Doelman Michael Brouwer van FC Emmen in gesprek met journalist Jonathan Ploeg van Dagblad van het Noorden. Draagt Brouwer volgend seizoen nog het shirt van de Drentse club? Foto: DVHN
Het seizoen loopt op z’n einde, maar over de toekomst van doelman Michael Brouwer is nog weinig bekend. Hij is officieel eigendom van Heracles Almelo, maar zou een langer verblijf bij FC Emmen wel zien zitten. Blijft-ie nou wel of niet?
„Wie is Michael Brouwer?”, werd er gezegd en gedacht toen FC Emmen afgelopen zomer de komst van de inmiddels 29-jarige doelman aankondigde. Brouwer zou de concurrentiestrijd met Indy Groothuizen vast niet gaan winnen.
Groothuizen kwam tenslotte voort uit de jeugdopleiding van Ajax, had bovendien gespeeld bij ADO Den Haag en de Deense clubs Nordsjaelland en Velje BK. Brouwer sleet zijn dagen bij AGOVV en Heracles, voornamelijk als reservedoelman. Onmogelijk dat hij in Drenthe eerste keus onder de lat zou worden. Toch?
‘Mooi dat jij dat over mij wil zeggen’
Inmiddels is de Apeldoorner uitgegroeid tot één van de, zo niet dé beste doelman van de eerste divisie. Uiteraard speelt de sterke verdedigende organisatie die voor zijn neus staat, met onder anderen Miguel Araujo, Jeroen Veldmate en Oussama El Azzouzi, een rol.
Maar Brouwer zelf blonk dit seizoen meermaals uit door zijn katachtige reddingen, zijn inzicht en voetballend vermogen. Het leverde hem al een uitverkiezing op tot beste doelman van de derde periode in de eerste divisie. Hij wordt door de supporters van FC Emmen op handen gedragen.
„Het is mooi dat jij dat over mij wil zeggen, maar daar doe ik zelf geen uitspraken over”, zegt Brouwer als zijn prestaties en ontwikkeling worden benoemd. Naast ballen uit het doel houden, blinkt hij uit in bescheidenheid.
Na enig aandringen gaat de doelman er dan toch op in. „Ik heb tot nu toe denk ik een prima, stabiel seizoen gedraaid. Zeker op keepend gebied. Daarnaast heb ik voetballend gezien, tactisch veel dingen bijgeleerd dankzij de trainers. Maar ik ben altijd kritisch op mezelf en wil heel graag meer. Daar blijf ik keihard voor werken.”
De vraag is bij welke club Brouwer dat volgend seizoen gaat doen. Hij staat onder contract bij Heracles Almelo, dat hem dit seizoen verhuurt aan FC Emmen. In Drenthe hebben ze weliswaar kenbaar gemaakt vertrouwen in de doelman te hebben en met hem verder te willen, maar of dat gebeurt, hangt volledig af van Heracles Almelo.
„De gesprekjes met Heracles beginnen op gang te komen”, zegt Brouwer. „Die club en ik zijn met een bepaald plan en doel deze verhuurperiode ingegaan. Dat gaan we evalueren en vanuit daar zal worden vooruitgekeken.”
Met het aanstaande vertrek van eerste doelman Janis Blaswich naar RasenBallsport Leipzig, heeft Heracles Almelo voor volgend seizoen met Koen Bucker en oud-Emmenaar Robin Jalving twee doelmannen onder contract staan. Naar verwachting zijn die twee niet rijp voor een vaste plek onder de lat. Die plek zou dus in theorie naar de opgeleefde Brouwer kunnen gaan.
„Met dat vooruitzicht ben ik ook verhuurd. Maar er zijn ongetwijfeld meer geschikte keepers beschikbaar. Het is aan Heracles om te beslissen of het me goed genoeg vindt. Ik denk dat ik in ieder geval klaar ben voor de eredivisie.”
‘Die schaal moet het streven zijn’
Diep in zijn hart zegt Brouwer wel te weten wat hij wil. „Maar ik moet gereserveerd zijn in wat ik zeg, ik sta onder contract bij een andere club. Wat ik wel wil zeggen is dat ik geen tweede doelman meer wil zijn. Ik wil spelen, en ik weet dat die kans er volgend seizoen in Emmen voor mij is. Als dat bij Heracles niet kan, dan wil ik er hier ervoor gaan.”
Brouwer slikt even zijn woorden in. „Dat zeg ik trouwens verkeerd, want ik wil niemand op de tenen trappen: ik zou er sowieso bij FC Emmen voor willen gaan, omdat ik dit een fantastische club vindt en ik voel me heel erg gewaardeerd.”
Tot er meer duidelijkheid komt, gaat de focus van de doelman op het slot van de competitie. Vrijdagavond zou FC Emmen met een zege op Roda JC na de promotie ook het kampioenschap kunnen veiligstellen, mits FC Volendam puntenverlies lijdt.
„Het is nog nooit eerder voorgekomen dat de club kampioen werd. Die schaal moet het streven zijn, ik denk dat iedereen bij deze club dat verdient. Het zou daarnaast natuurlijk mooi zijn als ik hier later ooit met mijn kinderen terugkom, hen die schaal kan laten zien en zeggen: ‘Kijk, toen was ik de keeper.’ Voor die trots moeten we echt vechten.”