV en Staphorst zijn vaak beladen wedstrijden.’’
Stan Haanstra zegt het met nadruk: „Staphorst is een mooie club. Ik heb het hier goed naar mijn zin. Maar”, voegt hij er meteen aan toe, ,,misschien ben ik wel toe aan een nieuwe uitdaging. Ik ben 25 jaar, een mooie leeftijd om nog een keer een stap te maken, om te kijken wat ik er als voetballer nog uit kan halen. Ze zeggen dat je tussen je 25ste en 28ste op je best bent. Mijn beste jaren moeten dus nog komen.”
‘Ik sta ervoor open’
Dan, na enig wikken en wegen: „Ik weet niet of ik er verstandig aan doe dit te zeggen: maar ik zou wel naar ACV willen. Er zijn ook al wat contacten. Ik ken ook een aantal jongens die er nu spelen. Ramon Nijland bijvoorbeeld is een goede kameraad van mij. Luka Priljic belde me ook al op. ‘Wat hoor ik’, zei hij, ‘kom je volgend seizoen bij ons spelen?’. Zover is het nog niet, maar ik sta er voor open. Ik woon nu bijna een jaar in Zwolle, maar ik kom uit Assen. Daar heb ik mijn vrienden. Ik keer sowieso een keer terug naar Assen.”
Stan Haanstra (rechts) als 'flankenflitser' van Achilles 1894, in 2017. Foto: Gerrit Boer
ACV, zo geeft Haanstra aan, speelt op een mooi niveau en heeft op dit moment voetbaltechnisch meer te bieden dan Staphorst. „Dat wil niet zeggen dat we zaterdag niet van ACV kunnen winnen. Daar gaan we ook alles aan doen. Zoals we er ook alles aan gaan doen om Staphorst in de derde divisie te houden. Ik denk ook dat we weg kunnen blijven van de onderste plaatsen.” Staphorst staat op de tiende plaats, drie punten boven de promotie-degradatiestreep. ACV is tweede, met twee punten achterstand op koploper GVVV.
Haanstra, overgekomen van Achilles 1894 uit Assen en accountmanager van beroep, is bezig aan zijn vijfde seizoen bij Staphorst. „Toen ik hiernaartoe ging, stond Staphorst hoger dan ACV. Nu is dat andersom. Wij zijn bezig aan een moeizaam seizoen. We scoren moeizaam en creëren ook maar heel weinig kansen. Een stuk of drie per wedstrijd, dan houdt het wel op. Het ontbreekt ons aan een stukje kwaliteit om tot een kans te komen.”
Volgens de linkerspits van Staphorst is dat ook de voornaamste reden dat zijn productie dit seizoen achterblijft in vergelijking met een seizoen eerder. „Toen maakte ik er 20. Ik verwacht ieder seizoen minimaal 10 tot 12 goals van mezelf, maar nu sta ik nog maar op 6 doelpunten. Ik heb weliswaar twee wedstrijden gemist door een blessure, maar voor mij is dat een mager aantal.” Haanstra is daarmee nog wel topscorer van Staphorst, dat in 21 competitieronden 20 doelpunten maakte, het minste aantal van alle ploegen in de derde divisie zaterdag.
Afgelopen zaterdag, in de thuiswedstrijd tegen DOVO, moest Haanstra tot zijn verbazing op de reservebank plaatsnemen. „Het was de eerste keer voor mij. Onze trainer wilde wat anders proberen.” Tot meer doelpunten leidde de ingreep van trainer Karlo Meppelink niet. De wedstrijd eindigde in 0-0. „Ik heb nog een kwartiertje meegedaan, ik denk dat ik zes ballen heb geraakt. Ik ga ervan uit dat ik tegen ACV gewoon weer begin.”
Is Haanstra nog in het ongewisse waar hij volgend seizoen speelt, Meppelink - één jaar eerder overgekomen van VKW uit Westerbork - weet dat hij geen toekomst meer heeft bij Staphorst. Zijn contract wordt niet verlengd. De wisselwerking tussen de trainer uit Hoogeveen en de selectie is volgens de clubleiding onvoldoende om de samenwerking voort te zetten. Haanstra wil er niet meer over kwijt dan dat hij ‘Karlo een goede vent’ vindt. „Vooral in het begin heeft hij het mega-lastig gehad. We zijn heel slecht aan de competitie begonnen.”
‘Paul Weerman wist me altijd te prikkelen’
Zijn beste trainer? „Dat is Paul Weerman. Ik heb hem twee jaar meegemaakt bij Achilles 1894 en drie jaar bij Staphorst. Ik vind hem niet alleen de beste om zijn kwaliteiten als trainer, maar ook als mens. Hij is ook aanvaller geweest en wist daarom precies hoe je je voelde als je even een tijdje niet had gescoord. We konden eerlijk tegen elkaar zijn en hij wist me ook altijd te prikkelen. Paul is de beste, honderd procent.”
Robert Talens in 2019 als voetballer van ACV, hier in duel met Assenaar Stan Haanstra (rechts), destijds aanvaller van Staphorst. Foto: Gerrit Boer
Paul Weerman was ook zijn trainer toen Staphorst op het eigen sportpark ACV ruim drie jaar geleden een flink pak slaag gaf: 4-0. Haanstra was twee keer succesvol. „Toen hadden ze geen schijn van kans tegen ons.” Eerder dit seizoen zette Staphorst de thuiswedstrijd tegen ACV eveneens om in een overwinning (1-0).
„Dat we die wedstrijd hebben gewonnen, was ongelooflijk. Als het 1-12 was geworden, hadden we niks kunnen zeggen. Wij kregen één kans en die leverde meteen een doelpunt op. We zijn weleens vaker met de rug tegen de muur gezet, maar hadden helemaal niks in de melk te brokkelen. ACV is de beste ploeg waartegen we dit seizoen hebben gespeeld. Het wordt zaterdag weer een lastige pot, maar ik verheug me erop. Ik wil me laten zien. Dat wil je natuurlijk altijd, maar de wedstrijd tegen ACV brengt nog net wat extra’s met zich mee.”