Waarschijnlijk snap ik het nog steeds niet, maar wat is er nou eigenlijk zo erg aan als iemand je voor feeks uitmaakt? Snap ik het niet omdat ik een man ben en feeks alleen jegens vrouwen een scheldwoord of beledigend is? Maar waarom eigenlijk?
Wat betekent het precies dat het zo erg is dat je tegenwoordig een vrouw niet ongestraft feeks kunt noemen. Dat je er zelfs een officiële functie zoals informateur voor moet laten lopen, zoals oud-minister Hans Wijers onder druk van alle kanten deed.
Volgens Van Dale is de betekenis van dat woord ‘lastige vrouw’ maar het kan ook gebruikt worden in de betekenis van ‘sluwe, listige, rampzalige of onzedelijke vrouw’.
Nog afgezien van het feit dat we niet weten welke daarvan Wijers op het oog had, geen journalist die hem daarnaar heeft gevraagd, weten we ook niet of het een faux pas van hem was. Zogezegd een toevallige uitschieter, dus niet zijn normale wijze van zich uitdrukken of benoemen van vrouwen als die zich in zijn ogen gedeisd moeten houden in plaats van zich bemoeien met kwesties waar ze zich beter buiten kunnen houden; die ze beter aan mannen kunnen overlaten.
Vrouwhatelijk
Anders gevraagd: was het een misogyne, een vrouwvijandige of vrouwhatelijke uitlating van Wijers? Hij zal dat ongetwijfeld zelf ontkennen en velen in zijn directe omgeving zullen eveneens ontkennen dat Wijers een misogyne man is. Zoals vele mannen überhaupt ontkennen dat zij misogyn zijn. Maar dat zegt meer over hun gebrek aan bewustzijn in deze dan over de realiteit.
De psychologische realiteit is namelijk dat wij mannen nog altijd, eeuwen na Shakespeares misogyne toneelstuk The Taming of the Shrew (’de feeks wordt getemd’, circa 1590) grossieren in misogyne uitlatingen. Laat ons dat op deze plaats eens testen.
Neem het woord feeks en verzin daarvoor een aantal synoniemen. Dan kom je al gauw op heks, tang, teef, furie, bitch, kenau, trut. En vraag je dan eens af wat de mannelijke equivalenten daarvan zijn. Die zijn er feitelijk niet. Als een of meer van deze termen gebruikt worden dan slaan ze vrijwel zonder uitzondering op vrouwen. Er zijn geen mannelijke synoniemen voor deze woorden.
Ouwe tang
Wat zegt het over ons mannen, psychologisch, dat we voor vrouwen een repertoire aan negatieve benamingen hebben en voor onszelf mannen niet of nauwelijks? Helemaal als we aan dat vrouwvijandige repertoire ook nog eens exclusief vrouwtyperingen toevoegen als: ‘Zij heeft haar op haar tanden’ of: ‘Zij is een afgelikte boterham’?
Het zegt dat we grosso modo nog altijd in een vrouwvijandige cultuur leven. We pikken veel meer van onszelf dan van vrouwen, meer van jongens dan van meisjes. En ook, opmerkelijk genoeg, meer van opa’s dan van oma’s. Ouwe tang zullen we over opa nooit horen zeggen.
Wij zijn in de grond van de zaak een misogyne beschaving en dus positiever over mannen dan over vrouwen, over jongens dan over meisjes.
Dat heeft zijn consequenties. Het maakt het onder meer niet verbazingwekkend, maar wel beschamend, dat meisjes/vrouwen voor hetzelfde werk anno 2025 grofweg nog altijd zo’n 10 procent minder verdienen dan jongens/mannen. Hoog tijd voor een regime change dunkt mij.