Tijdens de Mars tegen Femicide in Groningen dacht ik aan haar. De vrouw die 15 jaar geleden door haar man werd vermoord op het balkon. Met 25 messteken. Voor het oog van de straat.
Ik had lang niet aan haar gedacht. Zelfs een verhaal dat zo heftig in je hoofd heeft rondgespookt wordt een keer verdrongen door het leven dat maar doorgaat. Zo verdween ook dat van haar.
Ze heette Fatma, lees ik nu pas weer. Dat was ik vergeten.
Als verslaggever belde ik een paar dagen na de moord in haar straat aan bij willekeurige buren. Een van haar beste vriendinnen deed open, de vier kinderen van Fatma waren bij haar thuis opgevangen.
Ik was niet op zoek naar die kinderen, wilde hen niet lastig vallen, maar de vriendin zei: „Kom maar binnen.”
Een dochter van Fatma serveerde thee. Ik wist niet wat ik moest zeggen.
Tijdens de Mars tegen Femicide voelde het op een vreemde manier goed om me Fatma te herinneren, alsof ze een oude bekende was. Er liepen honderden mensen mee in de mars, ze riepen dat het geweld tegen vrouwen moest stoppen. De 17-jarige Lisa leefde toen nog.
Zelf liep ik mee omdat ik een stukje moest schrijven voor de krant. Ik vroeg anderen waarom ze hier waren, en bleef zelf aan de zijlijn. Als iemand mij die vraag had gesteld, had ik graag kunnen zeggen dat het vanwege Fatma was. Maar dat was niet zo.
Misschien, hoopte ik, liepen haar kinderen vandaag ook mee in de mars. Misschien had de steun van al die mensen ze goed gedaan.
Ik dacht aan hoe ik 15 jaar geleden in dat kleine appartement probeerde om niet te veel naar die kinderen te kijken, terwijl ik sprakeloos luisterde naar de vrouw die me zo graag alles over haar lieve, vermoorde vriendin wilde vertellen. Alsof ze haar daarmee een beetje in leven hield.
‘Fatma gehoorzaamde niet meer’, was de kop van het portret dat ik later over haar schreef. Haar man wilde volledige controle over zijn gezin, zij koos voor zichzelf en de toekomst van haar kinderen. Bij het artikel stond een foto van een stralende vrouw.
Nu ik het teruglees vraag ik me af hoe ik haar naam heb kunnen vergeten. En ik vraag me ook af of we net zoveel aandacht aan haar hadden besteed als ze niet met 25 messteken op een balkon was vermoord, maar stilletjes achter gesloten deuren.